Pagina 1 van 1

Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 10:09
door cathal
Ik heb wat problemen met de volgende probleemstelling:

"Wat is de PH van een mengsel bestaande uit 5O ml 0,1M HCl en 25 ml 0,16 M NaOH?"

Ik zou zeggen dat de PH 7 is, maar anderen denken 1,8.

Ik dacht dat wanneer HCl ontbind enkel H+ ertoe doet omdat Cl- een zeer zwakke base is, bij NaOH hetzelfde waardoor je twee ionen overhebt OH- en H+. Deze vormen samen H20 waardoor je PH 7 krijgt.

Klopt deze redenering?

We hebben deze redenering tijdens de les ook al eens toegepast voor een mengsel van NH3, NH4N03, HCl en NAOH.

Alvast bedankt

kl

Re: Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 10:21
door Mako
HCl en NaOH zijn een sterk zuur en sterke base en zullen dus zeker met elkaar gaan reageren.

Probeer eerst te vinden hoeveel mol HCl en NaOH in je reactievat zit. Het limieterende product zal dan volledig wegreageren met als gevolg dat er nog een bepaalde concentratie NaOH of HCl zal overblijven.

Bepaal dan met de juiste formule voor sterk zuur/base de pH.
Ik zou zeggen dat de PH 7 is, maar anderen denken 1,8.
Eerlijk gezegd lijkt me geen van beide correct.

Probeer eens via molberekening

Groeten

Re: Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 10:43
door Kravitz
Dit onderwerp past beter in het huiswerkforum en is daarom verplaatst.

Re: Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 11:07
door Mrtn
Ik dacht dat wanneer HCl ontbind enkel H+ ertoe doet omdat Cl- een zeer zwakke base is, bij NaOH hetzelfde waardoor je twee ionen overhebt OH- en H+. Deze vormen samen H20 waardoor je PH 7 krijgt.
Op zich klopt je redenatie wel: er ontstaat H+ en OH- en dat wordt samen water. Het probleem is dat je er niet gewoon eentje van elk hebt: je hebt 50 ml 0.1 M van het een en 25 ml 0.16 M van het andere. Hoeveel H'tjes en hoe veel OH'tjes heb je dan precies? Dat is misschien geen 1:1 verhouding en dan zou je een van de twee overhouden.

Re: Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 11:24
door cathal
Dus het klopt dat je met de zwakke zuren en basen geen rekening moet houden?

Dan krijg ik:

een overschot van 4,4 mol OH-

Dit in een oplossing van 0,075l => 58,66M

Poh = -log(OH-)= -1,76.

Wat doe ik nu nog verkeerd?

Re: Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 12:23
door Mako
Dus het klopt dat je met de zwakke zuren en basen geen rekening moet houden?
Allereerst, waar zie jij hier zwakke zuren of basen ? Of bedoel je het als algemene vraag ?
Wat doe ik nu nog verkeerd?
Persoonlijk vind ik het eenvoudiger om te rekenen met het aantal mol van de stof, niet met de concentratie H+ of OH- ionen.

Werk gewoon met de formule
\( c=\frac{n}{v} \)
en vorm deze om naar n.

Zo kan je eenvoudig het aantal mol HCl en het aantal mol NaOH berekenen. Je zal zien dat er in je reactievat net iets minder NaOH aanwezig is, met als gevolg dat dit je limieterend product is. Het aantal mol NaOH zal dus volledig weg reageren.

Nu blijf je nog met een kleine overschot HCl zitten. Bereken opnieuw de concentratie met bovenstaande formule (je hebt een totaal van 75ml) en pas daar gewoon de formule op toe.

Want: [H+]= [HCl] omdat HCl een sterk zuur is en dus volledig zal splitsen.

Hopelijk kon dit je helpen.

Groeten

Re: Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 12:47
door Mrtn
Dit in een oplossing van 0,075l => 58,66M
Daar zou een lampje moeten gaan branden. 58.66 molair kan natuurlijk niet.

Rekenvoorbeeld:

Je hebt 20 ml van een 0.15 molair oplossing. Dat wil zeggen dat je in 1 liter van die oplossing, 0.15 mol van die stof hebt.

Hoe veel mol van die stof zit dan in 20 ml ?

Als je dit nou doet voor de getallen die je gegeven zijn voor NaOH en HCl.. wat is er dan mis met je antwoord van 4,4 mol?

Wat betreft de zwakke zuren: waar in HCl en NaOH zie je een zwak zuur of een zwakke base?

Re: Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 15:26
door cathal
Hey bedankt voor de antwoorden, maar volgens mij zit er toch nog een fout in mijn redenering.

Ik dacht als volgt:

-Je brengt HCl in water => splitsing in H+ en Cl- Hier zie ik Cl-dus als een zeer zwakke base die niets zal veranderen aan de PH

-Je brengt NaOH in water => splitsing, her zie ik Na+ als een zeer zwak zuur dat ook niets zal veranderen aan de PH

Daardoor zijn er dus nog 2 ionen over die invloed zullen hebben op de PH, nl. OH- en H+.

Dan is er nog het probleem met de molhoeveelheden.

Ik dacht:

0,05l 0,1 M oplossing geeft 0,005 mol H+

0,025l 0,16M oplossing geeft 0,004mol OH-

Dus OH- is LR => 0,001 mol H+ over => pH=3 ?

Klopt de redenering en de uitwerking nu?

Alvast bedankt voor de hulp!

Re: Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 17:23
door Margriet
Je hebt 0,001 mol H+ maar je vergeet dat het volume 75 ml is.

Voordat je de pH berekent moet je eerst het aantal mol H+ per liter berekenen.

Re: Probleemstelling zuurbase oplossingen

Geplaatst: vr 12 aug 2011, 18:12
door cathal
idd, ik was even verward op het einde ;) thx!