Berekeningen aan wijnazijn
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 17
Berekeningen aan wijnazijn
Hoi,
Ik kreeg voor het vak scheikunde het onderstaande practicum, volgens mij zitten er een paar fouten in mijn berekeningen maar ik weet alleen niet waar.
Dit omdat er volgens mijn berekening wel erg weinig azijn in 100 ml zit.
Alvast hartstikke bedankt!!
Informatie:
Hier volgen enkele passages uit het azijnbesluit van de warenwet.
Art. 1. Aangeduid moet worden met den naam azijn of met een samenstelling van het woord azijn alle vloeibare waren die zijnzuur als kenmerkend bestanddeel bevatten.
Art. 3.1. De in artikel 1 bedoelde en als azijn aangeduide of kennelijk als zodanig voorhanden waren moeten voldoen aan de volgende eisen:
A. Het gehalte aan azijnzuur moet tenminste 4 gram per 100 ml der waar bedragen.
B. Andere organische zuren dan azijnzuur mogen slechts in uiterst geringe hoeveelheden aanwezig zijn, behalve in wijnazijn en vruchtenazijn waarin van deze zuren niet meer aanwezig mag zijn dan overeenkomt met de in den wijn, onderscheidenlijk vruchtenwijn, nogmaals aanwezige hoeveelheid.
Art. 5c. Het gehalte aan azijnzuur moet bij wijnazijn en de als wijnazijn aangeduide waar tenminste 5,5 gram per 100 ml der waar bedragen.
Opdracht:
We titreren 10,0 ml wijnazijn om hieraan berekeningen uit te voeren. Eerst hebben we 10,0 ml gepipetteerd en dit vervolgens verdunt tot 100,0 ml. Dit hebben we vervolgens weer getitreerd met een oplossing van natirumhydroxide waarvan er 0,0998 M opgelost is in een liter.
Vragen:
1. Geef de vergelijkingen van alle optredende reacties.
2. Welke indicator gebruik je en waaroom (niet)?
3. Verklaar hoe je het omslagpunt ziet.
4. Bereken de hoeveelheid azijnzuur in het uitgereikte monster.
5. Voldoet de gebruikte wijnazijn aan de eisen van de warenwet.
6. Verklaar een eventuele afwijking.
Antwoorden vragen:
1. CH3COOH (aq) + OH- (aq) CH3COO- (aq) + H2O (l)
2. Fenolftaleine, omdat het omslagpunt van het zwakke zuur bij pH = ~8 ligt.
3. Het omslagpunt kun je zien door natronloog toe te voegen totdat de paarse kleur niet meer na tien seconden wachten verdwijnt.
4.
Gepipetteerd 10,0 ml azijnzuur
Getitreerd (10,04 + 10,03)/2=10,035 ml Natronloog
10,035x10-2 x 0,0998 M NaOH= 1,03x10-3 mol OH-
CH3COOH: OH-= 1:1
1,03x10-3 mol OH- = 1,03x10-3 mol CH3COOH
10,0 x10-3 x 1,03x10-3 = 1,03x10-6 mol CH3COOH
1,03x10-6 mol CH3COOH x 60,05 g = 6,18 x10-5
Verdunt met factor 10= 6,18 x10-5 x 10= 6,18 x10-4
In het uitgereikte monster is dus 6,18 x10-4 g azijnzuur aanwezig.
5. De gebruikte wijnazijn voldoet niet aan de warenwet omdat er 6,18 x10-4 x 10= 6,18 x10-3 g azijnzuur in 100 ml aanwezig is. Volgens het artikel moet het gehalte aan azijnzuur tenminste 4 gram per 100 ml bedragen, dit is niet het geval dus de gebruikte wijnazijn voldoet niet aan de voorschriften.
6. Een eventuele kleine afwijking kan ontstaan doordat de pipet en de buret bijvoorbeeld niet helemaal op concentratie zijn gebracht.
Ik kreeg voor het vak scheikunde het onderstaande practicum, volgens mij zitten er een paar fouten in mijn berekeningen maar ik weet alleen niet waar.
Dit omdat er volgens mijn berekening wel erg weinig azijn in 100 ml zit.
Alvast hartstikke bedankt!!
Informatie:
Hier volgen enkele passages uit het azijnbesluit van de warenwet.
Art. 1. Aangeduid moet worden met den naam azijn of met een samenstelling van het woord azijn alle vloeibare waren die zijnzuur als kenmerkend bestanddeel bevatten.
