Helft nederlandse pubers heeft regelmatig milde psychotische ervaring

Moderator: Astro

Reageer
Gebruikersavatar
Berichten: 3.135

Helft nederlandse pubers heeft regelmatig milde psychotische ervaring

Milde psychotische ervaringen, zoals waanachtige ideeën of lichte gevoelens van paranoia, komen regelmatig voor bij adolescenten. Van de bijna 7700 ondervraagde Nederlandse jongeren tussen 12 en 16 jaar, rapporteert ongeveer 40% dat ze vaak zo’n ervaring hebben. Dat stelt onderzoeker Hanneke Wigman.


‘Milde psychotische ervaringen’ zijn volgens de onderzoekster op te delen in vijf vormen: hallucinaties, wanen, paranoia, grootheidswaan en paranormale overtuigingen. Hieronder vallen bijvoorbeeld het horen van stemmen, het gevoel dat gedachten uit je hoofd gehaald worden, of het gevoel dat mensen zich anders voordoen dan ze zijn. Deze ervaringen zijn milder van aard dan in het geval van een psychose, een van de zwaarste psychiatrische aandoeningen.


Hanneke Wigman vergeleek via zelfrapportages de mate waarin dit soort psychotische ervaringen voorkomen onder pubers (12-16 jaar) met die onder volwassen vrouwen (18-45 jaar). Hieruit bleek dat zo’n 40% van de jongeren regelmatig tenminste een van de vijf vormen van een psychotische ervaring heeft, tegenover slechts 2% van de volwassenen. Tevens merkte de onderzoekster verschillen op tussen adolescente jongens en meiden wat betreft de soort ervaringen. Zo werd bij jongens grootheidswaan vaker gerapporteerd dan bij meisjes. Hallucinaties, waanbeelden, paranoia en paranormale overtuigingen kwamen meer voor bij meisjes.


Typisch adolescentie

De onderzoeksresultaten suggereren dat milde psychotische ervaringen typisch lijken te zijn voor de adolescentie. ‘De adolescentie is een periode waarin gevoelens van onzekerheid een rol spelen. Jongeren zijn zich meer bewust van zichzelf en zijn vaak gevoelig voor hun veranderende sociale omgeving. Dat maakt hen meer vatbaar voor bijvoorbeeld paranoïde gedachtes en waarnemingen’, verklaart Hanneke Wigman.

Voor adolescenten is het lastiger dan voor volwassenen om onderscheid te maken tussen belangrijke en onbelangrijke prikkels van binnen- en van buitenaf. Dit zorgt er onder meer voor dat ze gevoeliger zijn voor hallucinaties. Wigman toont tevens aan dat het ondergaan van milde psychotische ervaringen gedurende de adolescentie kan veranderen. ‘Er zijn jongeren die aan het begin van de adolescentie veel overkomt en geleidelijk steeds minder, maar ook jongeren voor wie het tegenovergestelde geldt’, vertelt de onderzoekster.


Aanhoudend

Voor de meeste jongeren zijn milde psychotische ervaringen van voorbijgaande aard. Als jongeren zoiets meemaken, hoeven ze volgens de onderzoeker dus niet in paniek te raken. ‘Maar’, stelt Wigman, ‘houden je klachten aan, of krijg je er nog andere klachten bij, dan is het verstandig om wel aan de bel te trekken.’ De onderzoekster ontdekte namelijk dat onder bepaalde omstandigheden, zoals bij cannabisgebruik, het opkroppen van problemen, erfelijke kwetsbaarheid of een traumatische gebeurtenis, psychotische ervaringen kunnen voortduren. Aanhoudende ervaringen vergroten bij jongeren het risico op een psychose of depressie op latere leeftijd.


Bron:

Universiteit Utrecht


Wetenschappelijk publicatie:

Hanneke Wigman: Persistence of the extended psychosis phenotype in young people: Link between vulnerability and clinical need
Heb je interesse in journalistiek? Wij zoeken versterking! Speurwerk, deel van het team, meer weten: klik.

