in de opgave geven ze nog een k waarde mee nl. k = 1,4 wat ik niet begrijp is wat die eigelijk moet voorstellen?
Die k is Cp/Cv dus de verhouding tussen soortelijke warmte bij constante druk en soortelijke warmte bij constant volume. Voor lucht (en andere tweeatomige gassen) geldt k = 1,4
er zijn zoals je op de tekening kunt zien 2 polytropen allebei met hun eigen n waarde, ik heb die k waarde uiteindelijk wel nodig gehad om de warmte toe en afvoer te berekenen van die polytropen, alleen snap ik niet waarom?
Ik weet hieruit niet wat je nou precies berekend hebt of hoe. Wel geldt dat Cp = R.k/(k-1) en Cv = R/(k-1) dus wellicht dat je zo die k gebruikt hebt?
een k waarde hoort toch bij een isentroop en dit is toch iets anders dan een polytroop??
In een ideale, wrijvingsloze, omkeerbare wereld zou bij adiabatische compressie en expansie gelden dat p.V
k = constant (wet van Poisson). Maar in de echte wereld is het iets anders en verloopt compressie en expansie niet omkeerbaar maar via een polytroop i.p.v. een isentroop. Die n berust dan op ervaring uit de praktijk.
Hydrogen economy is a Hype.