Art. 3.1. De in artikel 1 bedoelde en als azijn aangeduide of kennelijk als zodanig voorhanden waren moeten voldoen aan de volgende eisen:
A. Het gehalte aan azijnzuur moet tenminste 4 gram per 100 ml der waar bedragen.
B. Andere organische zuren dan azijnzuur mogen slechts in uiterst geringe hoeveelheden aanwezig zijn, behalve in wijnazijn en vruchtenazijn waarin van deze zuren niet meer aanwezig mag zijn dan overeenkomt met de in den wijn, onderscheidenlijk vruchtenwijn, nogmaals aanwezige hoeveelheid.
Art. 5c. Het gehalte aan azijnzuur moet bij wijnazijn en de als wijnazijn aangeduide waar tenminste 5,5 gram per 100 ml der waar bedragen.
Opdracht:
We titreren 10,0 ml wijnazijn om hieraan berekeningen uit te voeren. Eerst hebben we 10,0 ml gepipetteerd en dit vervolgens verdunt tot 100,0 ml. Dit hebben we vervolgens weer getitreerd met een oplossing van natirumhydroxide waarvan er 0,0998 M opgelost is in een liter.
Vragen:
1. Geef de vergelijkingen van alle optredende reacties.
2. Welke indicator gebruik je en waaroom (niet)?
3. Verklaar hoe je het omslagpunt ziet.
4. Bereken de hoeveelheid azijnzuur in het uitgereikte monster.
5. Voldoet de gebruikte wijnazijn aan de eisen van de warenwet.
6. Verklaar een eventuele afwijking.
Antwoorden vragen:
1. CH3COOH (aq) + OH- (aq) CH3COO- (aq) + H2O (l)
2. Fenolftaleine, omdat het omslagpunt van het zwakke zuur bij pH = ~8 ligt.
3. Het omslagpunt kun je zien door natronloog toe te voegen totdat de paarse kleur niet meer na tien seconden wachten verdwijnt.
4.
Gepipetteerd 10,0 ml azijnzuur
Getitreerd (10,04 + 10,03)/2=10,035 ml Natronloog
10,035x10-2 x 0,0998 M NaOH= 1,03x10-3 mol OH-
CH3COOH: OH-= 1:1
1,03x10-3 mol OH- = 1,03x10-3 mol CH3COOH
10,0 x10-3 x 1,03x10-3 = 1,03x10-6 mol CH3COOH
1,03x10-6 mol CH3COOH x 60,05 g = 6,18 x10-5
Verdunt met factor 10= 6,18 x10-5 x 10= 6,18 x10-4
In het uitgereikte monster is dus 6,18 x10-4 g azijnzuur aanwezig.
5. De gebruikte wijnazijn voldoet niet aan de warenwet omdat er 6,18 x10-4 x 10= 6,18 x10-3 g azijnzuur in 100 ml aanwezig is. Volgens het artikel moet het gehalte aan azijnzuur tenminste 4 gram per 100 ml bedragen, dit is niet het geval dus de gebruikte wijnazijn voldoet niet aan de voorschriften.
6. Een eventuele kleine afwijking kan ontstaan doordat de pipet en de buret bijvoorbeeld niet helemaal op concentratie zijn gebracht.
- Moderator
- Berichten: 51.259
Re: Berekeningen aan wijnazijn
Algemeen advies: als je toch maar zo weinig cijfers achter de komma hebt, werk dan niet met wetenschappelijke notatie, in het algemeen heb je zo beter overzicht in de betekenis van je getallen
Gepipetteerd 10,0 ml azijnzuurGetitreerd (10,04 + 10,03)/2=10,035 ml Natronloog
ok
10,035x10-2 x 0,0998 M NaOH= 1,03x10-3 mol OH-rekenfoutje? 0,010035 x 0,0998 = 0,0010015 mol OH-
CH3COOH: OH-= 1:1ok
1,03x10-3 mol OH- = 1,03x10-3 mol CH3COOH 10,0 x10-3 x 1,03x10-3 = 1,03x10-6 mol CH3COOH
0,0010015 mol CH3COOH in 10 mL azijn
dus in 1 liter? (hint: honderd keer zo groot volume.....)
dus in 1 liter? (hint: honderd keer zo groot volume.....)
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
-
- Berichten: 17
Re: Berekeningen aan wijnazijn
Harstikke bedankt!
