Vervolgens transformeer ik dit signaal met een dft om nadien er dan de absolute waarde van te plotten. Spijtig genoeg bekom ik totaal iets anders dan zou moeten.
Bekom ik met het commando y = filter(B,A,x); volgende?
Code: Selecteer alles
N = 1000;
A = 1;
B = [0.5, 0.5];
t = 2*pi*[0:1:(N-1)]/N;
x = sin(t) + 0.01*randn(size(t)); % de randn heb ik toegevoegd zodat ik bij de berekening van H niet door nul deel.
y = filter(B,A,x);
X = fft(x);
Y = fft(y);
H = Y./X;
figure;
plot(abs(H));
Code: Selecteer alles
N = 1000;
h = zeros(1,N);
h(1) = 0.5;
h(2) = 0.5;
H = fft(h);
figure;
plot(abs(H));
Ik construeer het digitale filter (bedenk maar eens wat een convolutie van h met x zou opleveren). Daar neem ik dan de discrete fouriertransformatie van.Wat doe je in het tweede voorbeeld?
dan bekomt men (door manipulatie en buiten brengen van een term)\(H(w)=1/2+1/2e^{iw}\)Zie de bovenstaande sommatie. Dit mag kennelijk omdat y een lineaire combinatie is van termen van x. Ik geloof zo dat ze daar een leuk bewijsje voor hebben.Kan ermij iemand vertellen waarom dat men hier opeens kan zeggen dat het afgezonderde stuk de transferfunctie is?
Ik snap de bovenstaande 'zin' niet goed.enkel heb ik nu een frequentie gedrag van een halve cirkel op een bepaalde frequentie is de doorlaat volledig nul wat gebeurd er na die frequentie?