dt-regels

Moderator: Rhiannon

Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter

dt-regels

Ik ben op zoek naar de volledige uitleg over hoe je nu precies werkwoorden vervoegen moet. Is er iemand die me deze kan geven of die weet waar ik dat vinden kan?

Thx

Gebruikersavatar
Berichten: 1.210

Re: dt-regels

heel wat spraakkunst staat in het groene boekje, misschien dat ook.

een regentaat of licentiaat nederlands kan je ook altijd aanspreken.

voor de gewone werkwoorden en de tegenwoordige tijd

ik: infinitief -EN bv werk

jij: infinitief -EN +T bv werkt

hij/zij: infinitief -EN +T bv werkt

wij: infinitief: werken

jullie: infinitief: werken

zij: infinitief: werken

dit geldt voor alle werkwoorden die regelmatig zijn (dus ook diegene met een D erin zoals antwoorden).
If you don't think you can reach the stars, that's fine cause it just leaves more for me to grab.

Berichten: 107

Re: dt-regels

Hallo,

Is er iemand die mij op een makkelijke - zoals bijvoorbeeld het kofschip, waar ik het principe ook niet van weet - manier uitleggen hoe je makkelijk kan zien of er dt, t of d achter een woord moet ?

Alvast bedankt,

Ascension.
This old world still looks the same.

Gebruikersavatar
Berichten: 314

Re: dt-regels

De algemene regel is:

1e pers enk: stam van het werkwoord (werkwoord zonder -en) (bv: ik loop)

2e pers enk en 3e pers enk: stam ww +t (bv: jij loopt, hij loopt)

mv: stam +en (bv: wij lopen, jullie lopen, zij lopen)

Een werkwoord met een stam op een -d eindigt dus in 2e en 3e pers enk op -dt en in 1e pers enk op -d (bv: bieden: ik bied, maar jij biedt, hij biedt).

Als je dus twijfelt, moet je kijken naar de infinitief van het werkwoord en in welke persoon je het werkwoord wilt.

Er is wel een uitzondering:

als de "jij" of "je" na het werkwoord komt, dan valt de t weg (bv: loop je), dus als de stam van het werkwoord op een d eindigt, dan schrijf je gewoon d (bv: bied je).

Bij werkwoorden met een stam die op een -t eindigt, moet je geen extra -t meer schrijven (bv: ik eet, jij eet, hij eet en ook eet jij)

't kofschip wordt gebruikt voor het voltooid deelwoord en de onvoltooid verleden tijd.

De normale regel is:

onvoltooid verleden tijd: enk: stam+de en mv: stam+den

voltooid deelwoord: ge+stam+d

Maar werkwoorden die eindigen op een medeklinker die voorkomt in " 't kofschip x" die krijgen -te of -ten (OVT enk en mv) en -t (VD)

(ik hoop dat ik niets vergeten zeggen ben)

Kijk ook hier eens:

http://nl.wikipedia.org/wiki/D_en_T_in_de_...landse_spelling

http://nl.wikipedia.org/wiki/Smurfenregel

http://nl.wikipedia.org/wiki/%27t_kofschip

Gebruikersavatar
Berichten: 11.085

Re: dt-regels

Wat vaak handig is, is vergelijken met bv. lopen of spelen,...

bv. hij loopt -> hij vermoordt

Voor werkwoorden die in de stam geen "d" hebben, kan "dt" uiteraard niet:

bv. hij betreurt met een -t

Want: vermoorden maar betreuren

Voor voltooide deelwoorden, zoals "het wordt* betreurd", is het handig om ze even in het meervoud te zetten: bv. de betreurde zaken, of de 3e persoon enkelvoud van de verleden tijd te gebruiken: bv. hij betreurde. Zo zie je meteen dat "het wordt betreurt" niet kan (want dan zou het "betreurte" zijn).

*hij loopt -> het wordt

Deze tips hebben bij vrienden van me al eerder hun nut bewezen [rr] Hope it helps...

