Wetenschapsforum

Twee identieke luidsprekers worden aangedreven door dezelfde oscillator met een frequentie van 200 Hz. De luidsprekers hangen aan een verticale paal op een afstand van 4.00 m van elkaar. Een man wandelt recht naar de laagst geplaatste luidspreker in een richting loodrecht op de paal, zoals afgebeeld in de figuur. De geluidssnelheid mag gelijk aan 330 m/s worden ondersteld, geluidsreflecties door de vloer mogen worden verwaarloosd en de oren van de waarnemer bevinden zich op dezelfde hoogte als de laagst geplaatste luidspreker.

a) Hoeveel keer zal deze man een minimum in geluidsintensiteit horen? (2 keer)

b) Op welke afstand van de paal bevindt de man zich op deze momenten? (1.99 m en 9.28 m)

Wel ik denk dat beide vragen vrijwel bij elkaar horen, maar ik weet niet hoe het minimum te bepalen...

Is het bovendien niet nodig om de te weten vanwaar de man begint te wandelen?

Wel ik denk dat beide vragen vrijwel bij elkaar horen, maar ik weet niet hoe het minimum te bepalen...

Bovenste luidspreker noemen we B, onderste O, en man M

als BM een halve golflengte verschilt van OM zullen beide signalen elkaar volledig uitdoven (volledige destructieve interferentie) op punt M. Dus bereken de golflengte van dat signaal en begin wat te pythagorassen.......

Is het bovendien niet nodig om de te weten vanwaar de man begint te wandelen?

Daar kom je al pythagorassend vanzelf achter denk ik . Vergeet vooral niet schetsen te maken erbij.

Ik kom op d₁ is afstand tot paal en k=0,1,2,...

Ik kom op

\(\sqrt{16-d_1^2}-d_1=(2k+1)\lambda/2\)

\(\lambda/2=33/20\)

d₁ is afstand tot paal en k=0,1,2,...

Maar in dat geval zou er toch meer dan 2 keer een minimum gehoord worden?

Jan van de Velde schreef:Bovenste luidspreker noemen we B, onderste O, en man M

als BM een halve golflengte verschilt van OM zullen beide signalen elkaar volledig uitdoven (volledige destructieve interferentie) op punt M. Dus bereken de golflengte van dat signaal en begin wat te pythagorassen.......

Daar kom je al pythagorassend vanzelf achter denk ik . Vergeet vooral niet schetsen te maken erbij.

v=Golflengte*frequentie=>golflengte=v/f=1.65

Pythagoras: BM=wortel(16+d²)

OM=d

=> BM-OM=k*lamba/2=k*v/2f (k=oneven)

=>wortel(16+d²)-d=k*v/2f (ik zie niet in hoe kotje aan 16-d² komt en bovendien is lamba/2=33/40 bij mij...)

Ja, mijn vergelijking komt uit...

k=1 of k=3, want anders is d negatief...

En dan gewoon 1 en 3 invullen en ik kom de juiste waarden uit.

Bedankt iedereen!