Goniometrische vergelijkingen
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 22
Goniometrische vergelijkingen
Hallo,
Ik zit in VWO 4 en heb twee (soortgelijke) problemen met wiskunde B, betreffende goniometrische vergelijkingen.
1. De opgave is:
2 cos(x-1/3pi) = 1
Ik dacht:
2 cos(x-1/3pi) = 1
cos(x-1/3pi) = 1/2
x-1/3pi = 1/3pi + k * 2pi of x-1/3pi = 4/3pi + k * 2pi
x = 2/3pi + k * 2pi of x = 5/3pi + k * 2pi
Het eerste antwoordt klopt, maar het tweede antwoordt moet zijn: x = k * 2pi
(ze gaan uit van -1/3 i.p.v. 4/3 wat ik doe, maar die 4/3 het ik afgelezen van de eenheidscirkel).
Waarom is mijn antwoordt fout en moet er -1/3 worden gebruikt?
2. De opgave is:
2 sin(2x - 1/4pi) = -[wortel]3
Ik dacht:
sin(2x - 1/4pi) = -1/2[wortel]3
2x - 1/4pi = 4/3pi + k * 2pi of 2x - 1/4pi = 5/3pi + k * 2pi
Waarom moet dat geen 5/3 zijn (afgelezen van de eenheidscirkel), maar - 1/3?
Alvast bedankt
p.s. Het 'pi' teken is misschien wat onbegrijpelijk, ik heb het met de 'speciale tekens' geprobeerd, maar dat werkte niet.
Ik zit in VWO 4 en heb twee (soortgelijke) problemen met wiskunde B, betreffende goniometrische vergelijkingen.
1. De opgave is:
2 cos(x-1/3pi) = 1
Ik dacht:
2 cos(x-1/3pi) = 1
cos(x-1/3pi) = 1/2
x-1/3pi = 1/3pi + k * 2pi of x-1/3pi = 4/3pi + k * 2pi
x = 2/3pi + k * 2pi of x = 5/3pi + k * 2pi
Het eerste antwoordt klopt, maar het tweede antwoordt moet zijn: x = k * 2pi
(ze gaan uit van -1/3 i.p.v. 4/3 wat ik doe, maar die 4/3 het ik afgelezen van de eenheidscirkel).
Waarom is mijn antwoordt fout en moet er -1/3 worden gebruikt?
2. De opgave is:
2 sin(2x - 1/4pi) = -[wortel]3
Ik dacht:
sin(2x - 1/4pi) = -1/2[wortel]3
2x - 1/4pi = 4/3pi + k * 2pi of 2x - 1/4pi = 5/3pi + k * 2pi
Waarom moet dat geen 5/3 zijn (afgelezen van de eenheidscirkel), maar - 1/3?
Alvast bedankt
p.s. Het 'pi' teken is misschien wat onbegrijpelijk, ik heb het met de 'speciale tekens' geprobeerd, maar dat werkte niet.
Rewards and punishments are the lowest form of education.
- Pluimdrager
- Berichten: 10.058
Re: Goniometrische vergelijkingen
cos(x)=cos(a) => x=a+k*2pi en x=-a+k*2pi
sin(x)=sin(a) => x=a+k*2pi en x=pi-a+k*2pi
Dit moet je weten.
sin(x)=sin(a) => x=a+k*2pi en x=pi-a+k*2pi
Dit moet je weten.
- Berichten: 24.578
Re: Goniometrische vergelijkingen
1) Tegengestelde hoeken hebben gelijke cosinus, dus x-1/3pi is gelijk aan pi/3 (+ veelvouden), of aan -pi/3 (+ veelvouden).
2) Voor welke hoek is de sinus gelijk aan -sqrt(3)/2? Supplementaire hoeken hebben gelijke sinussen.
2) Voor welke hoek is de sinus gelijk aan -sqrt(3)/2? Supplementaire hoeken hebben gelijke sinussen.
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)
-
- Berichten: 22
Re: Goniometrische vergelijkingen
Dus als het eerste antwoord bijvoorbeeld 1/3 is, dan is het tweede antwoord pi - 1/3 = -1/3 pi?
En dat is dan in elk geval zo?
Bedankt!
En dat is dan in elk geval zo?
Bedankt!
Rewards and punishments are the lowest form of education.
- Pluimdrager
- Berichten: 10.058
Re: Goniometrische vergelijkingen
Wat staat hier? Meen je dat? Verklaar dat dan eens.Dus als het eerste antwoord bijvoorbeeld 1/3 is, dan is het tweede antwoord pi - 1/3 = -1/3 pi?
Maak iig die opgaven nog eens.
- Berichten: 24.578
Re: Goniometrische vergelijkingen
Kijk eens op een goniometrische cirkel: twee tegengestelde hoeken (gespiegeld t.o.v. de x-as) hebben dezelfde cosinus; twee supplementaire hoeken (samen pi of 180°, gespiegeld t.o.v. de y-as) hebben dezelfde sinus. Zie je dat?Dus als het eerste antwoord bijvoorbeeld 1/3 is, dan is het tweede antwoord pi - 1/3 = -1/3 pi?
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)