Een transformator. De primaire spoel is aangesloten op een wisselstroom. De secundaire spoel heeft 3 keer zoveel windingen en is aangesloten op een weerstand R. Dit geeft een vermogen P. Wat is het vermogen over de weerstand als deze rechtstreeks op de stroombron wordt aangesloten?
A. 3P
B. 9P
C. P/3
D. P/9
E. P
--------------------------------------------------------------
Het probleem dat ik hierbij heb, is dat ik twee manieren zie om dit te beredeneren, maar dat beide manieren mij een verschillend antwoord geven.
Methode 1:
We weten dat
\(P_s = V_s^2/R\)
De transformatorformules zijn:
\(V_s/V_p = N_s/N_p\)
We weten dat de secundaire spoel 3 keer zoveel windingen heeft, dus:
\(N_s = 3N_p\)
Hieruit volgt:
\(V_s/V_p = 3N_p/N_p\)
of
\(V_s = 3V_p\)
Als we dit nu linken aan het vermogen:
\(R = V²/P\)
. De weerstand R blijft gelijk. Aangezien de spanning 3 keer kleiner is als we de spoel rechtstreeks zouden aansluiten, moet het vermogen dus 9 (=3²) keer kleiner zijn om dit "in evenwicht" te houden (aangezien R gelijk blijft). Dus P/9. Antwoord D.
Methode 2 :
We weten dat
\(P_s = I²R\)
De transformatorformules zijn:
\(I_s/I_p = N_p/N_s\)
We weten dat de secundaire spoel 3 keer zoveel windingen heeft, dus:
\(N_s = 3N_p\)
Hieruit volgt:
\(I_s/I_p = N_p/3N_p\)
of
\(3I_s = I_p\)
Als we dit nu linken aan het vermogen:
\(R = P/I²\)
. Aangezien de stroom 3 keer groter wordt als we de primaire spoel rechtstreeks zouden aansluiten, betekent dit dat het vermogen 9 (= 3²) keer groter zou moeten worden om dit te compenseren. Dus 9P. Antwoord B.
---------------------------------------------------------------------
Dit is dus het probleem dat ik heb. Ergens maak ik een fundamentele fout, maar ik zie niet meteen waar.. Iemand die me kan helpen?