Wetenschapsforum

hallo , ik heb een vraag:

Aan een schaaltje van een tweearmige balans is een rechthoekige spoel bevestigd die uit 12 windingen bestaat:



De stroomsterkte in de spoel is 1,2 A. De spoel bevindt zich voor een deel in een homomagnetisch veld. Op het linkerschaaltje ligt 82,2 gram en op het rechterschaaltje 20,0 gram

We verhogen de stroomsterkte tot 3,0 A . Om het evenwicht te bewaren ,moet op het linker schaaltje 7,0 gram worden bijgevoegd.

B - bereken de lorentzkracht:

Mijn antwoord:

F_res=0

voor het linkerschaaltje:

m=82,2+7,0=89,210^-3kg

F_z=mg=89,210^-39,81=0,875 N

Deze kracht(naar beneden gericht) moet hetzelfde zijn als die van het rechterschaaltje(naar beneden gericht).

dus(bij het rechterschaaltje):

F_z+F_L=0,875 N

F_z=mg=2010^-39,81=0,196N

0,196+F_L=0,875 -->

F_L=0,875-0,196=0,680 N

Bij vraag C vragen ze naar de sterkte van de magnetisch veld (die weet ik wel te berekenen).

Bij vraag D vragen ze naar de massa van het spoel.. en hier heb ik geen rekening mee gehouden bij het bereken van de lorentzkracht....

Mijn vraag is: Hoe bereken je de massa van de spoel met deze gegevens?

Bij het berekenen van de Lorentzkracht moet je gelijk al rekening houden met de massa van de spoel.

Laten we eerst eens kijken als er een stroom van 1,2 A door de rechthoekige windingen stroomt.

Neem g=9,81
Stel nu zelf de vergelijking op voor een stroom van 3 A.

Je krijgt dan 2 vergelijkingen met 2 onbekenden, m(spoel) en B.

aadkr schreef:Bij het berekenen van de Lorentzkracht moet je gelijk al rekening houden met de massa van de spoel.

Laten we eerst eens kijken als er een stroom van 1,2 A door de rechthoekige windingen stroomt.

Neem g=9,81

\(m_{spoel}\cdot g+F_{L}=0,610182N\)

\(m_{spoel}\cdot g+12\cdot 1,2 \cdot 0,2 \cdot B =0,610182 N\)

Stel nu zelf de vergelijking op voor een stroom van 3 A.

Je krijgt dan 2 vergelijkingen met 2 onbekenden, m(spoel) en B.

Ow zo en dan de twee vergelijkingen gelijk aan elkaar stellen en dan m oplossen?

Wat krijg je uit de tweede vergelijking?

Als je de tweede vergelijking eerst opschrijft, en daaronder schrijf je de eerste vergelijking, dan doe je de tweede vergelijking min de eerste vergelijking.

aadkr schreef:Wat krijg je uit de tweede vergelijking?

Als je de tweede vergelijking eerst opschrijft, en daaronder schrijf je de eerste vergelijking, dan doe je de tweede vergelijking min de eerste vergelijking.

Ow ik heb het al met de subsitutiemethode gedaan,dat kan toch ook??

ja, dat kan ook