Een zuur is een deeltje dat een H+ kan afstaan. Een base is een deeltje dat dat kan opnemen.
Precies wat hier gebeurt. Bij de bovenste reactie staat een H2O-molecuul dat gebonden zit aan het Ni2+-ion een H+-ion af. Daarbij ontstaat een ander deeltje, dat nog steeds gebonden zit aan het Ni2+ ion. Welk deeltje is dat? Welk deeltje ontstaat wanneer H2O een H+ afstaat?
Marko schreef:Een zuur is een deeltje dat een H+ kan afstaan. Een base is een deeltje dat dat kan opnemen.
Precies wat hier gebeurt. Bij de bovenste reactie staat een H2O-molecuul dat gebonden zit aan het Ni2+-ion een H+-ion af. Daarbij ontstaat een ander deeltje, dat nog steeds gebonden zit aan het Ni2+ ion. Welk deeltje is dat? Welk deeltje ontstaat wanneer H2O een H+ afstaat?
Ahja, doordat het bij als zuur een H afsplitst, van H2O, blijft er een OH over, waardoor je tweemaal OH hebt... Ik snap het.
Is het ook mogelijk om nog extra voorbeelden/oefeningen te geven? Want ik zou willen weten of ik het volledig snap door extra oefeningen te maken, er staan geen andere in onze cursus.
Dus de reactie waarbij bovenstaand deeltje opnieuw als zuur optreedt. Het deeltje dat daarbij ontstaat kan óók weer optreden als zuur, dus je kunt de oefening ook met dat deeltje doen.
Ni(OH)2(H2O)4 + H+
