Pcl5 : ruimtelijke structuur versus bindingshoeken

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 393

Pcl5 : ruimtelijke structuur versus bindingshoeken

Ik kwam in m'n cursus een voorbeeld tegen bij VSPER (Valentie schaal elektronen paar repulsietheorie), m.a.w., theorie die de ruimtelijke structuur van een molecule helpt bepalen.

Het voorbeeld was: PCL5. Er zijn 5 bindingen, wat resulteert in een trigonaal bipiramidale structuur. Dit versta ik wel, maar hoe zit het in dit geval met de bindingshoeken? Die moeten toch overal gelijk zijn als ik het goed heb? Met zo'n ruimtelijke structuur lukt dat toch niet?

Trouwens, nog een vraag los van bovenstaande, is deze molecule apolair?

Gebruikersavatar
Berichten: 10.559

Re: Pcl5 : ruimtelijke structuur versus bindingshoeken

JeanJean schreef:Ik kwam in m'n cursus een voorbeeld tegen bij VSPER (Valentie schaal elektronen paar repulsietheorie), m.a.w., theorie die de ruimtelijke structuur van een molecule helpt bepalen.

Het voorbeeld was: PCL5. Er zijn 5 bindingen, wat resulteert in een trigonaal bipiramidale structuur. Dit versta ik wel, maar hoe zit het in dit geval met de bindingshoeken? Die moeten toch overal gelijk zijn als ik het goed heb? Met zo'n ruimtelijke structuur lukt dat toch niet?
Dat lukt inderdaad niet, het is dan ook geen "eis". Waar het om gaat is dat er een ruimtelijke structuur wordt gezocht waar de onderlinge afstoting, genomen over alle atomen het kleinst is. Voor een aantal omringingen is er een structuur mogelijk waarbij de bindingshoeken gelijk zijn aan elkaar, en in die gevallen zal ook altijd zo'n structuur ontstaan.
Trouwens, nog een vraag los van bovenstaande, is deze molecule apolair?
Wat verwacht je zelf?
Cetero censeo Senseo non esse bibendum

Berichten: 393

Re: Pcl5 : ruimtelijke structuur versus bindingshoeken

Marko schreef:Dat lukt inderdaad niet, het is dan ook geen "eis". Waar het om gaat is dat er een ruimtelijke structuur wordt gezocht waar de onderlinge afstoting, genomen over alle atomen het kleinst is. Voor een aantal omringingen is er een structuur mogelijk waarbij de bindingshoeken gelijk zijn aan elkaar, en in die gevallen zal ook altijd zo'n structuur ontstaan.

Wat verwacht je zelf?
Hmm dus het is gewoon iets wat je moet aanvaarden, het is gewoon zo?

Ik denk zelf apolair natuurlijk, alle dipoolvectoren heffen elkaar op?

Gebruikersavatar
Berichten: 10.559

Re: Pcl5 : ruimtelijke structuur versus bindingshoeken

Hmm dus het is gewoon iets wat je moet aanvaarden, het is gewoon zo?
Dat moet je net zo zeer aanvaarden als het feit dat een viervoudige omringing een tetraeder oplevert, en dat in een tetraeder de bindingshoeken juist wel allemaal gelijk zijn. De structuur die ontstaat is de structuur waarbij de onderlinge afstand tussen alle omringende atomen maximaal is.

Overigens is het niet eens zo bijzonder: Feitelijk zijn alleen bij een twee-, drie- of viervoudige omringing alle bindingshoeken gelijk. Bij een zesvoudige (octaëdrale) omringing bijvoorbeeld maken sommige bindingen een hoek van 90 graden, en sommige andere een hoek van 180 graden! (ga maar na).

Als je eis is dat alle bindingshoeken gelijk zijn (en dus alle onderlinge afstanden), dan kun je in een driedimensionale ruimte maximaal vier punten definiëren die aan die eis voldoen; net zozeer als je op die manier in een tweedimensionale ruimte maximaal drie punten kunt definiëren die daaraan voldoen)

Als je wil weten waarom een trigonale bipiramide de structuur is waarbij de onderlinge afstanden het grootst zijn (bij vijfvoudige omringing), dan denk ik dat je met een wiskundige moet praten. Het is volgens mij wel aan te tonen, maar hoe dat moet gaat mij boven mijn pet.
Ik denk zelf apolair natuurlijk, alle dipoolvectoren heffen elkaar op?
Inderdaad!
Cetero censeo Senseo non esse bibendum

Berichten: 393

Re: Pcl5 : ruimtelijke structuur versus bindingshoeken

Marko schreef:Dat moet je net zo zeer aanvaarden als het feit dat een viervoudige omringing een tetraeder oplevert, en dat in een tetraeder de bindingshoeken juist wel allemaal gelijk zijn. De structuur die ontstaat is de structuur waarbij de onderlinge afstand tussen alle omringende atomen maximaal is.

Overigens is het niet eens zo bijzonder: Feitelijk zijn alleen bij een twee-, drie- of viervoudige omringing alle bindingshoeken gelijk. Bij een zesvoudige (octaëdrale) omringing bijvoorbeeld maken sommige bindingen een hoek van 90 graden, en sommige andere een hoek van 180 graden! (ga maar na).

Als je eis is dat alle bindingshoeken gelijk zijn (en dus alle onderlinge afstanden), dan kun je in een driedimensionale ruimte maximaal vier punten definiëren die aan die eis voldoen; net zozeer als je op die manier in een tweedimensionale ruimte maximaal drie punten kunt definiëren die daaraan voldoen)

Als je wil weten waarom een trigonale bipiramide de structuur is waarbij de onderlinge afstanden het grootst zijn (bij vijfvoudige omringing), dan denk ik dat je met een wiskundige moet praten. Het is volgens mij wel aan te tonen, maar hoe dat moet gaat mij boven mijn pet.

Inderdaad!


Bedankt voor de uitleg!

Reageer