Wetenschapsforum

Hoi, wij moesten met scheikunde een titratieproef doen en vanuit de gegevens die hieruit kwamen moeten we de n in de formule van gekristalliseerd koper(II)sulfaat berekenen.

Hier zijn onze vragen en gegevens:

Geef de reactievergelijking voor het oplossen van gekristalliseerd koper(II)sulfaat:

CuSO4 ∙ n H2O (s) → Cu2+ (aq) + SO42- (aq) + n H2O (l)

Geef de reactievergelijking van de titratiereactie.

I2 (aq) + 2 S2O32- (aq) → 2 I- (aq) + S4O62- (aq)

Reactie van jodide-ionen aan een koper(II)sulfaatoplossing:

2Cu2+ (aq) + 4I- (aq) --> 2CuI (s) + I2 (aq)

Bereken de molariteit van de koper(II)sulfaatoplossing.

Het aantal ml thiosulfaat dat er nodig was om de azijnzuuroplossing geheel te laten reageren was 6,2 ml.

De molariteit van de natriumthiosulfaat-oplossing was 0,100 M.

0,100 M x 6,2 ∙ 10-3 L = 6,2 ∙ 10-4 mol thiosulfaat.

De molverhouding tussen thiosulfaat en jood is 2 : 1, dus is het aantal mol jood:

0,5 x 6,2 ∙ 10-4 mol = 3,1 ∙ 10-4 mol.

De molverhouding tussen jood en Cu2+ is 1 : 2, dus is het aantal mol Cu2+ :

2 x 3,1 ∙ 10-4 mol = 6,2 ∙ 10-4 mol.

De molverhouding tussen Cu2+ en koper(II)sulfaat is 1 : 1, dus is het aantal mol koper(II)sulfaat ook 6,2 ∙ 10-4 mol.

De molariteit van koper(II)sulfaat is dan dus:

(6,2 ∙ 10^-4 mol )/(10,0 ∙ 10^-3 L) = 0,062 mol/L

En dan onze laatste vraag die we neit snappen:

Bereken de n in de formule van gekristalliseerd koper(II)sulfaat.

De hoeveelheid ml koper(II)sulfaat-oplossing die gepipetteerd is, is 10,0 ml.

Het aantal grammen koper(II)sulfaat-oplossing per liter is 24,97 g/L (gegeven).

Molaire massa CuSO4 = 159,6 g/mol en van H2O = 18,02 g/mol

Hier zitten we vast, we hebben geen idee wat we verder moeten doen. We hebben het wel geprobeerd maar komen uit op iets van n = 2,3. Nu kan het zijn dat onze proef fout is gegaan en de hoeveelheid mL thiosulfaat die we nodig hadden helemaal niet klopt. Maar onze docent zei al dat het om de berekening gaat en niet perse of het antwoord klopt. Wij weten dat er 5 uit moet komen. Nu willen wij vragen of jullie weten hoe je dit moet berekenen.

Alvast bedankt!

fush schreef:De molariteit van koper(II)sulfaat is dan dus:

(6,2 ∙ 10^-4 mol )/(10,0 ∙ 10^-3 L) = 0,062 mol/L

..//..

Het aantal grammen koper(II)sulfaat-oplossing per liter is 24,97 g/L (gegeven).

Molaire massa CuSO4 = 159,6 g/mol en van H2O = 18,02 g/mol

Hier zitten we vast,

alles per liter oplossing:

1. 0,062 mol aan CuSO₄(droog), hoeveel g CuSO₄(droog) is dat?
2. er was 24,97 g gehydrateerd kopersulfaat, hoeveel gram water bevatte dat dus?
3. hoeveel mol water is dat?
4. de molverhouding CuSO₄(droog) : kristalwater is dus 0,062 : ....... = 1 : n

Ik vind dan n =

Spoiler: [+]

13,5 , dus óf je kopersulfaat is nat geweest, of er zit nog ergens een fout in je titratie of titratieberekening.