Bij parallelschakeling van bijvoorbeeld drie gelijke weerstanden verdeelt de stroom zich gelijk. De stroom door de vervangingsweerstand is dus driemaal zo groot als die door de individuele componenten. De spanning over de vervangingsweerstand is gelijk aan die van de individuele componenten. De weerstand van de vervangingsschakeling is dus een derde van die van de individuele componenten.
Algemeen geldt:
Op wiki over elektrische weerstand staat het volgende:
Hier staan de weerstanden naast elkaar in de schakeling, zodat de spanning over alle weerstanden dezelfde is, terwijl de stroom zich verdeelt over de takken. Uit de wet van Ohm volgt:
Ik heb nu dus een redelijk stuk van wiki geciteerd. Ik zou graag deze formule willen begrijpen:
Ik begin zo (dat is dus het onderstreepte stuk, maar dan in mijn eigen woorden):
Stel je hebt een parallelschakeling van 3 gelijke weerstanden. De spanning over de weerstanden bliijft gelijk, de stoom is 3 keer zo klein, omdat die is verdeelt. De spanning van de afzonderlijke component is gelijk aan de spanning van de vervanginsweerstand. Omdat de stroom van de afzonderlijke component 3 keer zo klein is, betekent dit dat de weerstand van de afzonderlijke component 3 keer zo groot is als van de vervaningsweerstand. En dan dit naar een formule vertalen...? (Daar kom ik niet aan uit, weet niet wanneer je plus of keer moet doen.)