Onderstaande som krijg ik niet uit. Ik loop eigenlijk al bij het begin vast. Wie helpt?!
De som:
</dd>2) Een groothandel in meststoffen heeft 3 soorten tuinmest:Er komt nu een bestelling van 1000 kg mest dat een stikstofgehalte van 15% moet hebben. Men mengt daarom de 3 soorten meststof met elkaar. Omwille van de voorraad wil men van soort C tweemaal zoveel gebruiken als van soort A. Hoeveel kg van soort B gebruikt men dan in die mengeling?
- Een eerste soort A met 5 % stikstof, waarvan er nog 4000 kg voorradig is;
- Een tweede soort B met 10 % stikstof, waarvan er nog 1500 kg voorradig is;
- Een derde soort C met 20 % stikstof, waarvan er nog 8000 kg voorradig is.
- 0
- 100
- 150
- 200
Verborgen inhoud
Zover ben ik al:
A+B+C=1000,immers: alle drie de soorten tezamen moet 1000 kg wegen
C=2A, wij wensen immers van C twee keer zoveel als van A te gebruiken
En dan nu?
Mijn eerste idee:
Alles zo te herschrijven dat de onbekenden uiteindelijk als het ware 'wegvallen' (excuses voor de ietwat kromme formulering). Het probleem is wel dat dat niet echt lukt. (Ik ben maar wat aan het knoeien...)
Wie wil me op weg helpen?
Bij voorbaat hartstikke bedankt!
Hartelijke groetjes, Fons