Wetenschapsforum

Ik moet voor school een PO doen over een titratie met bleekloog.

De proef is al volgt:

Chloor kan reageren met jodide-ionen, waarbij jood ontstaat. Bepaling van de joodconcentratie met natriumthiosulfaat geeft een maat voor het oorspronkelijk chloorgehalte.

Bleekwater is een oplossing van natriumhypochloriet (NaClO) en natriumchloride (NaCl). Het aktieve bestanddeel hierbij is het hypochlorietion (ClO-(aq)). Dit ion is een oxidator en reageert met kleurstoffen, waarbij deze hun kleur verliezen. De ‘sterkte’ van bleekwater wordt bepaald door de hoeveelheid werkzaam chloor (ook wel aktief chloor genoemd) te meten. Het werkzaam chloor wordt gedefinieerd, als de hoeveelheid chloor dat als gas vrij komt, na toevoeging van een overmaat zuur:

OX 2H⁺ + 2e^- + ClO^- -> Cl^- + H2O

RED 2Cl^- -> Cl2 + 2e^-

_____________________________________

REDOX 2H+ + ClO- + Cl- -> Cl2 + H2O

Tweede reactie

RED 2I- -> I2 + 2e-

OX Cl2 + 2e- -> 2Cl-

_____________________________________

REDOX 2I- + Cl2 -> I2 + 2Cl-



Derde Reactie

OX I2 + 2e- -> 2I-

RED 2S₂O₃^2- -> S₄O₆^2- + 2e-

______________________________________

REDOX I2 + 2S₂O₃^2- -> 2I- + S₄O₆^2-

Uitvoering:

Breng met behulp van een injectiespuit ongeveer 8,5 gram bleekloog in een maatkolf van 250 ml. Vul het water aan t/m de ijkstreep. Pipetteer 25 ml in een erlenemeyer van 200 ml met een stop. Voeg geringen overmaat 1 Molair kaliumjodide toe. bereken zelf hoeveel ml je hiervan moet toevoegen.

Voeg 5 ml 1M zwavelzuur toe en sluit de erlenemyer direct af. Titreer dan moet 0,1 M thiosulfaatoplossing tot de kelur lichtgeel is geworden. Voeg dan nog een scheutje stijfseloplossing toe en titreer tot de oplossing kleurloos is geworden.

Ik moet dus berekenen wat het massapercentage werkzaam chloorgehalte in bleekloog is. De onderstreepte zin heb ik op deze manier berekent:

4 % van de chloor deeltjes zijn maar actief. Je hebt 8,5 gram bleekloog opgelost in 250 ml demiwater. Daarvan pipetteer je 1/10, dus 25 ml. Omdat het bleekloog homogeen is opgelost kun je ervan uitgaan dat er in de 25 ml 0,85 gram bleekloog zit. Daarvan is van de chloor maar 4% actief, dus 0,04.0,85 = 0,34 gram Cl2.

Vervolgens ga je met behulp van de relatieve atoommassa’s en reactiesvergelijkingen de minimale hoeveelheid kaliumjodide bepalen.

0,34 gram Cl2 Δ 4,795.10^-4 mol Cl2

Verhouding Cl2 tot 2I is 1:2, dus 2.4,795.10^-4 = 9,59.10^-4 mol I2

9,59.10^-4 mol 2I Δ 0,24 gram kaliumjodide (hier ben ik overigens niet zeker van)

Daarna ben ik de proef gaan doen. Mijn verbruik thiosulfaatoplossing was gemiddeld 13,2 ml.

Daarna ben ik gaan rekenen, maar ik kom op hele vreemde antwoorden uit;



12,3 ml thiosulfaat omgerekend naar mol:

1 mol = 112,12 gram

0,1 mol= 1000 ml

0,00123 mol = 12,3 ml

0,00123 mol thio / 2 (molverhouding) = 6.15.10^-4 mol CL2.

Omgerekend naar gram is dit 0,043 gram :eusa_whistle:

Ziet iemand wat ik hier verkeerd doe ?