Azijnzuurevenwicht

Yvonne123

Hoi,

Hoe kun je met behulp van de begin-pH (3,036) en het aantal mL natronloog dat bij de titratie nodig is om het zuur te neutraliseren (25,00 mL) bereken wat de Kz-waarde is?

Ik kom er niet aan uit. Ik kan alleen de H+ concentratie berekenen maar weet dan niet meer hoe ik verder moet..

Zou iemand me een tip kunnen geven zodat ik weer verder kan?

Alvast bedankt!

Yvonne

Yvonne123

Dit heb ik al gevonden:

pH = 3.036 dus pOH = 11,964

[OH] = 10^-11.964 = 1,08 x 10^-12 mol/L

Er was 25,00 mL nodig om het zuur te neutraliseren

hiermee kan ik uitrekenen dat er 2,72 x 10-14 mol NaOH aanwezig was.

CH3COOH + OH- <--> CH3COO- + H2O

Kan iemand mij verder helpen?

Fred F.

hiermee kan ik uitrekenen dat er 2,72 x 10-14 mol NaOH aanwezig was.

Er was helemaal geen NaOH aanwezig.

Je moet eerst uitrekenen hoeveel azijnzuur aanwezig was bij het begin.

Samen met de begin-pH bereken je daarna de Kz.

Yvonne123

pH = 3.036 dus

[H] = 10^-3.036 = 9,204 x 10 ^ -4 mol/L

natronloog die we gebruikt hebben is 1M

we hebben 25,00 mL natronloog gebruikt

dus 0,0025 mol natronloog

CH3COOH + OH- <--> CH3COO- + H2O

maar dan, ik snap niet?

Marko

Wat is de definitie van K_z?

Hoe ziet de vergelijking/formule eruit waar K_z in voorkomt?

Welke termen staan allemaal in die vergelijking?

Hoe zou je die kunnen berekenen met behulp van gegevens die je nu al bepaald hebt?

Yvonne123

Ja de definitie van de Kz is [CH3COO-]/([CH3COOH]x[OH-])

Gegeven is dat [CH3COOH] = 0,1 M en [OH-] = 0,1 M

Maar hoe kom je dan aan [CH3COO-]?

Ik heb dit eens geprobeerd maar dat klopt ook niet:

CH3COOH + OH- <--> CH3COO + H2O

V 9,204 x 10 ^ -4 mol/L 0,1 mol/L 0

R -9,204 x 10 ^ -4 mol/L -9,204 x 10 ^ -4 mol/L +9,204 x 10 ^ -4 mol/L

N 0 9,908 x 10 ^ -2 mol/L 9,204 x 10 ^ -4 mol/L

Kz = 9,204 x 10 ^ -4 / ( 0 x 9,908 x 10 ^ -2)

Ik kom er niet aan uit?

Fred F.

Ja de definitie van de Kz is [CH3COO-]/([CH3COOH]x[OH-])

Nee, Kz = [CH₃COO^-].[H⁺]/[CH₃COOH] oftewel Kz = [CH₃COO^-].[H₃O⁺]/[CH₃COOH]

Uit de pH kun je [H⁺] oftewel [H₃O⁺] berekenen.

Je weet hoeveel mol NaOH gebruikt is in de titratie, dus je kunt uitrekenen hoeveel mol azijnzuur er geweest moet zijn.

Er moet overigens wel gegeven zijn hoeveel ml azijnzuuroplossing er in het begin was om de concentratie te kunnen berekenen.

Gegeven is dat [CH3COOH] = 0,1 M en [OH-] = 0,1 M

Hoezo gegeven?

Yvonne123

Ja, maar wat is dan het verschil tussen [CH3COOH] en [CH3COO]

kan ik dat dan wel uitrekenen met de rv:

CH3COOH + OH- --> CH3COO + H2O?

Yvonne123

CH3COOH + -----OH- →----CH3COO- + H2O

150 ml----------0,0025 mol---0,0025 mol

0,0025 mol

= 0,0167 mol/L

Aantal mol natronloog = 0,1 x 0,025 = 0,0025 mol natronloog

[H+] = 10-3,036 = 9,204 . 10-4 mol/L

CH3COOH ↔CH3COO- +----H+

0,1 mol/L------?----------9,204 . 10-4 mol/L

Kz = [CH3COO-].[H+] = ? ^. 9,204 ^. 10-4 =

----------[CH3COOH]--------------------0,1

Maar we hebben eerst 50 mL azijnzuur (1 M) 50x verdund. Toen hadden we 500 mL (0,1 M). Daaruit hebben we precies 25 mL gepipetteerd en aangevuld met 125 mL gedestilleerd water. Dus hoeveel ml azijnzuur hebben we dan? 150 mL?

Hoe kom ik dan aan de concentratie van CH3COO-?

Marko

Je weet wat de [H⁺] is aan het begin van de titratie. En je geeft ook de reactie waarmee die H⁺ is gevormd. In reactie wordt ook de CH₃COO^- gevormd!

Wat weet je dan dus over de [H⁺] en [CH₃COO^-]?

Yvonne123

Dan is die dus even groot omdat het een evenwichtreactie is en de molverhouding is 1:1?

Yvonne123

Kz = ([CH3COO-].[H+])/[CH3COOH] = (9,201 . 10^-4 . 9,201 . 10^-4)/(0,1) = 8,466 . 10^-6

Klopt dit?

Marko

Waar komt die 0.1 vandaan?

Yvonne123

Maar ik heb dus 25,00 mL azijnzuur gepipetterd en daar 125ml water bij toegevoegd, mag ik dan dit doen:

0,0025 mol/0,150 L = 0,0167 mol/L

Dus Kz = ([CH3COO-].[H+])/[CH3COOH] = (9,201 . 10-4 . 9,201 . 10-4)/(0,0167) = 5,069 . 10^-5

Marko

Yvonne123 schreef:Maar ik heb dus 25,00 mL azijnzuur gepipetterd en daar 125ml water bij toegevoegd, mag ik dan dit doen:

0,0025 mol/0,150 L = 0,0167 mol/L

Dat mag, maar het is juister om 25.00 mL te pipetteren en dan aan te vullen tot een bekend volume. Dat doe je normaal gesproken met een maatkolf. Wanneer je 2 vloeistoffen met verschillende concentraties mengt zal het totaalvolume namelijk niet precies gelijk zijn aan de som van de beginvolumes.

Maar goed, laten we ervan uitgaan dat het hier niet zoveel verschil maakt. Dan is het totaalvolume inderdaad 0.150 L en was de molariteit van de oplossing die je titreerde inderdaad 0.0167 M.

Dus Kz = ([CH3COO-].[H+])/[CH3COOH] = (9,201 . 10-4 . 9,201 . 10-4)/(0,0167) = 5,069 . 10^-5

De echte waarde is volgens mij 1.8 x 10⁵. Je zit er dus er dus een stukje boven. Heb je een idee waar dit vandaan kan komen?

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

Azijnzuurevenwicht

Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht

Re: Azijnzuurevenwicht