Dissociatievergelijkingen.

crashtest

Ik snap maar niet de dissociatievergelijkingen.

Kaliumsulfaat: K₂SO₄ -> 2K + SO₄

Kaliumhydroxide: KOH -> K + OH

Aluminiumnitraat: Al(NO)₃ ->

ammoniumfosfaat: (NH₄)₃PO₄ ->

Kwik(2+)carbonaar: Hg₂CO₃ ->

Kwik(1+)bromide: Hg₂Br₂ ->

Alvast Bedankt.

Uomo Universale

Leg misschien eerst eens uit aan ons wat je precies niet snapt aan dissociatievergelijkingen. Dan kunnen wij je misschien verder helpen.

De eerste twee zijn toch gelukt, waarom kan je de rest van het rijtje dan niet aanvullen op analoge wijze?

Ik stel ook voor om misschien de ladingen van de ionen er telkens bij te schrijven. Dus K₂SO₄ Afbeelding

2K⁺+SO₄^- in plaats van K₂SO₄ Afbeelding

2K + SO₄.

Probeer het eerst eens en dan kunnen we eventueel wat verbeteringen aanbrengen.

crashtest

Uomo Universale schreef:Leg misschien eerst eens uit aan ons wat je precies niet snapt aan dissociatievergelijkingen. Dan kunnen wij je misschien verder helpen.

De eerste twee zijn toch gelukt, waarom kan je de rest van het rijtje dan niet aanvullen op analoge wijze?

Ik stel ook voor om misschien de ladingen van de ionen er telkens bij te schrijven. Dus K₂SO₄ 2K⁺+SO₄^- in plaats van K₂SO₄ 2K + SO₄.

Probeer het eerst eens en dan kunnen we eventueel wat verbeteringen aanbrengen.

De eerste en de tweede hebben we klassiekaal gedaan. Ik snap er niet al te veel van,nu moet ik die maken tegen maandag. De leraar heeft wel beloofd voor eens een inhaalles te geven,maar nu heb ik deze taak gekregen en snap er niet al te veel van.

Siron

Bij een dissocatievergelijking ga je een zout splitsen in ionen. Dit zijn geladen atomen, daarom zij uomo universale al dat er ladingen bij de ionen moesten staan.

Stel je hebt dit:

Kaliumsulfaat: K₂SO₄

Dit zout moet je dus splitsen in ionen.

Normaal gezien zou je de lading moeten weten van SO₄ dat is 2- en van K is 1+ (dit moet je weten).

Je hebt dus 2 kalium nodig om SO₄ te neutraliseren.

Dus krijg je:

K₂SO₄ -> 2K⁺+SO₄^2-

(Uomo Universale: de lading van SO₄ is 2-)

crashtest

Siron schreef:Bij een dissocatievergelijking ga je een zout splitsen in ionen. Dit zijn geladen atomen, daarom zij uomo universale al dat er ladingen bij de ionen moesten staan.

Stel je hebt dit:

Kaliumsulfaat: K₂SO₄

Dit zout moet je dus splitsen in ionen.

Normaal gezien zou je de lading moeten weten van SO₄ dat is 2- en van K is 1+ (dit moet je weten).

Je hebt dus 2 kalium nodig om SO₄ te neutraliseren.

Dus krijg je:

K₂SO₄ -> 2K⁺+SO₄^2-

(Uomo Universale: de lading van SO₄ is 2-)

Ik snap het niet echt helemaal, ben niet zo'n genie in chemie

Siron

Ik neem aan dat je geleerd hebt over de meeratomige ionen. Een ion is een geladen atoom. Een atoom wordt positief respc. negatief geladen door het overspringen van elektronen. Bij een dissociatievergelijking moet je een zout splitsen in ionen.

Ik neem aan dat je wel op de hoogte bent van ladingen van belangrijke ionen:

lading 1+: Li,Na,K,Ag,H

lading 2+: Mg,Ba,Ca,Zn

lading 3+: Al

lading 1-: Br,Cl,I,F

lading 2-: O,S

Ook heb je waarschijnk wel geleerd dat:

SO₄^2-

NO₃^1-

SO₃^2-

PO₄^3-

... (zo kan je blijven doorgaan)

Het zout (is neutraal) zal dus uit splitsen in ionen bij een dissociatievergelijking:

Voorbeeld 1:

Stel je hebt Magnesiumsulfaat.

