Ik snap niet goed hoe ik de hoekversnelling uit zou kunnen rekenen. Ik had het namelijk als volgt gedaan:
Hoeksnelheid
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 108
Hoeksnelheid
Zie vraagstuk 105 + mijn gekozen assenstelsel.
Ik snap niet goed hoe ik de hoekversnelling uit zou kunnen rekenen. Ik had het namelijk als volgt gedaan:
Ik snap niet goed hoe ik de hoekversnelling uit zou kunnen rekenen. Ik had het namelijk als volgt gedaan:
\(v_A = \omega x r_B_/_A\)
\(-3 i = \omega k x (-8cos30 i - 8 sin 30 j)\)
\(-3 i = 4\omega i - 6.93\omega j\)
En dan krijg je dus heb probleem dat het niet gelijk is, want of:\(0 = -6.93\omega j\)
\(\omega = 0 rad/s\)
Of\(-3 i= 4\omega i\)
\(\omega = -0.75 rad/s\)
Wat doe ik fout?- Bijlagen
-
- assenstelsel.GIF (1.48 KiB) 349 keer bekeken
-
- 105.GIF (17.53 KiB) 349 keer bekeken
-
- Berichten: 108
Re: Hoeksnelheid
Nee, want die kan ik pas berekenen als ik de hoeksnelheid heb met de formule:
\(a_B = a_A + \alpha * r_B_/_A - \omega^2*r_B_/_A\)
Daarvoor heb ik dus de hoeksnelheid nodigRe: Hoeksnelheid
Ik niet, want ik werk gewoon met Pythagoras. Ik stel gewoon
Je kan ook nog de snelheid in A ontbinden in een richting langs de ladder en loodrecht erop, dan eisen dat de snelheid langs de ladder in A en B gelijk moet zijn, en dan de snelheid in B met goniometrie bepalen. Zeg maar wat je wilt?
\(8^2=h_B^2+x_A^2\)
en daarmee bepaal ik de afgeleide van hb naar de tijd.Je kan ook nog de snelheid in A ontbinden in een richting langs de ladder en loodrecht erop, dan eisen dat de snelheid langs de ladder in A en B gelijk moet zijn, en dan de snelheid in B met goniometrie bepalen. Zeg maar wat je wilt?
Re: Hoeksnelheid
Zoals u wilt.
Als de hor snelheid bij A 3 m/s is, hoe groot is dan de snelheid V in de richting van de ladder?
Als die snelheid V gelijk moet zijn in A en B, hoe groot moet dan de totale snelheid in B zijn (gericht langs de muur) om in de richting van de ladder een component gelijk aan V te hebben?
Als de hor snelheid bij A 3 m/s is, hoe groot is dan de snelheid V in de richting van de ladder?
Als die snelheid V gelijk moet zijn in A en B, hoe groot moet dan de totale snelheid in B zijn (gericht langs de muur) om in de richting van de ladder een component gelijk aan V te hebben?
-
- Berichten: 1.116
Re: Hoeksnelheid
De eerste vraag lijkt mij dit:
We hebben nu een driehoek waarvan we weten hoe snel de zijden veranderen. Hoek BAC is gelijk aan:
Hier dan twee keer de afgeleide van is de hoeksnelheid. Al vermoed ik dat er een makkelijkere manier is waarbij je gewoon de versnellingen in A en B kunt gebruiken.
\(x_A(0) = ...\)
\(a_A(t) = 2\)
\(v_A(t) = v_A(0) + \int a_A(t)\,\mbox{d}t = 3 + 2t\)
\(x_A(t) = x_A(0) + \int v_A(t)\,\mbox{d}t\)
\(h_B(t) = \sqrt{8² - x_A(t)²}\)
\(v_B(t) = h_B'(t)\)
\(a_B(t) = v_B'(t) = h_B''(t)\)
We hebben nu een driehoek waarvan we weten hoe snel de zijden veranderen. Hoek BAC is gelijk aan:
\(\angle BAC = \arctan\left(\frac{[BC]}{[AC]}\right) = \arctan\left(\frac{h_B(t)}{x_A(t)}\right)\)
Hier dan twee keer de afgeleide van is de hoeksnelheid. Al vermoed ik dat er een makkelijkere manier is waarbij je gewoon de versnellingen in A en B kunt gebruiken.
Re: Hoeksnelheid
Een DV opstellen en oplossen hoeft alleen als je voor een langere periode de versnelling moet berekenen. Als het gaat om één bepaalde toestand (hoek) hoeft dat niet. Je kan met mijn methode zien dat de snelheid bij B 3.wortel(3) moet zijn. Voor de versnelling geldt dezelfde verhouding als voor de snelheid, dus wordt het 2.wortel(2) m/s^2.
De hoekversnelling bereken je uit deze waarden. De versnellingen in A en B hebben een component loodrecht op de ladder. Het verschil van die twee gedeeld door de lengte van de ladder is de hoekversnelling.
