beste mensen
wij zijn bezig met ons pws. Ons onderwerp is kristalliseren maar nu willen we weten waarom is nikkelnitraat groen welke verklaring zit hier achter alvast bedankt.
Laatste berichten
-
15:28
Vraag 2009 Juli Vraag 5 5
-
12:51
positie 2
-
10:44
Schroefdraad berekening 8
-
00:15
[scheikunde] Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren? 9
-
21:15
Weerfrustratie 9
-
18:08
geen minkowski-ruimte toch? Doe ik dit nou fout? 15
-
23 apr
do-re-mi-fa-so vliegtuigen 7
-
23 apr
Kunnen quantum Zonnecellen 190% quantum efficiënt zijn 3
-
23 apr
De Euro Nederlandse 100 qubit computer komt eraan
-
23 apr
projectiel 8
-
23 apr
Verschil tussen deze 2 vragen 5
-
23 apr
[scheikunde] berekeningen labo vitamine c bepaling 1
-
22 apr
[wiskunde] rode en witte ballen verdelen 8
-
22 apr
Rotatie van het heelal 41
-
22 apr
Muntje opgooien 14
-
21 apr
Reactiviteit silyl enol ethers 1
-
21 apr
Criterium voor vochtretentie
-
21 apr
speciale rel. theorie 5
-
21 apr
Vogels in de stad zijn goede klussers
-
21 apr
Ervaringen met "herontdekkingen" 15
Nieuwsberichten
-
04 mar
Een nieuw soort magnetisme: altermagnetisme
-
31 okt
AI kan via stem diabetes vaststellen 11
-
21 okt
Einstein krijgt wéér gelijk 45
-
07 feb
witter dan wit 20
-
19 jun
irrigatie en de aardas
Nikkelnitraat
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 10.563
Re: Nikkelnitraat
Dit onderwerp past beter in het huiswerkforum en is daarom verplaatst.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum
-
- Berichten: 3.963
Re: Nikkelnitraat
Dag Enko,
Als we kijken naar de elektronen configuratie van Ni zien we het volgende:
Ni: [Ar] 3d8 4s2
Op de 3d schil zitten maar 8 elektronen.
De oorzaak van de groenblauwe kleur is het gevolg van een d-d transitie. Hier een 3d natuurlijk.
Verklaring: Men kan de 3d schil nog eens onderverdelen in 2 verschillende subniveaus met een verschillende energie inhoud (zoals te zien in de figuur). Namelijk het t2g met een lagere energie en het eg subniveau met een hogere energie.
Het is mogelijk dat iets (bijv. een lichtstraal) voldoende energie kan leveren aan een van de elektronen van het t2g niveau en zodanig een elektron kan promoveren naar het eg subniveau. De energie nodig om een elektron te promoveren is natuurlijk afhankelijk van de opsplitsingsenergie ∆0 (hoe groter het 'gat' tussen de twee niveaus hoe meer energie nodig zal zijn, en dus hoe groter h.µ zal moeten zijn).
Belangrijk is ook dat de kleur die wij zien de complementaire kleur is die door de stof wordt geabsorbeerd. Je kan dit makkelijk zien in de kleurencirkel.
Aanschouw het volgend voorbeeld.
We zien een stof met een rode kleur, dan is de complementaire kleur (de kleur die de stof absorbeert) geel of groenachtig.
In jouw geval zien we dus een blauw groene kleur. De complementaire kleur is dus ongv. oranjerood. Dit wil zeggen dat licht met een golflengte die overeenstemt met oranjerood voldoende energie bezit om een elektron van het t2g subniveau te promoveren naar het eg subniveau.
Merk op: een d-d transitie zoals hier beschreven kan enkel maar de kleur verklaren indien de d-schil niet volledig ingenomen is of niet volledig leeg is!
Hopelijk was deze uitleg ongeveer duidelijk en ben je er wat mee...indien er toch een probleem zou zijn laat het gerust weten!
Mvg
Kravitz
Als we kijken naar de elektronen configuratie van Ni zien we het volgende:
Ni: [Ar] 3d8 4s2
Op de 3d schil zitten maar 8 elektronen.
De oorzaak van de groenblauwe kleur is het gevolg van een d-d transitie. Hier een 3d natuurlijk.
Verklaring: Men kan de 3d schil nog eens onderverdelen in 2 verschillende subniveaus met een verschillende energie inhoud (zoals te zien in de figuur). Namelijk het t2g met een lagere energie en het eg subniveau met een hogere energie.
Het is mogelijk dat iets (bijv. een lichtstraal) voldoende energie kan leveren aan een van de elektronen van het t2g niveau en zodanig een elektron kan promoveren naar het eg subniveau. De energie nodig om een elektron te promoveren is natuurlijk afhankelijk van de opsplitsingsenergie ∆0 (hoe groter het 'gat' tussen de twee niveaus hoe meer energie nodig zal zijn, en dus hoe groter h.µ zal moeten zijn).
Belangrijk is ook dat de kleur die wij zien de complementaire kleur is die door de stof wordt geabsorbeerd. Je kan dit makkelijk zien in de kleurencirkel.
Aanschouw het volgend voorbeeld.
We zien een stof met een rode kleur, dan is de complementaire kleur (de kleur die de stof absorbeert) geel of groenachtig.
In jouw geval zien we dus een blauw groene kleur. De complementaire kleur is dus ongv. oranjerood. Dit wil zeggen dat licht met een golflengte die overeenstemt met oranjerood voldoende energie bezit om een elektron van het t2g subniveau te promoveren naar het eg subniveau.
Merk op: een d-d transitie zoals hier beschreven kan enkel maar de kleur verklaren indien de d-schil niet volledig ingenomen is of niet volledig leeg is!
Hopelijk was deze uitleg ongeveer duidelijk en ben je er wat mee...indien er toch een probleem zou zijn laat het gerust weten!
Mvg
Kravitz
- Bijlagen
-
- d_d_transitie.JPG (12.82 KiB) 141 keer bekeken
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
