Vraag ivm reactievergelijkingen
Moderator: ArcherBarry
Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
- Berichten: 153
Vraag ivm reactievergelijkingen
Kan er iemand me zeggen of deze reactievergelijkingen kloppen ?
1. Na2SO3 + CuO2 --> ... (geen reactie)
2. C6H12O6 + 6CuO2 --> 6CO2 + 6H2O + Cu
3. N2H4CO + CuO2 --> CO2 + H2O + H2 + N2 + Cu
4. Na2SO3 +OH --> ... (geen reactie)
5. C6H12O6 + OH --> ... (geen reactie)
6. N2H4CO + 2OH --> 2NH3 + CO + O2
Ik weet niet of het hier wel past, maar ik wist niet in welk subforum ik dit moest plaatsen.
Alvast bedankt.
Beryllium: Gebruik sub- en superscript aub! Bekijk de helpfunctie hoe sub- en superscript te gebruiken.
Ik heb je reacties even genummerd, dat scheelt overschrijven of onnodig quoten.
1. Na2SO3 + CuO2 --> ... (geen reactie)
2. C6H12O6 + 6CuO2 --> 6CO2 + 6H2O + Cu
3. N2H4CO + CuO2 --> CO2 + H2O + H2 + N2 + Cu
4. Na2SO3 +OH --> ... (geen reactie)
5. C6H12O6 + OH --> ... (geen reactie)
6. N2H4CO + 2OH --> 2NH3 + CO + O2
Ik weet niet of het hier wel past, maar ik wist niet in welk subforum ik dit moest plaatsen.
Alvast bedankt.
Beryllium: Gebruik sub- en superscript aub! Bekijk de helpfunctie hoe sub- en superscript te gebruiken.
Ik heb je reacties even genummerd, dat scheelt overschrijven of onnodig quoten.
- Berichten: 6.314
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
Wat me opvalt is dat de tweede serie (4 t/m 6) eigenlijk dezelfde reacties is als de eerste set (1 t/m 3). Waarom? Omdat koperoxide in water reageert tot koper en hydroxide.
Wat sowieso fout is: CuO2; dat kan niet. Het is CuO óf Cu2O.
Het is ook OH- en niet OH.
De combi 3 en 6 is onlogisch. Waarom zou ureum de ene keer o.i.v. hydroxide (uit koperoxide + water) ontleden in stikstof en waterstof en de andere keer in ammoniak?
Wat sowieso fout is: CuO2; dat kan niet. Het is CuO óf Cu2O.
Het is ook OH- en niet OH.
De combi 3 en 6 is onlogisch. Waarom zou ureum de ene keer o.i.v. hydroxide (uit koperoxide + water) ontleden in stikstof en waterstof en de andere keer in ammoniak?
You can't possibly be a scientist if you mind people thinking that you're a fool. (Douglas Adams)
- Berichten: 153
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
Ik begrijp dat het nogal onduidelijk is.
Ik zal even het ganse practicum hier posten, dat maakt het voor jullie alvast wat duidelijker.
Mogelijkse stoffen:
- natriumsulfiet (Na2SO3
- glucose (C6H12O6
- ureum (N2H4CO
- albumine (bloedeiwit met SH2 -houdende aminozuren)
Doelstelling
Aan de hand van onderstaande proeven dient men te weten te komen in welke genummerde proefbuisjes zich de bovenstaande stoffen bevinden.
Bepaling van C aanwezigheid
Proefverloop:
1. Neem een kleine hoeveelheid van de te onderzoeken stof in een pyrex proefbuis.
2. Voeg 2x deze hoeveelheid aan koper(II)oxide toe en meng een beetje.
3. Sluit de proefbuis af met een rubber stop waardoor een gebogen glazen buisje zit dat in een tweede proefbuis met kalkwater (Ca(OH)2) wordt geleid.
4. Het proefbuisje met het poederstaal verhitten in de bunsenvlam.
5. Eventueel wordt na de proef de gevormde condens in contact gebracht met een blauw Cobaltchloride papiertje.
(Als er damp in het ander proefbuisje komt is de proef positief)
Bepaling van N aanwezigheid
Proefverloop:
1. Neem een kleine hoeveelheid van de te onderzoeken stof in een pyrex proefbuis.
2. Voeg een iets grotere hoeveelheid natronkalk (=mengsel van NaOH en Ca(OH)2) of kalkwater toe.
3. Verhit het poeder in een open proefbuis boven een bunsenvlam.
4. Boven het proefbuisje wordt een glazen staafje aangebracht dat voorafgaandelijk werd gedompeld in geconcentreerd zoutzuur.