Reken even de andere kant op: als een staaf met lengte d geen hoekversnelling heeft maar het zwaartepunt heeft wel een versnelling van a m/s2 loodrecht op de lengte, dan hebben beide einden een versnelling van a m/s2.
Heeft de staaf geen versnelling maar wel een hoekversnelling dw/dt dan hebben de uiteinden een versnelling van plus resp. min d/2 . dw/dt.
Treden beide op, dan worden de versnellingen a1=a+d/2.dw/dt en a2=a-d/2.dw/dt. Hieruit vindt men dw/dt met
dw/dt= (a1-a2)/d.
Leuk detail is dat de versnelling van het zwaartepunt volgt uit het gemiddelde van de twee (a=(a1+a2)/2), maar dat wordt hier niet gevraagd.
De hoekversnelling bereken je uit deze waarden. De versnellingen in A en B hebben een component loodrecht op de ladder. Het verschil van die twee gedeeld door de lengte van de ladder is de hoekversnelling.
Reken even de andere kant op: als een staaf met lengte d geen hoekversnelling heeft maar het zwaartepunt heeft wel een versnelling van a m/s2 loodrecht op de lengte, dan hebben beide einden een versnelling van a m/s2.
Heeft de staaf geen versnelling maar wel een hoekversnelling dw/dt dan hebben de uiteinden een versnelling van plus resp. min d/2 . dw/dt.
Treden beide op, dan worden de versnellingen a1=a+d/2.dw/dt en a2=a-d/2.dw/dt. Hieruit vindt men dw/dt met
dw/dt= (a1-a2)/d.
Leuk detail is dat de versnelling van het zwaartepunt volgt uit het gemiddelde van de twee (a=(a1+a2)/2), maar dat wordt hier niet gevraagd.
Re: Hoeksnelheid
Afgezien van de schrijffout in de versnelling (a=2.wortel(3) moet het zijn) twijfel ik een klein beetje aan mijn oplossing. Er blijkt namelijk dat de snelheid en versnelling van het zwaartepunt beide verticaal gericht zijn en dat is volgens mij niet correct.
Wie bevestigt (of niet)?
Wie bevestigt (of niet)?
-
- Berichten: 108
Re: Hoeksnelheid
Ik snap al waarom hij bij mij niet klopte!
\(v_B = v_A + \omega_A_B * r_B_/_A\)
\(v_B j = -3 i + \omega_A_B * (8cos30 i + 8sin30 j)\)
\(v_B j = -3i - 4\omega_A_B i + 6.93\omega_A_B j\)
\(v_B j = 6.93\omega_A_B j\)
\(0 = -3i - 4\omega_A_B i\)
\(\omega_A_B = -0.75 rad/s\)
- Berichten: 3.330
Re: Hoeksnelheid
De formule die ge gebruikt is:Stampertje schreef:Ik snap al waarom hij bij mij niet klopte!
\(v_B = v_A + \omega_A_B * r_B_/_A\)\(v_B j = -3 i + \omega_A_B * (8cos30 i + 8sin30 j)\)\(v_B j = -3i - 4\omega_A_B i + 6.93\omega_A_B j\)\(v_B j = 6.93\omega_A_B j\)\(0 = -3i - 4\omega_A_B i\)\(\omega_A_B = -0.75 rad/s\)
\(\vec{v_B}=\vec{v_A}+w_k \times \vec{r_{AB}}\)
x stelt vectorieel produkt voor te berekenen met determinant en z-as gericht in papier.Men krijgt
\(v_Bj=3i+8\sin 30° w_k i+8\cos 30° j\)
Daar \(\vec{v_B}\)
geen componenten heeft langs de x-as kunnen we \(w_k k=\vec{w}\)
berekenen en komen we uit wat stampertje uitkomt.Nu nog de hoekversnelling uitrekenen en dan kunnen we met de formule die stampertje gegeven heeft
\(a_B\)
berekenen.Volgens mijn verstand kan er niets bestaan en toch bestaat dit alles?
-
- Berichten: 108
Re: Hoeksnelheid
Ja dat weet ik wel, maar ik had de hoeksnelheid nodig om de hoekversnelling uit te rekenen. En ik wist de hoeksnelheid niet. Vandaar.
\(a_B = -2i + \alpha k * (8cos30i + 8sin30j) - (-.75)^2 * (8cos30i + 8 sin30j)\)
\(a_Bj = -2i - 4\alphai + 6.93\alphaj - 3.897i - 2.25j\)
\(a_B = 6.93\alpha - 2.25j\)
\(0 = -5.897 - 4\alpha\)
\(\alpha = 1.47 rad/s^2\)
Re: Hoeksnelheid
Ik vind het jammer dat het Belgische onderwijs zo veel verschilt van het Nederlandse. Ik ben ervan overtuigd dat de oplossingen niet kloppen, ik heb het op twee onafhankelijke manieren berekend. Maar om verwarring te voorkomen moet ik mij inhouden. Heb jij toevallig de juiste antwoorden ook ergens, Stampertje?