Ik heb mijn antwoorden gecorrigeerd en volgens mij moet dit dus de goede correctie zijn:
Gepipetteerd 10,0 ml azijnzuur
Getitreerd (10,04 + 10,03)/2=10,035 ml Natronloog
10,035x10-2 x 0,0998 M NaOH= 1,03x10-2 mol OH-
Molverhouding CH3COOH: OH-= 1:1
1,03x10-2 mol OH- = 1,03x10-2 mol CH3COOH
Molaire massa CH3COOH = 64,052 g/mol
Dus 1,0015x10-2 mol CH3COOH.
m = mol x MM = 1,0015x10-2 x 64,052 = 6,414x10-1 g CH3COOH.
Verdunt met factor 10= 6,414 g CH3COOH
In het uitgereikte monster is dus 6,414x10 g azijnzuur aanwezig.
5. De gebruikte wijnazijn voldoet aan de warenwet omdat er 6,414x 10= 64,14 g azijnzuur in 100 ml aanwezig is. Volgens het artikel moet het gehalte aan azijnzuur tenminste 4 gram per 100 ml bedragen, dit is het geval dus de gebruikte wijnazijn voldoet aan de voorschriften.volgens mij zit hier nog een rekenfoutje, want volgens mij moet het nogmaals met 10 vermenigvuldigt worden omdat we van 10 naar 100 ml gaan.
Nogmaals bedankt!
Met vr. Groet,
Thomas
Ik heb mijn antwoorden gecorrigeerd en volgens mij moet dit dus de goede correctie zijn:
Gepipetteerd 10,0 ml azijnzuur
Getitreerd (10,04 + 10,03)/2=10,035 ml Natronloog
10,035x10-2 x 0,0998 M NaOH= 1,03x10-2 mol OH-
Molverhouding CH3COOH: OH-= 1:1
1,03x10-2 mol OH- = 1,03x10-2 mol CH3COOH
Molaire massa CH3COOH = 64,052 g/mol
Dus 1,0015x10-2 mol CH3COOH.
m = mol x MM = 1,0015x10-2 x 64,052 = 6,414x10-1 g CH3COOH.
Verdunt met factor 10= 6,414 g CH3COOH
In het uitgereikte monster is dus 6,414x10 g azijnzuur aanwezig.
5. De gebruikte wijnazijn voldoet aan de warenwet omdat er 6,414x 10= 64,14 g azijnzuur in 100 ml aanwezig is. Volgens het artikel moet het gehalte aan azijnzuur tenminste 4 gram per 100 ml bedragen, dit is het geval dus de gebruikte wijnazijn voldoet aan de voorschriften.volgens mij zit hier nog een rekenfoutje, want volgens mij moet het nogmaals met 10 vermenigvuldigt worden omdat we van 10 naar 100 ml gaan.
Nogmaals bedankt!
Met vr. Groet,
Thomas
- Moderator
- Berichten: 51.259
Re: Berekeningen aan wijnazijn
nou nee...havo-student schreef:Harstikke bedankt!
Ik heb mijn antwoorden gecorrigeerd en volgens mij moet dit dus de goede correctie zijn:
je hebt 10 mL azijn. Of je dat dan aanvult tot 100 mL doet er even niet toe
Je gebruikt 0,010035 L NaOH x 0,0998 mol/L = 0,0010015 mol NaOH
Komt overeen met 0,0010015 mol azijnzuur
0,0010015 mol CH3COOH x 64,052 g/mol = 0,06415 g CH3COOH
die zaten in 10 mL azijn, er zit dus 0,6 g azijnzuur in 100 mL azijn, en dat is minder dan de warenwet voorschrijft.
waar heb je verdund? dat zie ik nergens vermeld?Verdund met factor 10= 6,414 g CH3COOH
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
-
- Berichten: 17
Re: Berekeningen aan wijnazijn
U heeft gelijk, bedankt.
Ik begin langzamerhand iets meer van de scheikunde te begrijpen.
Dat mag ook wel, want ik moet examen doen dit jaar.
Prettige zondag verder!
Met vr. Groet,
Thomas
P.S. Dat verdunnen was een onjuiste beredenering van mij, dit dacht ik omdat ik de 10 ml tot 100 ml heb aangevuld met water.
Ik begin langzamerhand iets meer van de scheikunde te begrijpen.
Dat mag ook wel, want ik moet examen doen dit jaar.
Prettige zondag verder!
Met vr. Groet,
Thomas
P.S. Dat verdunnen was een onjuiste beredenering van mij, dit dacht ik omdat ik de 10 ml tot 100 ml heb aangevuld met water.