Ik had ene vraagje over dimensies over vectorruimten. Iedereen weet dat de dimensie van een vectorruimte het aantal vectoren zijn in de basis, maar hoe vind je de basis als er ene voorwaarde er aan vast hangt? Eeen paar voorbeeldjes:
-
Dus die {(1,0,1),(0,1,0)} is een basis en de x,y zijn de coordinaten? En de dimensie is dus twee? Ik denk dat het zo is. Juist?Een vector (x,y,z) zit in (de eerste) W als x = z, dus als de vector van de vorm (x,y,x) is waarbij x en y willekeurige reële getallen zijn. Ik herschrijf (x,y,x) = x(1,0,1)+y(0,1,0). Helpt dit je al verder? Denk nu aan een basis...
Dat is een mogelijke basis (een basis is niet uniek, het aantal elementen in die basis is wel onafhankelijk van de gekozen basis); de dimensie is dus 2.Dus die {(1,0,1),(0,1,0)} is een basis en de x,y zijn de coordinaten? En de dimensie is dus twee? Ik denk dat het zo is. Juist?
Dat kan niet; deze 'basisvectoren' zitten niet eens in W...!VegTo91 schreef:Voor de volgende oefening kom ik als basis:
{(1,0,0),(0,1,0),(0,0,1)} en dus dim W = 3
Sry, ik had niet meer naar de voorwaarde gekeken, dom van me.TD schreef:Dat is een mogelijke basis (een basis is niet uniek, het aantal elementen in die basis is wel onafhankelijk van de gekozen basis); de dimensie is dus 2.
Dat kan niet; deze 'basisvectoren' zitten niet eens in W...!