aan 'In fysics I trust':
De rij van partieelsommen is in dit geval: 1/2, 5/6, 23/24, 119/120, ...Hiervan de totaalsom bepalen, daar ken ik niet direct een formule voor...
De formule voor Sn (de parttieelsom voor de n eerste termen) is in dit geval vrij snel te herkennen:
\(\frac{(n+1)!-1}{(n+1)!}\)
en daar kan ik dan de limiet van nemen...
Maar dat is in andere voorbeelden niet steeds het geval, bvb
\(\Sigma_{1}^{\infty}\frac{1}{n(n+1)(n+2)}\)
geeft als rij van partieelsommen 1/6, 5/24, 27/5!, 168/6!, 1200/7!, 9720/8!,...
wat, na puzzelen voor Sn geeft
\(\frac{n(n+3)}{4(n+1)(n+2)}\)
Mijn vraag was hoe ik deze gevonden formules dan kon bewijzen...
(en ook of er methodes zijn om deze formules makkelijk te vinden...)
aan: 'TD':
Inductie, natuurlijk...
Alhoewel ik wel weet en begrijp dat een inductiebewijs perfect valabel is, heb ik toch steeds het gevoel dat dit geen 'echt' bewijs is waarin je het te bewijzen 'opbouwt' of 'ontdekt', maar eerder een makkelijkheidsoplossing die ervan uitgaat dat je de te bewijzen formule op voorhand al moet kennen, vooraleer je ze kan bewijzen...
Hoedanook bedankt, het lukt mij inderdaad en zonder probleem met inductie.
Blijft de vraag of er methodes zijn om de formule voor Sn (zoals in bovenstaand voorbeeld) makkelijk te vinden, of blijft dit gewoon een kwestie van puzzelen en 'zien'?