Anusthesist heeft gelijk. Het is niet zo dat de wetenschap zomaar een stelling aanneemt, tot ze bewijzen heeft dat ze verkeerd is. Dit heeft betrekking op het
empirisme:
Een belangrijke plaats in de wetenschapsfilosofie wordt ingenomen door het empirisme, ofwel de opvatting dat kennis is afgeleid van hoe de wereld ervaren wordt. Wetenschappelijke uitspraken zijn onderworpen aan en afgeleid van onze ervaring of waarnemingen. Wetenschappelijke theorieën worden ontwikkeld en getoetst door experimenten en waarnemingen, via empirische methoden. Zodra deze waarnemingen in voldoende mate herhaalbaar blijken, geldt deze informatie als wetenschappelijk bewijs, waar de wetenschappelijke gemeenschap zijn verklaringen voor de werking der dingen op baseert.
uit:
Wikipedia
Waar hier vermoedelijk wél naar verwezen wordt, is het principe van
falsificatie (een principe afkomstig van Karl Popper):
Falsifieerbaarheid is een eigenschap van een wetenschappelijke of andere theorie, indien er criteria kunnen worden aangegeven op grond waarvan de theorie zou moeten worden verworpen. Het falsificationisme is een wetenschapstheorie, bedacht door Karl Popper waarin falsificatie centraal staat.
...
Falsificationisme is een wetenschapstheorie, bedacht door Karl Popper waarin falsificatie centraal staat. Volgens het falsificationisme van Popper is een wetenschappelijke theorie gedoemd om een hypothese te blijven totdat ze weerlegd wordt. Door de falsifieerbaarheid van een theorie, kunnen we spreken van een wetenschappelijke theorie juist omdat ze open staat voor weerleggingspogingen. Eén bewijs dat een theorie kan weerleggen is veel significanter dan duizend voorbeelden waarbij de theorie klopt. Dientengevolge zijn volgens Popper allerlei theorieën onwetenschappelijk, omdat ze niet te weerleggen zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor veel religieuze theorieën.
uit:
Wikipedia
Sinds wanneer is dit zo?
In 1928, he earned a doctorate in Philosophy, and then from 1930 to 1936 taught secondary school. Popper published his first book, Logik der Forschung (The Logic of Scientific Discovery), in 1934. Here, he criticised psychologism, naturalism, inductionism, and logical positivism, and put forth his theory of potential falsifiability as the criterion demarcating science from non-science.
uit:
Wikipedia
Echter, zoals je ook kan lezen onder het kopje 'kritieken' van
Wikipedia, wordt het principe van 'falsificeerbaarheid' van een hypothese ook in de wetenschap niet steeds gevolgd:
...Zo zou in het bovenstaande voorbeeld over zwaartekracht een experiment waarbij een steen blijft zweven er nooit toe leiden dat de theorie van de zwaartekracht als weerlegd wordt beschouwd. De wetenschapper die het experiment uitvoert zal niet concluderen dat, aangezien de steen blijft zweven, de zwaartekrachttheorie onjuist is en zich afvragen waarom stenen in andere situaties dan wel terugvallen. Hij zal er in tegendeel juist alles aan doen om te verklaren waarom de steen in de specifieke situatie van het experiment niet terugvalt, en zo proberen de zwaartekrachttheorie te behouden....
Dido
Ik ben niet jong genoeg om alles te weten...
-Oscar Wilde-