Wetenschapsforum

Hoe snel diffunderen ionen in water (blz 96/97)? Versie 2. (POLA)

Je gaat onderzoeken of de diffusiesnelheid afhankelijk is van:

* Massa van de ionen;

* Lading van de ionen;

* Concentratie.

Op een stukje grafiekpapier zet je twee petrischaaltjes. In het linkerbakje voer je deel 1 van elk experiment uit, in het rechterbakje deel 2.

Bij elk experiment ontstaat er een neerslag van Ag+ ionen en één van de negatieve ionen: Cl-, I-, Br- en PO43-.

(foto, als je die ECHT nodig hebt stuur ik hem wel door!)

Experiment 1: in welke mate is de diffusiesnelheid afhankelijk van de massa?

Nodig:

* de proefopstelling en een stopwatch

* NaCl, KI, AgNO3

Uitvoering:

Deel 1:

* Teken de schaaltjes over op het papier

* Laat gelijktijdig op plaats 1 een schepje NaCl en op plaats X (in hetzelfde schaaltje) een schepje AgNO3 vallen.

* Druk direct de stopwatch in

* Stop de tijd op het moment dat er een neerslag zichtbaar is.

* Teken het neerslag en het schaaltje op het grafiekpapier over

* De tijd en de afstand van neerslag naar de plaats waar de stof is toegevoegd, zeggen iets over de diffusiesnelheid.

> Het zilverafval in de speciale afvalbak weggooien.

Deel 2:

* Laat gelijktijdig op plaats 2 een schepje KI en op plaats X (in hetzelfde schaaltje) een schepje AgNO3 vallen.

* Verder zie deel 1.

Vergelijk het resultaat van deel 1 met deel 2. Zoek in Binas de massa’s op van de ionen Cl- en I-

Wat kun je zeggen over de diffusiesnelheid t.o.v. de massa?

Experiment 2: in welke mate is de diffusiesnelheid afhankelijk van de concentratie?

Zoals experiment 1. Nu gebruik je echter op plaats 1 een klein schepje NaCl en op plaats 2 een 5x zo groot schepje NaCl. Op plaats X weer een schepje AgNO3 .

Experiment 3: in welke mate is de diffusiesnelheid afhankelijk van de ionlading?

Zoals experiment 1. Nu gebruik je echter op plaats 1 een schepje KBr en op plaats 2 een schepje Na3PO4. Op plaats X weer een schepje AgNO3 . (De negatieve ionen verschillen in lading, maar hebben ongeveer dezelfde massa)

Het verslag (20p) bevat:

o Rechtsboven op het verslag een kader met: alle namen, datum, docent

o Titel van de proef (1p)

o Doel van de proef (1 p)

o Uitvoering (2p)

o Reactievergelijkingen (3 x 2p)

o Waarnemingen (3 x 1p)

o Uitleg over waarnemingen (vorm, afstand en tijd) (3p)

o Conclusie (3x1p)

o Een bijlage met daarop jouw meetresultaten ordelijk weergeven. (1p)

---->Als je verder nog iets erbij nodig hebt, stuur dan aub een berichtje door dit forum!

IK ZOU HET HEEL ERG WAARDEREN ALS IEMAND MIJ HIEERMEE KAN HELPEN!