Berichten: 40

Re: dt-regels

Laat één ding duidelijk zijn, de uitgang dt bestaat niet!! Als men het over dt heeft dan heeft men het over de stam die eindigt op een d en de uitgang die een t is.

1e pers ev: stam

2e pers ev: stam + t

3e pers ev: stam + t

1e pers mv: stam + en

2e pers mv: stam + en

3e pers mv: stam + en


Dit schema gewoon kennen en je kunt de werkworoden in de praesens toepassen.

Gebruikersavatar
Berichten: 11.085

Re: dt-regels

Dat de uitgang -dt eigenlijk stam-d + vervoeging-t is, neemt niet weg dat veel mensen er last mee hebben... Vandaar de geheugensteuntjes en truukjes.

Gebruikersavatar
Berichten: 6.716

Re: dt-regels

I am not young enough to know everything - Oscar Wilde

Berichten: 94

Re: dt-regels

Ik heb altijd al problemen gehad met de Nederlandse spelling. Voornamelijk de welbekende d en dt. Nu ben ik dit de laatste tijd een beetje aan het doornemen en het gaat al stukken beter, maar uit de volgende zinnen kom ik nooit uit:

b.v. De schroeven worden in het hout bevestigd/bevestigt.

Dit zijn altijd zinnen waar de persoonsvorm hetzelfde klinkt als het voltooid deelwoord. Hoe kan ik zelf zien of je bevestigd hier met een d of t schrijft?

En weet iemand een handig boekje waarmee ik mijn Nederlandse grammatica kan bijschaven?
Het leven is een korte periode tussen twee eeuwigheden

Gebruikersavatar
Berichten: 24.578

Re: dt-regels

In deze zin is "bevestigen" niet de persoonsvorm (het is wel: "hij bevestigt"), dat is hier "worden".

Je kan het horen in de verleden tijd ("hij bevestigde") of je kan de regel van 't kofschip toepassen.
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)

Berichten: 1.168

Re: dt-regels

Het beste grammaticaboek, Iceman, lijkt mij voor jou: 'Nederlandse grammatica voor anderstaligen' door A.M. Fontein-A. Pescher-ter Meer. Uitgever Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB), ISBN 90 5517 143, 270 pagina's.

Ik ben overigens van mening dat jouw kennis van de taal vaak ver die van niet-anderstaligen overstijgt op dit forum. Het door mij genoemde boek lijkt mij ook voor die groep aanbevelenswaardig.

Berichten: 8.614

Re: dt-regels

b.v. De schroeven worden in het hout bevestigd/bevestigt.
In deze zin is "bevestigd" het voltooid deelwoord van "bevestigen" en wordt het dus met een -d geschreven. Maar aangezien je blijkbaar een probleem hebt met zo'n fundamentele taalkunde, kunnen we best bij het begin beginnen en de zin ontleden.

Bij dat ontleden zullen we ons beperken tot de werkwoorden, aangezien het probleem bij de werkwoordsspelling ligt. (Aan de andere gebruikers: soms zal ik misschien een beetje oversimplificeren om geen onnodige verwarring te scheppen):

Als je een zin ontleedt, begin je best met het zoeken naar de persoonsvorm. Er bestaan twee makkelijke manieren om de persoonsvorm te vinden:
  • Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat veranderd is de persoonsvorm:

    De schroeven worden in het hout bevestigd. (tegenwoordige tijd)

    De schroeven werden in het hout bevestigd. (verleden tijd)
  • Vorm de zin om tot een vraag waarop je met ja of neen moet antwoorden. Het eerste woord is de persoonsvorm:

    De schroeven worden in het hout bevestigd.

    Worden de schroeven in het hout bevestigd?
Blijkbaar is "worden" dus de persoonsvorm en is "bevestigd" het voltooid deelwoord. De woorden "worden bevestigd" vormen samen het werkwoordelijk gezegde (simpel gezegd is het werkwoordelijk gezegde de verzameling van alle werkwoorden in een zin).

