Aan het einde van het haarvat is de bloeddruk normaal ongeveer 20 mm kwik zodat door de hogere, wateraanzuigende kracht van de plasma-eiwitten voldoende vocht uit de weefsels wordt opgenomen. Als de bloeddruk aan het einde van het haarvat, door hartfalen, toeneemt naar bijvoorbeeld 22 mm kwik, wordt deze aanzuigende werking kleiner. Er blijft dan vocht in het weefsel achter. Het vocht hoopt zich op in het weefsel, en dit symptoom wordt oedeem genoemd. Oedeem treedt het eerst op in de laagst gelegen lichaamsdelen door de invloed van de zwaartekracht (figuur 5.15).
Ik begrijp dit niet helemaal. Moet ik hieruit opmaken dat de de bloeddruk in lager gedeeltes het hoogst is? Maar waarom? De zwaartekracht is toch niet sterker in lagere lichaamsdelen dan in hogere? En hoe komen zij aan de waarde van "meer dan een meter"? Het verband ontgaat mij volstrekt.Het effect van de zwaartekracht op de bloeddruk in het veneuze stelsel. In stand is de kolom bloed die op de vaten in de voet rust (de hydrostatische druk) meer dan een meter. Goed functionerende kleppen in de aders van de armen en de benen verhinderen het terugstromen van bloed dat door het spierpompmechanisme naar boven is gestuwd. Bij een verhoogd bloedvolume zal het water het eerst uittreden in de laagst gelegen lichaamsdelen.
Als iemand dit kan toelichten, bij voorbaat dank.