Spectrofotometrie (theorie erachter)

Moderator: ArcherBarry

Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
Reageer
Gebruikersavatar
Berichten: 9

Spectrofotometrie (theorie erachter)

Hallo iedereen,

Ik zit hier met een rare kronkel in verband met spectrofotometrie, en ik geraak er niet echt uit.

Als je aan een atoom energie toevoegt, dan zullen de elektronen naar een hogere schil (hoger energieniveau) springen. Dit zijn geen random energiehoeveelheden, maar vastliggende hoeveelheden (die per atoom verschillen)

Een hogere schil is ook onstabieler, en die elektronen zullen dus terugvallen naar hun oorspronkelijke schil. De energie die ze dus teveel hebben moet worden afgestaan. Dit gebeurt dan in de vorm van licht. (E=h.f)

De energiehoeveelheid die zo'n deeltje opneemt om zijn elektron naar een hoger energieniveau te brengen, is gelijk aan de energie die deze terug afgeeft als deze terug naar zijn grondtoestand gaat.

Als we bij spectrofotometrie licht (van 1 bepaalde golflengte) door zo'n deeltje sturen, zal die deze energie opnemen, zijn electronen naar een hoger energieniveau brengen. Deze vallen terug en stoten dezelfde 'kleur' licht terug uit. Het lijkt dus alsof het licht recht door het deeltje gaat. Maar toch meten we bij spectofotometrie de intentisiviteitafname van het oorspronkelijke licht. Welke dus volgens bovenstaande redenering steeds gelijk zou zijn aan 0.

Dit kan natuurlijk niet. Kan iemand me vertellen waar mijn vreemde kronkel zit die mijn redenering in de war stuurt?

Alvast bedankt

Sam

Gebruikersavatar
Berichten: 10.559

Re: Spectrofotometrie (theorie erachter)

Je maakt in feite 2 kronkels, maar zo raar zijn die niet.

De eerste kronkel die je maakt is dat een aangeslagen elektron niet per se op dezelfde manier hoeft terug te vallen als hij is aangeslagen. Een elektron kan heel goed van niveau 1 naar niveau 3 gaan, maar terugvallen in twee stappen via 2. Dan zie je de oorspronkelijk geabsorbeerde golflengte dus niet meer terug.

De tweede kronkel die je maakt is dat je aanneemt dat het uitzenden van een foton in dezelfde richting zal gaan als waar het geabsorbeerde foton vandaan kwam. In werkelijkheid is die richting willekeurig, en de kans dat hij dus precies dezelfde kant op gaat is juist heel klein. Terwijl dat wel de richting is waar de detector naar "kijkt".
Cetero censeo Senseo non esse bibendum

Reageer