Het ging om een prospectieve studie (= de kinderen werden gevolgd vanaf het begin), waarbij gevraagd werd aan de ouders om een wetenschappelijk getoetste vragenlijst, de CBCL, in te vullen over het voorkomen van gedragsproblemen en emotionele problemen. Deze CBCL wordt trouwens vaak gebruikt om oa. ouders te bevragen over ondermeer de volgende aspecten:
- angstig-depressieve kenmerken,
- externaliserende problemen (storend, nadelig gedrag naar de omgeving richten, zoals vechten),
- internaliserende problemen (= nadelig gedrag op zichzelf richten, zoals vaak te zien is bij depressie en angst),
- emotionele reactiviteit (intens reageren op prikkels, zoals bij prikkelbaarheid),
- lichamelijke klachten vertonen (zoals buik- en hoofdpijn die niet medisch verklaarbaar is),
- zich terugtrekken
- slaapproblemen,
- aandachtsproblemen,
- agressief gedrag vertonen
De resultaten waren als volgt:
waarbij hogere scores 'slechter' zijn
De prevalentie (= het voorkomen) van externaliserende problemen is groter bij jongens (nl. 10.5% van de jongens op 4 jarige leeftijd heeft er last van) dan bij meisjes. Dit resultaat is weinig verbazend aangezien jongens over het algemeen hoger scoren op externaliserende problemen dan meisjes. Internaliserende problemen komen voor bij meisjes (bij 9.9 %). Ook dat is weinig nieuws.
Interessant was vooral dat matig vroeggeborenen een groter risico hadden op het vertonen van lichamelijke klachten, op internaliseren, op externaliseren en op het vertonen van problemen.
De auteurs halen aan dat de resultaten verkregen werden door ouders te bevragen over het gedrag van hun kinderen. Het resultaat zou er dus iets anders kunnen uitgezien hebben, mochten professionelen het gedrag hebben beoordeeld. Toch is het aangetoond dat ouders in staat zijn om psychische problemen van hun kinderen dmv. de CBCL accuraat te duiden. (zie bv. deze studie)... Gedragsproblemen
De resultaten van de studie laten zien dat matig prematuur geboren kinderen 70% meer kans hadden op externaliserende problemen, zoals aandachtsproblemen en agressief gedrag. Het risico op internaliserende problemen bleek echter groter: matig prematuur geboren kinderen hadden 2,5 keer meer kans op problemen als emotioneel reactief, angstig, teruggetrokken en somatiserend gedrag. Somatiserend gedrag uit zich in het ontwikkelen van lichamelijke klachten zoals buikpijn of hoofdpijn, waarvoor geen ziekteoorzaken te vinden zijn.
Verschil tussen jongens en meisjes
Bij de te vroeg geboren jongens kwamen externaliserende problemen meer voor en bij de meisjes internaliserende problemen. Het is bekend dat gedragsproblemen een negatieve invloed kunnen hebben op schoolprestaties en sociale ontwikkeling. ...
uit: Vier tot acht weken te vroeg geboren: verhoogd risico op gedragsproblemen
abstract van de studie: Potijk, M. R., de Winter, A. F., Bos, A. F., Kerstjens, J. M., & Reijneveld, S. A. (2011). Higher rates of behavioural and emotional problems at preschool age in children born moderately preterm. Archives of Disease in Childhood.
Dido