MgSO₄

De lading van Mg is 2+ en van Sulfaat 2- (als ze gescheiden zijn)

Als ze samenkomen zullen ze elkaar neutraliseren 2+ en 2- wordt 0.

Als je ze dus gaat dissocieren verkrijg je:

MgSO₄ -> Mg²⁺+SO₄^2-

Stel nu dat je Litiumfosfaat hebt:

Litium heeft lading 1+ en fosfaat 3-. Er zijn dus 3 lithiums nodig om met fosfaat een zout te vormen, want 3+ en 3-=0

Li₃PO₄ -> 3Li¹⁺+PO₄^3-

Ik hoop dat dit een beetje duidelijk is

Als je nog vragen hebt, zeg je het maar.

crashtest

Siron schreef:Ik neem aan dat je geleerd hebt over de meeratomige ionen. Een ion is een geladen atoom. Een atoom wordt positief respc. negatief geladen door het overspringen van elektronen. Bij een dissociatievergelijking moet je een zout splitsen in ionen.

Ik neem aan dat je wel op de hoogte bent van ladingen van belangrijke ionen:

lading 1+: Li,Na,K,Ag,H

lading 2+: Mg,Ba,Ca,Zn

lading 3+: Al

lading 1-: Br,Cl,I,F

lading 2-: O,S

Ook heb je waarschijnk wel geleerd dat:

SO₄^2-

NO₃^1-

SO₃^2-

PO₄^3-

... (zo kan je blijven doorgaan)

Het zout (is neutraal) zal dus uit splitsen in ionen bij een dissociatievergelijking:

Voorbeeld 1:

Stel je hebt Magnesiumsulfaat.

MgSO₄

De lading van Mg is 2+ en van Sulfaat 2- (als ze gescheiden zijn)

Als ze samenkomen zullen ze elkaar neutraliseren 2+ en 2- wordt 0.

Als je ze dus gaat dissocieren verkrijg je:

MgSO₄ -> Mg²⁺+SO₄^2-

Stel nu dat je Litiumfosfaat hebt:

Litium heeft lading 1+ en fosfaat 3-. Er zijn dus 3 lithiums nodig om met fosfaat een zout te vormen, want 3+ en 3-=0

Li₃PO₄ -> 3Li¹⁺+PO₄^3-

Ik hoop dat dit een beetje duidelijk is

Als je nog vragen hebt, zeg je het maar.

Ik heb de oefeningen proberen maken met jouw uitleg.

Kaliumsulfaat: 2K⁺ + SO₄^2- -> K₂SO₄

Kaliumhydroxide: K⁺ + OH -> KOH

Aluminiumnitraat: Al³⁺ + NO^3- -> Al(NO₃)₃

Ammoniumfosfaat: NH⁺₄ + PO^3-₄ -> (NH₄)₃PO₄

Kwikcarbonaat: Hg²⁺ + CO^2-₃ -> HgCO₃

Kwikbromide: Hg⁺ + Br^- -> HgBr

Hopelijk heb ik het een beetje goed opgelost..

Siron

crashtest schreef:Ik heb de oefeningen proberen maken met jouw uitleg.

Kaliumsulfaat: 2K⁺ + SO₄^2- -> K₂SO₄

Kaliumhydroxide: K⁺ + OH -> KOH

Aluminiumnitraat: Al³⁺ + NO^3- -> Al(NO₃)₃

Ammoniumfosfaat: NH⁺₄ + PO^3-₄ -> (NH₄)₃PO₄

Kwikcarbonaat: Hg²⁺ + CO^2-₃ -> HgCO₃

Kwikbromide: Hg⁺ + Br^- -> HgBr

Hopelijk heb ik het een beetje goed opgelost..

Er zitten toch nog enkele foutjes is (vergeet ook geen ladingen).

-Kaliumhydroxide: vergeet niet dat OH negatief geladen is, het is OH^-

-Aluminiumnitraat: Je lading van AL klopt, maar de lading van Nitraat niet. Nitraat heeft lading 1- dus moet je dat aanpassen rekening houdend met hoeveel keer je nitraat moet nemen -> denk dat 3- 3+ neutraliseert.

-Ammoniumfosfaat: De lading van fosfaat is 3- en zoals je aangeeft van NH4 1+, dat moet aangepast worden.

