Stel een wijkverpleegster (WV) herkent een polsbreuk bij 1 op de 3 kinderen, maar stuurt maar 1 op de 8 van deze kinderen door naar de huisarts ( de rest gaat naar huis). De huisarts herkent normaal gesproken 1 van de 2 polsbreuken, en stuurt hiervan maar 1 van de 4 kinderen door naar het ziekenhuis ( de rest gaat naar huis). Nu komen de doorverwezen kinderen met een polsbreuk van de wijkverpleegster bij de kinderen met een polsbreuk die door de huisarts zijn ontdekt, hoeveel kans heeft een kind met een polsbreuk om doorverwezen te worden naar het ziekenhuis? ( Als je er vanuit gaat dat alle kinderen alleen via de huisarts kunnen worden doorverwezen naar het ziekenhuis).
Ik zou graag een opzetje willen tonen om te laten zien dat ik er al zelf mee bezig ben geweest maar voel tijdens het uitwerken aan dat er gewoon dingen niet helemaal kloppen. Zal het proberen hieronder maar hoop dat iemand dit kan verbeteren zodat ik bij een goed antwoord eindig!
Ik zou beginnen met 100 kinderen die (ALLEEN) onder het toezicht staan van de wijkverpleegster, en 100 kinderen die (ALLEEN) onder het toezicht staan van de huisarts, totaal dus 200 kinderen in de hele wijk met een polsbreuk. Maar ik voel al aan dat dit niet klopt omdat in realiteit kind met polsbreuk zowel bij de WZ als huisarts kan worden opgemerkt. Maar stel dat het wel klopt...dan zou dus 1/3 van de polsbreuken (33) door de WV worden opgemerkt, en 1/8 daarvan wordt doorverwezen...dan komen er dus 33 x 1/8 = 4,125 via de WZ bij de huisarts terecht.
Nu ziet de huisarts 50 van de 100 polsbreuken, waardoor er totaal 50 + 4,125 = 54,125 kinderen bij de huisarts zijn opgemerkt met een polsbreuk. Nu wordt er maar 1/4 deel doorverwezen naar het ziekenhuis, dus 13,53 kinderen met polsbreuk. Kan je dan zeggen dat ongeveer 1 op de 27 kinderen ( 200/13,53) met een polsbreuk in de wijk zal worden doorverwezen naar het ziekenhuis?
