De formule die jullie opgesteld hebben, gaat er van uit dat er na 1 uur Cl water gezuiverd wordt, dat de pomp dan een uur stil staat, dan op t=2h de pomp weer Cl water zuivert, op t=3h weer,...
Dus de formule die je hebt opgesteld, stelt dat er tussen de uren niets gebeurt.
Dit is geldig bv voor rente die na elk jaar berekend wordt, maar volgens mij niet voor continue processen.
Wat je hier moet doen is een differentiaalvergelijking opstellen:
\(\frac{dC}{dt}=-\frac{Cl\cdot C}{V}\)
Misschien kan een voorbeeldje helpen.
Stel dat de pompsnelheid zo is dat de concentratie elk uur halveert.
Het is eenvoudig om in te zien dat
\(C(t)=C_02^{-t}=e^{-ln(2)t}\)
.
Stel je nu een formule op op dezelfde manier als die van jullie:
\(x(t)=x_0(1-k)^t=x_0(1-0.5)^t\)
Je ziet dus dat de snelheid die je in de tweede formule moet invullen (=0.5), niet gelijk is aan de snelheid in de eerste formule (=ln(2))
De pompsnelheid die je nodig hebt voor een continu proces, is niet dezelfde als die voor een discreet proces.
Dit is ook te verduidelijken als volgt: Stel je hebt een discreet proces; elke uur wordt de helft van het water gezuiverd:
Stel je hebt nu hetzelfde proces, maar je zuivert nu elk half uur een kwart van het water:
Je ziet dus, dat hoewel de zuiversnelheid nog steeds de helft per uur is, er toch een verschil optreedt. Als je steeds kleinere tijdstappen neemt, zul je dus een betere benadering krijgen van de werkelijkheid.
Dit is eenvoudig te verklaren: Als je in een discreet proces 1000 liter zuivert, dan heb je C_0*1000l gezuiverd.
Maar als je dit in een continu proces doet, dan neemt de concentratie voortdurend af, met andere woorden in het tweede half uur zuiver je minder dan in het eerste half uur. Hetzelfde voor de tweede minuut in vergelijking met de eerste minuut.
Wil je in dit continu proces evenveel zuiveren als in het discrete, dan zul je meer moeten pompen dan 1000l/h.