(Als het staafje dampt is de proef positief)
Bepaling van S aanwezigheid
Proefverloop:
1. Neem een kleine hoeveelheid van de te onderzoeken stof in een pyrex proefbuis.
2. Verhit het poeder in een open proefbuis boven een bunsenvlam.
3. Boven de verhitte proefbuis wordt een filterpapiertje gehouden dat voorafgaandelijk wordt gedrenkt in een loodacetaat oplossing.
(Als het papiertje zwart wordt is de proef positief)
Resultaten van de proeven:
Proefbuis 1: C-proef + , N-proef - , S-proef -
Proefbuis 2: C-proef + , N-proef + , S-proef +
Proefbuis 3: C-proef - , N-proef - , S-proef -
Proefbuis 4: C-proef + , N-proef + , S-proef -
Inhoud van het verslag:
- Een beknopte motivering van de proef werkwijze gekoppeld aan de proefdoelstelling
- Een figuurlijke weergave van elk van de uitgevoerde proeven.
- De lewisformule van glucose, natriumsulfiet en ureum.
- Een beschrijving van de gedane waarnemingen per proef.
- De betrokken overeenkomstige reactievergelijkingen per proef en/of waarneming.
- Het resultaat van het practicum. (welke stof hoort bij welk genummerd proefbuisje ?)
Ik zal even het ganse practicum hier posten, dat maakt het voor jullie alvast wat duidelijker.
Mogelijkse stoffen:
- natriumsulfiet (Na2SO3
- glucose (C6H12O6
- ureum (N2H4CO
- albumine (bloedeiwit met SH2 -houdende aminozuren)
Doelstelling
Aan de hand van onderstaande proeven dient men te weten te komen in welke genummerde proefbuisjes zich de bovenstaande stoffen bevinden.
Bepaling van C aanwezigheid
Proefverloop:
1. Neem een kleine hoeveelheid van de te onderzoeken stof in een pyrex proefbuis.
2. Voeg 2x deze hoeveelheid aan koper(II)oxide toe en meng een beetje.
3. Sluit de proefbuis af met een rubber stop waardoor een gebogen glazen buisje zit dat in een tweede proefbuis met kalkwater (Ca(OH)2) wordt geleid.
4. Het proefbuisje met het poederstaal verhitten in de bunsenvlam.
5. Eventueel wordt na de proef de gevormde condens in contact gebracht met een blauw Cobaltchloride papiertje.
(Als er damp in het ander proefbuisje komt is de proef positief)
Bepaling van N aanwezigheid
Proefverloop:
1. Neem een kleine hoeveelheid van de te onderzoeken stof in een pyrex proefbuis.
2. Voeg een iets grotere hoeveelheid natronkalk (=mengsel van NaOH en Ca(OH)2) of kalkwater toe.
3. Verhit het poeder in een open proefbuis boven een bunsenvlam.
4. Boven het proefbuisje wordt een glazen staafje aangebracht dat voorafgaandelijk werd gedompeld in geconcentreerd zoutzuur.
(Als het staafje dampt is de proef positief)
Bepaling van S aanwezigheid
Proefverloop:
1. Neem een kleine hoeveelheid van de te onderzoeken stof in een pyrex proefbuis.
2. Verhit het poeder in een open proefbuis boven een bunsenvlam.
3. Boven de verhitte proefbuis wordt een filterpapiertje gehouden dat voorafgaandelijk wordt gedrenkt in een loodacetaat oplossing.
(Als het papiertje zwart wordt is de proef positief)
Resultaten van de proeven:
Proefbuis 1: C-proef + , N-proef - , S-proef -
Proefbuis 2: C-proef + , N-proef + , S-proef +
Proefbuis 3: C-proef - , N-proef - , S-proef -
Proefbuis 4: C-proef + , N-proef + , S-proef -
Inhoud van het verslag:
- Een beknopte motivering van de proef werkwijze gekoppeld aan de proefdoelstelling
- Een figuurlijke weergave van elk van de uitgevoerde proeven.
