Wetenschapsforum

Dag allemaal,

Er zijn 2 vraagstukken waarvan ik echt niet weet hoe ik ze moet oplossen. Bij de 1e heb ik mijn vergelijkingen , maar de uitkomst klopt niet...

Vraag 1:

Boer Moors kweekt geiten, schapen en struisvogels. Toen ik hem vroeg hoeveel stuks hij van elke soort had, kreeg ik het volgende antwoord.

"Wanneer één derde van mijn geiten schapen zouden zijn, had ik evenveel geiten als schapen en struisvogels samen.

Wanneer één derde van mijn schapen struisvogels zou zijn, had ik vijfmaal zoveel geiten als struisvogels.

Wanneer één derde van mijn struisvogels geiten zou zijn, had ik 470 geiten."

Kun jij achterhalen hoeveel geiten, schapen en struisvogels boer Moors heeft?

Ik had hier: x= aantal geiten

y= aantal schapen

z=aantal struisvogels

Vergelijkingen:

x/3 +y +z = x

y/3 +z= x/5

z/3 + x= 470

Maar als ik dit uitreken klopt het niet...

Vraag 2:

Sofie, Lukas en Wietse spelen een spelletje kaart. Ze komen overeen dat de verliezer het bezit van de winnaars zal verdubbelen. Na drie spellen bezitten ze alle drie 12 euro en alle drie hebben ze eenmaal verloren. Hoeveel bezat elke speler voor het spel als je weet dat Sofie geld won en Lukas bij het begin het minst bezat?

Hopelijk kunnen jullie me helpen!

Charlotte. schreef:"Wanneer één derde van mijn geiten schapen zouden zijn, had ik evenveel geiten als schapen en struisvogels samen."

x/3 +y +z = x

x/3 +y +z

Hierbij neem je het aantal schapen + het aantal struisvogels EN je telt er die één derde van de geiten bij op.

Als 1/3 van de geiten nu echter schapen zouden zijn, dan is het totaal aantal geiten niet meer gelijk aan x.

Zie je dan wat je verkeerd hebt gedaan?

Ja dank je!

Ik heb de oplossing gevonden!

Maar hoe moet ik aan de 2e vraag beginnen?

Open voor elke vraag een nieuw topic, zie ook huiswerkbijsluiter. Op deze manier doe je aan crossposting.

Hier gaat een slotje op.

http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=136329