Ik kom niet uit volgende oefening:
Bepaal een veelterm
Er kan dus gezegd worden dat
Ik kan dus zeggen dat
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
Ik weet dus dat de veelterm de nulwaarden 2 en 1-i heeft, d.w.z dat\( z-2 \)en\( z-1+i \)delers zijn van de veelterm.
Niet per se, maar hier wel aangezien de coëfficiënten reëel moeten zijn. Verder moet je nog gebruik maken van de voorwaardeAls 1-i een nulpunt is, is het complex toegevoegde er dan ook geen?
\( Gr(Q(z))>=1\)volgens mij, want als Q(z)=0 zou A(z)=0
Ja, inderdaad, ik was nog eens door m'n boek aan het bladeren en zag inderdaad dat die stelling er stond, dus dan kan ik zeggen dat:Als 1-i een nulpunt is, is het complex toegevoegde er dan ook geen?
\( \Lefrightarrow A(z)=[z^3-2z²]a_n\)
Ok, even terug gaan rekenenXenion schreef:Je werkwijze is nu wel goed, maar dat moet je toch eens nakijken, ik kom op iets anders.
Ik die dat je foute nulpunten invult. Bij de complex toegevoegde mag enkel het teken van het Imaginair deel wijzigen. Het teken van die 1 in de complexe wortels moet gelijk blijven.
Graad 0 wil niet zeggen dat de veelterm 0 is, de hoogste graad van x is 0, maar de coëfficiënt daarbij kan eender welke constante zijn.
Niet voor zover ik zie, maar je hebt nu al 2 oplossingen. Elk van die 2 oplossingen levert na de vierkantswortel 2 oplossingen, dus heb je in totaal 4 wortels en dan is je 4degraads veelterm volledig ontbonden.Maar is er geen simpelere manier, want nu moet ik nog terug substitueren waardoor ik nog de wortel moet nemen van mijn 2 oplossingen wat weer extra veel rekenwerk geeft.