De volgende stelling staat in mijn boek:
If
where
Ik neem als substitutie in de linker integraal:
Dit geldt volgens mij alleen wanneer
Alvast bedankt.
Natuurlijk. tau is de integratieveranderlijke, terwijl t voor de integraal een constante is.Dit geldt volgens mij alleen wanneer\(t \neq f(\tau)\), maar is dit wel het geval?
Het heeft mij ook een tijdje gekost om te begrijpen wat een convolutie juist doet. Het idee is dat je een van de 2 functies neemt en op een bepaalde plaats t over de andere schuift. Dan bepaal je via de integraal de oppervlakte voor die verschuiving. Je kan dan t laten lopen en voor al die andere verschuivingen telkens de oppervlakte berekenen en op die manier krijg je terug een functie. Maar zie je dat die verschuiving t door de integraal als een constante gezien wordt?Helaas zie ik niet in waarom dat gewoon een constante is, dat is dan ook mijn probleem.
Ik zie inderdaad dat wanneer je t laat lopen, de functieJe kan dan t laten lopen en voor al die andere verschuivingen telkens de oppervlakte berekenen en op die manier krijg je terug een functie.