- De lewisformule van glucose, natriumsulfiet en ureum.
- Een beschrijving van de gedane waarnemingen per proef.
- De betrokken overeenkomstige reactievergelijkingen per proef en/of waarneming.
- Het resultaat van het practicum. (welke stof hoort bij welk genummerd proefbuisje ?)
- Berichten: 153
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
Het probleem is dat ik de reactievergelijkingen niet kan opstellen en oplossen.
Als oplossing kom ik trouwens uit dat in proefbuis 1 glucose zit, in 2 albumine, in 3 natriumsulfiet en in 4 ureum.
Als oplossing kom ik trouwens uit dat in proefbuis 1 glucose zit, in 2 albumine, in 3 natriumsulfiet en in 4 ureum.
-
- Berichten: 205
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
volgens jou voorschriften (die waarschijnlijk niet zullen liegen) zouden er bij 1, 4, 5, geen reactie moeten plaatsvinden, dus daar hoef je niet aan te twijfelen denk ikStef schreef: Kan er iemand me zeggen of deze reactievergelijkingen kloppen ?
1. Na2SO3 + CuO2 --> ... (geen reactie)
2. C6H12O6 + 6CuO2 --> 6CO2 + 6H2O + Cu
3. N2H4CO + CuO2 --> CO2 + H2O + H2 + N2 + Cu
4. Na2SO3 +OH --> ... (geen reactie)
5. C6H12O6 + OH --> ... (geen reactie)
6. N2H4CO + 2OH --> 2NH3 + CO + O2
Ik weet niet of het hier wel past, maar ik wist niet in welk subforum ik dit moest plaatsen.
Alvast bedankt.
Beryllium: Gebruik sub- en superscript aub! Bekijk de helpfunctie hoe sub- en superscript te gebruiken.
Ik heb je reacties even genummerd, dat scheelt overschrijven of onnodig quoten.
als je een reactie vergeleiking maakt wild de stof als het even kaniets van CO2 H2O ect. worden
bij drie zal het volgens mij zo iets worden
2N2H4CO + 7CuO2 --> 2CO2 + 4H2O + 4NO2 + 7Cu
omdat ik eigenlijk ook niet zeker weet wat er met die stikstof zal gebeuren heb ik er maar dit van gemaakt
zo een soort reactie zal er volgens mij ook plaats vinden bij nummer 6 8-[
maar ik zal het wel fout hebben... miss dat iemand anders dat even kan bevestigen
jorim waar blijf je???
- Berichten: 153
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
Bedankt voor je reactie.
Is er iemand die heel de proef eens wil nalezen en dan kan zeggen welk de juiste reacties zijn, want ik begrijp er eerlijkgezegd de ballen van.
Is er iemand die heel de proef eens wil nalezen en dan kan zeggen welk de juiste reacties zijn, want ik begrijp er eerlijkgezegd de ballen van.
- Berichten: 2.953
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
Okidoki, de conclusie van je experiment is in ieder geval wel goed.
Bij de C-bepaling verbrand je de verbinding. Koper(II)oxide (CuO!) levert de bij de verbranding benodigde zuurstof (er wordt dan ook koper gevormd). Wanneer de verbinding in je buisje koolstof bevat wordt er CO2 gevormd. Dit toon je aan met de vorming van een wit neerslag in je Ca(OH)2 oplossing (calciumcarbonaat). Een addertje onder het gras is dat bij natriumsulfiet er wel een reactie plaatsvindt, maar er wordt géén CO2 gevormd, waardoor de koolstoftest hiervoor (terecht) negatief is.
Na2SO3 + CuO -> Na2SO4 + Cu (géén CO2)
C6H12O6 + 12 CuO -> 6 CO2 + 6 H2O + 12 Cu
H2N(CO)NH2 + 3 CuO -> CO2 + 2 H2O + N2 + 3 Cu
albumine + CuO -> CO2 + H2O + N2 + SOx + Cu
Bij je N-bepaling worden er amines gevormd o.i.v loog. Ondermeer doordat amides worden gehydrolyseerd. Zowel ammonia als alkylamines geven een witte nevel met zoutzuur.
