. Het punt c ligt op de rechte ab tussen a en b met
\(\Vert\overrightarrow{ca}\Vert\)
= 2
\(\Vert\overrightarrow{bc}\Vert\)
. Bepaal de hoek
\(\widehat{cob}\)
.
Mijn oplosmanier:
\(\overrightarrow{a}\)
= {1,0,-2}
\(\overrightarrow{b}\)
= {0,2,1}
\(\overrightarrow{c}\)
= {1,2,z}
Nu is mijn eerste vraag nu al: kloppen deze drie coördinaatwaarden hierboven? En het vetgedrukte, is dat correct? Ik redeneer dat de x-coördinaat van c de x-coördinaat van vector a moet zijn, omdat de x-coördinaat van b niet van belang is. Bij de y-coördinaat volgt de zelfde redenering. Klopt dit?
Je weet dat punt C op de rechte door A en B ligt, dus hoe ziet zo'n punt op op de rechte door A en B er uit? Hint: ga na hoe je, uitgaande van 2 bekende punten op een rechte, de steunvector en de richtingsvector van de rechte bepaalt.
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