Als er staat: (NH₄)₃PO₄. Je moet dus drie ionen van NH4 1+ nemen om het fosfaation te neutraliseren. Dat is logisch want dan krijg je dat 3+ 3- neutraliseert.

Voor de rest OK, zie wel dat je de lading goed schrijft, het is: CO₃^2- en niet CO^2-₃.

Ik hoop dat je ook begrijpt waar je mee bezig bent. Als dit niet zo zou zijn zeg het dan.

.

crashtest

Siron schreef:Er zitten toch nog enkele foutjes is (vergeet ook geen ladingen).

-Kaliumhydroxide: vergeet niet dat OH negatief geladen is, het is OH^-

-Aluminiumnitraat: Je lading van AL klopt, maar de lading van Nitraat niet. Nitraat heeft lading 1- dus moet je dat aanpassen rekening houdend met hoeveel keer je nitraat moet nemen -> denk dat 3- 3+ neutraliseert.

-Ammoniumfosfaat: De lading van fosfaat is 3- en zoals je aangeeft van NH4 1+, dat moet aangepast worden.

Als er staat: (NH₄)₃PO₄. Je moet dus drie ionen van NH4 1+ nemen om het fosfaation te neutraliseren. Dat is logisch want dan krijg je dat 3+ 3- neutraliseert.

Voor de rest OK, zie wel dat je de lading goed schrijft, het is: CO₃^2- en niet CO^2-₃.

Ik hoop dat je ook begrijpt waar je mee bezig bent. Als dit niet zo zou zijn zeg het dan.

.

Ja ik begrijp het ongeveer ,nu snap ik er toch al iets van

Siron

Ok, dat is al een goed begin. Ik zal nog één keer een paar dingen proberen extra uit te leggen zodat je het zeker begrijpt. Stel je moet het volgend zout dissocieren:

Li₃PO₄

Een zout is neutraal, omdat de ladingen van de afzonderlijke ionen elkaar neutraliseren. De ladingen van de ionen heb je waarschijnlijk moeten studeren, alhoewel je ze kan afleiden uit het periodiek systeem.

Lithium komt voor als ion: Li⁺

Fosfaat komt voor als ion: PO₄^3-

Er zijn dus drie Lithium ionen nodig om een neutraal zout te vormen met fosfaat. (3- en 3+ -> 0 is neutraal). Dus als je Lithiumfosfaat gaat dissocieren krijg je: 3Li⁺ + PO₄^3-.

Je mag nooit schrijven Li³⁺, je neemt gewoon 3Li⁺ (3x1+=3+).

Veel succes ermee

Uomo Universale

Siron schreef:(Uomo Universale: de lading van SO₄ is 2-)

Vanzelfsprekend, onoplettendheidsfoutje.

crashtest

Siron schreef:Ok, dat is al een goed begin. Ik zal nog één keer een paar dingen proberen extra uit te leggen zodat je het zeker begrijpt. Stel je moet het volgend zout dissocieren:

Li₃PO₄

Een zout is neutraal, omdat de ladingen van de afzonderlijke ionen elkaar neutraliseren. De ladingen van de ionen heb je waarschijnlijk moeten studeren, alhoewel je ze kan afleiden uit het periodiek systeem.

Lithium komt voor als ion: Li⁺

Fosfaat komt voor als ion: PO₄^3-

Er zijn dus drie Lithium ionen nodig om een neutraal zout te vormen met fosfaat. (3- en 3+ -> 0 is neutraal). Dus als je Lithiumfosfaat gaat dissocieren krijg je: 3Li⁺ + PO₄^3-.

Je mag nooit schrijven Li³⁺, je neemt gewoon 3Li⁺ (3x1+=3+).

Veel succes ermee

Mijn leerkracht beweert dat "Ammoniumfosfaat: NH⁺₄ + PO^3-₄ -> (NH₄)₃PO₄ fout is, maar ik snap niet echt de fout

Siron

Mijn leerkracht beweert dat "Ammoniumfosfaat: NH⁺₄ + PO^3-₄ -> (NH₄)₃PO₄ fout is, maar ik snap niet echt de fout

Dat is inderdaad zo, immers moet je NH₄⁺ 3 keer nemen.

Je krijgt dus dat (NH₄)₃PO₄ -> 3NH₄⁺ + PO₄^3-

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

Dissociatievergelijkingen.

Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.

Re: Dissociatievergelijkingen.