Medisch onderzoek
Geplaatst: ma 10 okt 2011, 17:30
Hallo allemaal,
Momenteel ben ik met een medisch onderzoek bezig op een Universiteit, in de richting van Biomedical Research (Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek). Er wordt veelal biostatistiek toegepast en aangezien ik niet zoveel kennis hiervan heb, loop ik tegen veel dingen aan. Ik heb zelf al heel veel bekeken in de literatuur (wetenschappelijke artikelen), boeken en op internet en zelfs oudere berichten van deze site. Helaas kom ik niet uit met bepaalde dingen.
In dit onderzoek heb ik de eiwitexpressie bepaald ten op zichtte van een controle en verschillende remmers gebruikt of het effect heeft op de eiwitexpressie. Het eiwit is het getest bij verschillende concentraties van een bepaald stofje (stimuli) om de eiwitexpressie tot stand te brengen.
Bij de resultaten van verschillende concentraties (voor eiwitexpressie) is de t-toets berekend (de gepaarde t-toets gedaan met T-toets tool in Excel). Dus van de verschillende concentraties (matrix 2) ten opzichte van de controle (matrix 1) is de gepaarde t-toets gebruikt. Dit wordt vaak toegepast in medisch onderzoeken. Met deze uitkomst van de t-toets word uitgemaakt of het wel of niet significant is. Deze waarde wordt meteen vergeleken met de risicofactor van 5% natuurlijk. Maar ik snap het verband van t-waarde en p-waarde ineens niet. Duidelijk is dat de kans wordt berekend om te kijken of de resultaten niet op toeval berusten. http://nl.wikipedia.org/wiki/P-waarde Ik zag wel op de site van wikipedia de formules, daar staat ook de toetsinggrootheid T beschreven wat de T-toets voorstelt. Zoals ik het ken rekende ik met de p-waarde vanuit de z-waarde. Alleen ik snap nog steeds niet het verband met de T-toets en P-waarde samen??? En kun je de p-waarde als een parametrische toets beschouwen, naast de t-toets en F-toets die ook tot een parametrische toets behoren.
Totale meetwaarden van de eiwitexpressie (n=4), zijn de resultaten wel normaal verdeeld aangezien de aantal metingen klein zijn???
Hypothese stelling
Wat voor 0-hypothese stelling zou ik kunnen stellen, bijv. dat de eiwitten wel tot expressie komen en waarom is het beter om de 2 zijdige toets te gebruiken om 0-hypotheses uit te sluiten?
Als je een P-waarde kleiner is dan 5%, dan zijn de resultaten wel significant en wordt de 0-hypothese verworpen en wordt dan overgegaan naar de alternatieve hypothese. Hoe kun je vervolgens verder gaan met de alternatieve hypothese of hoeven verder geen berekeningen uitgevoerd te worden.
Non-parametrische test blijkt meer significant te zijn dan de parametrische testen. Ik had ergens gelezen dat de parametrische testen afhankelijk zijn van de normaal verdeling en non-parametrische testen onafhankelijk zijn van de normale verdeling, klopt dat?
Alvast bedankt voor jullie hulp.
Momenteel ben ik met een medisch onderzoek bezig op een Universiteit, in de richting van Biomedical Research (Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek). Er wordt veelal biostatistiek toegepast en aangezien ik niet zoveel kennis hiervan heb, loop ik tegen veel dingen aan. Ik heb zelf al heel veel bekeken in de literatuur (wetenschappelijke artikelen), boeken en op internet en zelfs oudere berichten van deze site. Helaas kom ik niet uit met bepaalde dingen.
In dit onderzoek heb ik de eiwitexpressie bepaald ten op zichtte van een controle en verschillende remmers gebruikt of het effect heeft op de eiwitexpressie. Het eiwit is het getest bij verschillende concentraties van een bepaald stofje (stimuli) om de eiwitexpressie tot stand te brengen.
Bij de resultaten van verschillende concentraties (voor eiwitexpressie) is de t-toets berekend (de gepaarde t-toets gedaan met T-toets tool in Excel). Dus van de verschillende concentraties (matrix 2) ten opzichte van de controle (matrix 1) is de gepaarde t-toets gebruikt. Dit wordt vaak toegepast in medisch onderzoeken. Met deze uitkomst van de t-toets word uitgemaakt of het wel of niet significant is. Deze waarde wordt meteen vergeleken met de risicofactor van 5% natuurlijk. Maar ik snap het verband van t-waarde en p-waarde ineens niet. Duidelijk is dat de kans wordt berekend om te kijken of de resultaten niet op toeval berusten. http://nl.wikipedia.org/wiki/P-waarde Ik zag wel op de site van wikipedia de formules, daar staat ook de toetsinggrootheid T beschreven wat de T-toets voorstelt. Zoals ik het ken rekende ik met de p-waarde vanuit de z-waarde. Alleen ik snap nog steeds niet het verband met de T-toets en P-waarde samen??? En kun je de p-waarde als een parametrische toets beschouwen, naast de t-toets en F-toets die ook tot een parametrische toets behoren.
Totale meetwaarden van de eiwitexpressie (n=4), zijn de resultaten wel normaal verdeeld aangezien de aantal metingen klein zijn???
Hypothese stelling
Wat voor 0-hypothese stelling zou ik kunnen stellen, bijv. dat de eiwitten wel tot expressie komen en waarom is het beter om de 2 zijdige toets te gebruiken om 0-hypotheses uit te sluiten?
Als je een P-waarde kleiner is dan 5%, dan zijn de resultaten wel significant en wordt de 0-hypothese verworpen en wordt dan overgegaan naar de alternatieve hypothese. Hoe kun je vervolgens verder gaan met de alternatieve hypothese of hoeven verder geen berekeningen uitgevoerd te worden.
Non-parametrische test blijkt meer significant te zijn dan de parametrische testen. Ik had ergens gelezen dat de parametrische testen afhankelijk zijn van de normaal verdeling en non-parametrische testen onafhankelijk zijn van de normale verdeling, klopt dat?
Alvast bedankt voor jullie hulp.