Ik heb een probleem, waarmee ik hoop dat jullie me kunnen helpen!
Ik heb de volgende situatie:
Ik heb een experiment gedaan waarin ik een vloeistof dat water bevatte probeerde te drogen door lucht. begin concentratie water ongeveer 0,12%.
In het experiment wordt (droge) door de vloeistof gevoerd in afzonderlijke belletjes, die allemaal even lang met het water in contact zijn. Het gas is dus in propstroom. De vloeistof wordt door het mengende vermogen van de bellen gezien als ideaal gemengd. In het experiment hebben we uitgezocht hoe de concentratie water in de vloeitsof (y) af neemt over de tijd.
de water fractie in de vloeistof y, neemt af over de tijd. De fractie water in de bellen bij evenwicht x* volgt het gevonden evenwicht en is te beschrijven als:
de gemiddelde waterfractie in de bel heeft een lagere, maar nog onbekende waarde. Als er water in de bel diffundeert dan stijgt x; hij verandert dus in de tijd en in de hoogte.
De flux door de wand van de bel is:
En nu kom ik in de problemen, ik kan 1 nog in 2 zetten en nog een fasegrensvlak A toevoegen.
dat geeft dus
Hoe kan ik nu de afname van y of de tijd beschrijven? Heb ik daarvoor eerst een partiele differentiaal vergelijking nodig om x over hoogte en tijd te beschrijven?