Wat je trouwens ziet bij inspanning, is dat de bloedtoevoer naar de apex van de long onevenredig toeneemt in vergelijking met de bloedtoevoer naar de onderkant van de long, omdát dit gedeelte van de long meer O2 kan afgeven.
Bij nader inzien toch nog een vraag....hoe kan bovenstaande ontstaan? Want er zal niet meer zwaartekracht ontstaan, dus hoe komt die onevenredige verschuiving dan precies tot stand? Ik kan mij namelijk niet voorstellen dat de kraakbeenringetjes rondom de bronchiën richting de apex kleiner worden om de bloedtoevoer zo te beperken- en naar de onderste lob te bevorderen...of beschikken bronchiolen daarentegen wel over een soort samenknijpingsmechanisme ( ik dacht dat daar ook nog kraakbeenstukjes in aanwezig zijn dus dat zou ook niet echt logisch zijn) ?!
) , maar ik doelde op het feit dat wanneer er mogelijk direct minder lucht wordt aangevoerd er ook minder zuurstof in de apex komt als de bronchiën hier invloed op kunnen hebben (de hoeveelheid lucht die naar bepaalde delen van de lobben wordt verplaatst)--> en dat als oorzaak van de onevenredige oorzaak. Aangezien ik verwachtte dat als gevolg daarvan er door minder zuurstof daar in de apex, ook de bloedtoevoer zal afnemen omdat er dan nog minder zuurstof te halen valt in het bovenste gedeelte en bij een normale shunting --> wat dus voor een totaal zorgt dat er verhoudingsgewijs meer zuurstof door de onderste lob wordt afgegeven aangezien deze immers meer zuurstof vrij te geven heeft (doordat er dus meer bloed langs stroomt als gevolg van shunting).