Ik zit vast op de volgende opgave,
Bereken voor welke waarde van a,b en c de functie
Iemand een tip? of een manier hoe ik dit moet aanpakken?
Alvast bedankt
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
De vraag is toch wanneer het een oplossing is van de differentiaalvergelijking? Dan voldoen je a,b en c waardes die jij vindt. Wil je alle oplossingen hebben dan zou je de homogene oplossing er bij op moeten tellen. Wat je nu doet is het vinden van een particuliere oplossing.
Volgens mij heb je alle waarden van a b en c gevonden die aan de vraag voldoen.Klopt, er wordt hier echter vanuit gegaan dat 'alle' waarden voor a b en c worden gegeven,
Er wordt hier niet gevraagd de differentiaalvergelijking zelf op te lossen.en het probleem daarmee is dat ik niet weet hoe ik de 'homogene' oplossing moet geven.
Bedankt voor de hulp, ik begrijp alleen nog niet hoe ik alle mogelijke combinaties van a b en c al heb gevonden, want we kunnen a gelijk stellen aan 0, b mag dan alles zijn en c wordt danflamey schreef:De homogene oplossing vind je door het oplossen van: y'(t)=1/2y(t). Je krijgt dan een constante*e-macht, en deze constante leg je vast met een beginvoorwaarde. Zonder beginvoorwaarde kan deze constante van alles zijn. In jouw opgave bereken je de particuliere oplossing. Het voldoet dan om 1 oplossing te vinden. En die heb je al . Ik zou dus zeggen dat je de opgave hebt opgelost.
Sterker nog: de term met de e-macht is lineair onafhankelijk van de constante. Dus je hebt alle mogelijke combinaties van a,b en c al gevonden (zoals Fernand ook al zei)!
we kunnen a gelijk stellen aan 0, b mag dan alles zijn en c wordt dan\(2e^{3t}+12\). Dan zijn deze waarden voor a b en c toch ook een oplossing?
ahh scherp opgemerkt, het moet natuurlijk de afgeleide van y(t) zijn, in dit geval,Dat klopt, die is inderdaad vergeten!