Na2SO3 + OH- -> geen reactie
C6H12O6 + OH- -> geen reactie
H2N(CO)NH2 + 2 OH- -> 2 NH3 + CO32-
albumine + OH- -> NH3 + alkylamines + heleboel andere troep
Jouw reactievergelijkingen zaten al aardig in de goede richting alleen lijkt het er op dat je bij de bepaling van één van de elementen niet precies weet wat je met de overige moet doen.
Ga er bij verbranding van uit dat er alleen CO2, H2O en N2 gevormd worden.
Bij de stikstofbepaling wordt ureum (een amide) gehydrolyseerd. Wanneer je weet dat er NH3 gevormd wordt, kun je afleiden wat je over moet houden (denk hierbij ook aan ladingen).
Denk maar eens na over de vraag waarom natriumsulfiet wat wel een zwavelatoom bevat toch een negatieve S-test geeft.
Succes met je verslag
Bij de C-bepaling verbrand je de verbinding. Koper(II)oxide (CuO!) levert de bij de verbranding benodigde zuurstof (er wordt dan ook koper gevormd). Wanneer de verbinding in je buisje koolstof bevat wordt er CO2 gevormd. Dit toon je aan met de vorming van een wit neerslag in je Ca(OH)2 oplossing (calciumcarbonaat). Een addertje onder het gras is dat bij natriumsulfiet er wel een reactie plaatsvindt, maar er wordt géén CO2 gevormd, waardoor de koolstoftest hiervoor (terecht) negatief is.
Na2SO3 + CuO -> Na2SO4 + Cu (géén CO2)
C6H12O6 + 12 CuO -> 6 CO2 + 6 H2O + 12 Cu
H2N(CO)NH2 + 3 CuO -> CO2 + 2 H2O + N2 + 3 Cu
albumine + CuO -> CO2 + H2O + N2 + SOx + Cu
Bij je N-bepaling worden er amines gevormd o.i.v loog. Ondermeer doordat amides worden gehydrolyseerd. Zowel ammonia als alkylamines geven een witte nevel met zoutzuur.
Na2SO3 + OH- -> geen reactie
C6H12O6 + OH- -> geen reactie
H2N(CO)NH2 + 2 OH- -> 2 NH3 + CO32-
albumine + OH- -> NH3 + alkylamines + heleboel andere troep
Jouw reactievergelijkingen zaten al aardig in de goede richting alleen lijkt het er op dat je bij de bepaling van één van de elementen niet precies weet wat je met de overige moet doen.
Ga er bij verbranding van uit dat er alleen CO2, H2O en N2 gevormd worden.
Bij de stikstofbepaling wordt ureum (een amide) gehydrolyseerd. Wanneer je weet dat er NH3 gevormd wordt, kun je afleiden wat je over moet houden (denk hierbij ook aan ladingen).
Denk maar eens na over de vraag waarom natriumsulfiet wat wel een zwavelatoom bevat toch een negatieve S-test geeft.
Succes met je verslag
-
- Berichten: 205
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
ik had geleerd dat N zich graag wilde binden met zuurstof tot NO of NO2 weet ik dat ook weer 8-[DrQuico schreef: Ga er bij verbranding van uit dat er alleen CO2, H2O en N2 gevormd worden.
Bij de stikstofbepaling wordt ureum (een amide) gehydrolyseerd. Wanneer je weet dat er NH3 gevormd wordt, kun je afleiden wat je over moet houden (denk hierbij ook aan ladingen).
- Berichten: 153
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
Bedankt voor de uitgebreide reactie, DrQuico. Je hebt er me echt mee geholpen!
Welk zijn de reactievergelijkingen bij de zwavelbepaling ? Is het een verbrandingsreactie of moet je iets met het loodacetaat doen ?
En waarom is de S-proef negatief voor natriumsulfiet ?
Sorry voor al mijn vragen, chemie is niet mijn sterkste vak, hoewel ik er toch veel moeite voor doe.
Welk zijn de reactievergelijkingen bij de zwavelbepaling ? Is het een verbrandingsreactie of moet je iets met het loodacetaat doen ?
En waarom is de S-proef negatief voor natriumsulfiet ?
Sorry voor al mijn vragen, chemie is niet mijn sterkste vak, hoewel ik er toch veel moeite voor doe.
