Koolstofchemie
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
- Berichten: 87
Koolstofchemie
Hallo,
Ik ben nu bezig met scheikunde koolstofchemie II
a) geef in de molecuulformule de (mono)substitutiereactie weer tussen broom en methylbutaan
je hebt dan de reactie: Br2 + C5H12 -> HBr + C5H11Br
b) Geef de naam en structuurformule van alle (monobroom)reactieproducten.
en dan c) Voorspel in welke verhouding de reactieproducten worden gevormd, aangenomen dat elk waterstofatoom een gelijke kans heeft om gesubstitueerd te worden.
Hoe voorspel je zoiets?
Mij lukt het namelijk niet..
Bedankt!
Ik ben nu bezig met scheikunde koolstofchemie II
a) geef in de molecuulformule de (mono)substitutiereactie weer tussen broom en methylbutaan
je hebt dan de reactie: Br2 + C5H12 -> HBr + C5H11Br
b) Geef de naam en structuurformule van alle (monobroom)reactieproducten.
en dan c) Voorspel in welke verhouding de reactieproducten worden gevormd, aangenomen dat elk waterstofatoom een gelijke kans heeft om gesubstitueerd te worden.
Hoe voorspel je zoiets?
Mij lukt het namelijk niet..
Bedankt!
- Berichten: 10.561
Re: Koolstofchemie
Je hebt 12 H-atomen in je molecuul. Die hebben allemaal een gelijke kans om vervangen te worden door een broomatoom. Daarbij ontstaan dus ook 12 mogelijke uitkomsten. Stel nu dat 2 uitkomsten op dezelfde stof neerkomen. Dan heeft die stof een 2 keer zo grote kans om gevormd te worden dan een stof die maar op 1 manier kan ontstaan.en dan c) Voorspel in welke verhouding de reactieproducten worden gevormd, aangenomen dat elk waterstofatoom een gelijke kans heeft om gesubstitueerd te worden.
Je moet dus de mogelijke uitkomsten onderverdelen in groepen met dezelfde structuurformule, en dan tellen.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum
- Berichten: 87
Re: Koolstofchemie
Ohhh!!! Wat simpel! Hartstikke bedankt!Marko schreef:Je hebt 12 H-atomen in je molecuul. Die hebben allemaal een gelijke kans om vervangen te worden door een broomatoom. Daarbij ontstaan dus ook 12 mogelijke uitkomsten. Stel nu dat 2 uitkomsten op dezelfde stof neerkomen. Dan heeft die stof een 2 keer zo grote kans om gevormd te worden dan een stof die maar op 1 manier kan ontstaan.
Je moet dus de mogelijke uitkomsten onderverdelen in groepen met dezelfde structuurformule, en dan tellen.