Nu je weet dat "bevestigd" voltooid deelwoord is, kan je de spellingsregels voor het voltooid deelwoord1 toepassen:

Een voltooid deelwoord (van regelmatige werkwoorden) eindigt op een -d indien de verleden tijd op "-de(n)" eindigt en op "-t" als de verleden tijd op "-te(n)" eindigt. We zetten "bevestigen" dus in de verleden tijd en krijgen:

"bevestigden" (die "-d" hoor je ook als je het woord hardop uitspreekt)

Het voltooid deelwoord van "bevestigen" wordt dus met een "-d" geschreven: "bevestigd"

We bekijken nu even een andere zin:

Hij bevestigt de schroeven in het hout.

We gaan opnieuw op zoek naar de persoonsvorm (met één van bovenstaande hulpmiddelen) en vinden dat "bevestigt" de persoonsvorm is. Nu we dat hebben bepaald gaan we aan de slag met de spellingsregels voor werkwoordsspelling. "Bevestigt" is onvoltooid tegenwoordige tijd, en de algemene regel2 zegt dat die gevormd wordt door "stam + "-t"". We nemen dus de stam van "bevestigen" ("bevestig") en plakken daar een "-t" aan vast: "bevestigt".

1 Zie ook het ezelsbruggetje 't kofschip.

2 Op deze "algemene regel" bestaan twee uitzonderingen:
  • Werkwoorden die een stam hebben die eindigt op "-t" zoals "eten". Daar vervalt de "-t". Zo is het bijvoorbeeld niet *"hij eett", maar "hij eet";
  • De onregelmatige werkwoorden, waaronder "mogen". Zo is het bijvoorbeeld niet *"hij moogt", maar "hij mag".
PS: Nog even over je topictitel. De vorm *"bevint" is uitgesloten. De onvoltooid tegenwoordige tijd van "bevinden" wordt namelijk gevormd met de stam ("bevind") + "-t" = "bevindt". Werkwoorden die een stam hebben die eindigt op een "-d", hebben dus een onvoltooid tegenwoordige tijd die eindigt op "-dt".

EDIT: Ik zie dat TD en de grijze muis je al op weg hebben geholpen terwijl ik mijn post schreef.
Geloof niet alles wat je leest.


Heb jij verstand van PHP? Word Technicus en help mee om Wetenschapsforum nog beter te maken!

Gebruikersavatar
Pluimdrager
Berichten: 7.933

Re: dt-regels

Eigenlijk zijn de regels voor -d -t of -dt aan het eind van een werkwoordsvorm heel simpel.

Neem als referentie het werkwoord werken. Haal -en er af en je hebt de z.g. stam. Dan geldt voor de tegenwoordige tijd: stam + t, dus als volgt:

ik werk

jij werkt

hij werkt

Als je de jij-vorm omkeert valt de t weg, dus: jij werkt, werk jij?

Precies zo gaat het met bevinden, haal -en er af en je hebt de stam bevind.

Dan krijg je:

ik bevind

jij bevindt

hij bevindt

Bij omkering van de jij-vorm valt weer de t weg: jij bevindt, bevind jij?

Voltooid deelwoord: hier hangt de uitgang af van de verleden tijd.

dus: ik werkte, ik heb gewerkt

maar: ik bevestigde, ik heb bevestigd.

Dit is standaard kennis van de basisschool, maar het kan zijn dat je toen andere dingen interessanter vond. :D

Berichten: 94

Re: dt-regels

Jullie zijn helemaal geweldig! Het is me nu helemaal duidelijk. Vooral de uitleg van klintersaas heeft me veel geholpen! Ook zal ik het boekje wat grijze muis mij aanraadde bestellen! Merci.
Het leven is een korte periode tussen twee eeuwigheden

Gebruikersavatar
Pluimdrager
Berichten: 7.933

Re: dt-regels

Maar blijkbaar is het moeilijk om het altijd vol te houden.
Het werkwoord dat veranderd is de persoonsvorm.....

Reageer