- Berichten: 2.953
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
Dat gebeurt in de praktijk vaak ook. Maar volgens mij wordt bij de theoretische 'volledige verbranding' stikstof altijd omgezet tot N2ik had geleerd dat N zich graag wilde binden met zuurstof tot NO of NO2
Het is niet echt een verbranding. Je verhit het materiaal met weinig zuurstof in de buurt (door de dampen die uit het buisje komen kan er moeilijk zuurstof bij). Er ontstaat bij dit verhitten H2S. Wat voor reactie zou dit met loodacetaat kunnen geven die de zwarte kleur verklaard? Denk hierbij aan de kleuren van loodzouten. Als je dit weet, weet je ook waarom het bij natriumsulfiet niet werkt.Welk zijn de reactievergelijkingen bij de zwavelbepaling ? Is het een verbrandingsreactie of moet je iets met het loodacetaat doen ?
- Berichten: 153
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
Na2SO3 + O2 --> ...
C6H12O6 + O2 --> 6H2O + C6O2
N2H4CO + O2 --> NH3 + CO3 + NH
Albumine + O2 --> ...
C6H12O6 + O2 --> 6H2O + C6O2
N2H4CO + O2 --> NH3 + CO3 + NH
Albumine + O2 --> ...
-
- Berichten: 205
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
EEEEhhhh....? hoe kom je hier aan? 8-[Stef schreef:Na2SO3 + O2 --> ...
C6H12O6 + O2 --> 6H2O + C6O2
N2H4CO + O2 --> NH3 + CO3 + NH
Albumine + O2 --> ...
C6H12O6 + 6O2 --> 6H2O + 6CO2 dit is een beetje standaard reactie voor de verbranding van glucose
N2H4CO + O2 --> NH3 + CO3 + NH
denk niet dat deze goed is alleen heb nu ff geen tijd om dat te verbeteren er zal iig geen CO3 + NH gevormt worden volgens mij en zal er CO2 + H2O + N2 gevormt worden
LEES DE POSTS NOG EVEN DOOR, als je tijd hebt
Ga er bij verbranding van uit dat er alleen CO2, H2O en N2 gevormd worden.
- Berichten: 153
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
OK bedankt, ik denk dat ik ze nu allemaal heb.
2N2H4CO + 4O2 --> CO2 + 4H2O + 2N2
Deze klopt he ?
Bij albumine en natriumsulfiet zijn er geen reacties geloof ik.
2N2H4CO + 4O2 --> CO2 + 4H2O + 2N2
Deze klopt he ?
Bij albumine en natriumsulfiet zijn er geen reacties geloof ik.
- Berichten: 2.953
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
Nou nee, vóór de pijl heb je 10 zuurstofatomen en ná de pijl heb je er 6 en de koolstofatomen voor en na de pijl kloppen ook niet. Het is verstandig om als je de reactievergelijking hebt opgesteld deze nog een keer na te rekenen: klopt alles voor en na de pijl met elkaar?Deze klopt he ?
Jawel, albumine bestaat uit koolstof, waterstof, zuurstof, zwavel en stikstof en geeft ook de gebruikelijke verbrandingsprodukten en zwaveloxides. Om deze reactie uit te schrijven heb je de molecuulformule van albumine nodig.Bij albumine en natriumsulfiet zijn er geen reacties geloof ik.
Natriumsulfiet kan worden geoxideerd met zuurstof tot natriumsulfaat (Na2SO4)
-
- Berichten: 205
Re: Vraag ivm reactievergelijkingen
voor de reactie:Stef schreef:OK bedankt, ik denk dat ik ze nu allemaal heb.
2N2H4CO + 4O2 --> CO2 + 4H2O + 2N2
Deze klopt he ?
Bij albumine en natriumsulfiet zijn er geen reacties geloof ik.
2N2H4CO + 4O2 --> CO2 + 4H2O + 2N2
2*N2 = 4N
2*H4 = 8H
2*C = 2C
2*O + 4*O2= 10 O
na de reactie:
CO2 + 4H2O + 2N2
2*N2 = 4N
4*H2 = 8H
1*C = 1C
O2 + 4*O= 8 O
zoek de 2 verschillen maar je had het dus bijna goed 8-[
overgens mag je het NOOIT zo schrijfen als ik dat heb gedaan, maar dat rekend wel makkelijker