Gebruikersavatar
Berichten: 1.820

Re: Helft nederlandse pubers heeft regelmatig milde psychotische ervaring

Interessante materie, vind ik. Maar het fenomeen is al langer bekend: zie bv.:

- hier: [1]

Waarbij men ziet dat het (= PLE = psychotisch-achtige ervaringen) ook (nog) kan voorkomen bij jong-volwassenen (18 - 23 jaar):
... Conclusion: PLE are common in young adults. The mechanisms underpinning the age and gender gradients in PLE may provide clues to the pathogenesis of psychotic disorders.
- of hier: [2]

Waarin de auteurs de volgende zaken vaststelden:
...

Results: Four subtypes of psychotic-like experiences were identified: Bizarre Experiences, Perceptual Abnormalities, Persecutory Ideas, and Magical Thinking. Intermittent, infrequent psychotic experiences were common, but frequent experiences were not. Bizarre Experiences, Perceptual Abnormalities and Persecutory Ideas were strongly associated with distress, depression and poor functioning. Magical Thinking was only weakly associated with these variables. Overall these findings may suggest that infrequent psychotic-like experiences are unlikely to be a specific risk factor for onset of a psychotic disorder in community samples.


Conclusions: Given that the different subtypes had varying associations with current difficulties it is suggested that not all subtypes confer the same risk for onset of psychotic disorder and poor outcome. Bizarre Experiences, Perceptual Abnormalities and Persecutory Ideas may represent expressions of underlying vulnerability to psychotic disorder, but Magical Thinking may be a normal personality variant.
Studies zouden dan ook vooral wijzen op het voorkomen van een continuüm van psychose: van erg mild (zoals deze vaak voorkomt in de populatie) tot ernstig (zoals bv. bij schizofrenie):
A systematic review of all reported incidence and prevalence studies of population rates of subclinical psychotic experiences reveals a median prevalence rate of around 5% and a median incidence rate of around 3%. A meta-analysis of risk factors reveals associations with developmental stage, child and adult social adversity, psychoactive drug use, and also male sex and migrant status. The small difference between prevalence and incidence rates, together with data from follow-up studies, indicates that approximately 75-90% of developmental psychotic experiences are transitory and disappear over time. There is evidence, however, that transitory developmental expression of psychosis (psychosis proneness) may become abnormally persistent (persistence) and subsequently clinically relevant (impairment), depending on the degree of environmental risk the person is additionally exposed to. The psychosis proneness-persistence-impairment model considers genetic background factors impacting on a broadly distributed and transitory population expression of psychosis during development, poor prognosis of which, in terms of persistence and clinical need, is predicted by environmental exposure interacting with genetic risk.
uit: A systematic review and meta-analysis of the psychosis continuum : Van Os, et all., evidence for a psychosis proneness-persistence-impairment model of psychotic disorder, Psychological Medicine, 2009, vol. 39, no2, pp. 179-195


Niet elke psychotisch-achtige ervaring zou een risicofactor zijn voor het optreden van latere psychosen (dus de stoornis). Zo komt 'magisch denken' erg vaak voor, maar dit zou geen risicofactor zijn. En ook de frequentie van optreden zou belangrijk zijn (erg frequent = grotere risicofactor). Erg frequent zou dan staan voor 3 of 4 op een schaal van 4 (1 = zelden, 4 = (bijna) altijd).

Omgevingsfactoren (zoals bv. het optreden van omgevingsstress,...) en genetische factoren zouden ook bepalen of die psychotisch-achtige ervaringen evolueren naar een stoornis of niet. Maar 75 à 90% van de psychotisch-achtige ervaringen zouden vanzelf voorbijgaan.


Dido
Ik ben niet jong genoeg om alles te weten...
-Oscar Wilde-

Reageer