Klintersaas schreef:8) Een voorwerp beweegt op een rechte baan en voert een eenparig versnelde beweging uit. Twee seconden na zijn doorkomst in een referentiepunt R is de snelheid verdubbeld ten opzichte van deze in R.
Dan was één seconde na zijn doorkomst in het referentiepunt R de snelheid:
voor eenparig versnelde beweging geldt: x= a * t² / 2 en v = a * t dus a = v/t
de tweede invullen in de eerste geeft: x = v * t / 2
nu zou ik R1 en R2 met R1 = 2s en R2 = 1s gelijkstellen als volgt: v1*t1 = v2*t2 (de deling door twee kon je bij beide leden weglaten.)
Nu redeneerde ik: als de tijd en de snelheid in R1 dubbel zo groot zijn als in R (eerste doorgang) , dan is dus de tijd in R2 gehalveerd en moet de snelheid ook 2 maal minder zijn.
Maar dit laatste klopt langs geen kanten volgens mij dus hier zit ik vast..
voor eenparig versnelde beweging geldt: x= a * t² / 2 en v = a * t dus a = v/t
De vetgedrukte, blauwe formule hierboven is nuttig: je ziet dat bij een constante versnelling (dat is het geval bij een eenparig versnelde beweging), de snelheid evenredig is met de tijd. Helpt dat?
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)
De vetgedrukte, blauwe formule hierboven is nuttig: je ziet dat bij een constante versnelling (dat is het geval bij een eenparig versnelde beweging), de snelheid evenredig is met de tijd. Helpt dat?
Niet meteen, want de snelheid verandert toch voortdurend aangezien er een versnelling is?
Die verandert inderdaad voortdurend, maar aan die formule zie je ook "op welke manier" (in functie van de tijd): namelijk lineair. De snelheid v is evenredig met t, de verhouding is de versnelling a. In een dubbel zo lange tijd, dus ook dubbel zoveel bijkomende snelheid. Enzovoort.
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)
Als dat net verwarrend in plaats van verduidelijkend werkt: je kan ook altijd teruggrijpen naar het toepassen van de formules. Noem de snelheid in R even v0. Na twee seconden neemt v toe van v0 tot 2v0, een verdubbeling. Dus uit Δv = a.Δt volgt v0 = a.2 waaruit je eenvoudig a haalt. Dan Δv = a.Δt opnieuw toepassen met deze gekende a, maar over een Δt van één seconde. De snelheid is dan v0+Δv.
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)