\(\hat{H} \Psi = E \Psi\)
\(\frac{-\hbar^}{2m} \frac{d^2}{d x^2} \psi = E \psi \)
Dit is een differentiaalvergelijking ( en eigenwaardevergelijking) met als algemene oplossing ( denk aan de harmonische oscillator)
\(\psi (x) = A cos (kx) + B sin(kx) \)
Omdat we bij de oneindig diepe potentiaalput eisen dat
\(\psi(0) = \psi(L) = 0\)
volgt uit de eerste voorwaarde dat A = 0. De tweede voorwaarde zegt dat sin(kL) = 0. Dus kL = n pi, of k = n pi/L. Omdat we E = h²k²/(8pi²m) gesteld hebben en omdat k gekwantiseerd is, is de energie ook gekwantiseerd. Zoals je ziet is het de randvoorwaarde die de kwantisatie van de energie oplegt bij de oneindig diepe potentiaalput.
B wordt bepaald door de eisen dat te golffunctie genormeerd is.