[wiskunde] oplossen stelsel, vergelijkingen, toelatingsexamen augustus 08
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
- Berichten: 265
[wiskunde] oplossen stelsel, vergelijkingen, toelatingsexamen augustus 08
Bij volgende vraag heb ik geen idee hoe ik hier een deftig begin moet bij maken.
De enigste manier die me lijkt is het opstellen van een stelsel, met als onbekenden x,y,z maar ik heb geen idee meer wat dan te doen.
Er zijn 3 verschillende geldbuideltjes. ze bevatten
nr 1: 5x 0.5 euro; 3x 0.2 euro; 2x 0.1 euro
nr 2: 4x 0.5 euro; 2x 0.2 euro; 3x 0.1 euro
nr 3: 3x 0.5 euro; 4x 0.2 euro; 5x 0.1 euro
Men neemt nu 12 geldbuideltjes, met van elke soort minstens 1.
in totaal heeft men 49 stukken van 0.5 euro en 37 stukken van 0.1 euro.
hoeveel heeft ze er van 0.2 euro?
Ik hoop dat iemand me op weg kan zetten
De enigste manier die me lijkt is het opstellen van een stelsel, met als onbekenden x,y,z maar ik heb geen idee meer wat dan te doen.
Er zijn 3 verschillende geldbuideltjes. ze bevatten
nr 1: 5x 0.5 euro; 3x 0.2 euro; 2x 0.1 euro
nr 2: 4x 0.5 euro; 2x 0.2 euro; 3x 0.1 euro
nr 3: 3x 0.5 euro; 4x 0.2 euro; 5x 0.1 euro
Men neemt nu 12 geldbuideltjes, met van elke soort minstens 1.
in totaal heeft men 49 stukken van 0.5 euro en 37 stukken van 0.1 euro.
hoeveel heeft ze er van 0.2 euro?
Ik hoop dat iemand me op weg kan zetten
Etiam capillus unus habet umbram suam.
Re: [wiskunde] oplossen stelsel, vergelijkingen, toelatingsexamen augustus 08
Dat zou mij niet lukken om 12 geldbuideltjes te kiezen uit 3 geldbuideltjes.nikske schreef:Er zijn 3 verschillende geldbuideltjes. ze bevatten ...
Men neemt nu 12 geldbuideltjes
- Berichten: 24.578
Re: [wiskunde] oplossen stelsel, vergelijkingen, toelatingsexamen augustus 08
Stel je neemt a buidels van type nr. 1, b buidels van type nr. 2 en c buidels van type nr. 3. Je kan al direct met een onbekende minder werken omdat het totaal aantal buidels (a+b+c) gelijk moet zijn aan 12, dus in plaats van c buidels van de laatste heb je er daar 12-a-b van.
Ga nu na hoeveel munten van 0.5 euro je dan hebt, dat is een eerste vergelijking in a en b.
Op dezelfde manier schrijf je uit hoeveel munten je van 0.1 euro hebt, nog een vergelijking.
Zo heb je twee vergelijkingen in de onbekenden a en b, dat stelsel kan je oplossen.
Ga nu na hoeveel munten van 0.5 euro je dan hebt, dat is een eerste vergelijking in a en b.
Op dezelfde manier schrijf je uit hoeveel munten je van 0.1 euro hebt, nog een vergelijking.
Zo heb je twee vergelijkingen in de onbekenden a en b, dat stelsel kan je oplossen.
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)