Ik ben aan het zoeken op een 'wat mij lijkt' eigelijk een simpele oefening.
Het jachtluipaard is in staat om over een korte afstand van ongeveer 500 meter een zeer hoge snelheid te halen. De sprint van een jachtluipaard dat een gazelle probeert te grijpen is door een camera vastgelegd. De plaatsfunctie, vanaf de start van de sprint tot het moment waarop het jachtluipaard weer stil staat, wordt beschreven door het verband s = -t³/90 + t². Hierin is s de afstand in meter en t de tijd in seconden, gemeten vanaf de start van de sprint.
Nu de vraag:
Bereken het tijdstip waarop het jachtluipaard weer stil staat.
Wat ik nu gedaan is dus gewoon de afgeleide genomen om zo een functie te krijgen die de snelheid weer geeft:
s' = v = -3t²/90 + 2t = -3t² + 180t
Maar als ik hier de nulpunten van zoek krijg ik iets dat niet klopt ? Is m'n afgeleide nu verkeerd of los ik de vraag gewoon niet goed op ?
misschien een te simpele maniewr van mij, niet zo goed in afgeleiden:
snelheid moet 0 zijn, ofwel s/t = 0
beide zijden delen door t
s/t=-t2/90+t = 0
t (-t/90+1)=0
t = 0 of:
-t/90 = -1 dus t= 90
Maar als ik dan weer s uitreken aan de hand van de originele formule, dan krijg ik alleen maar s=0.....?
voor t = 45 echter wel 1012,5 m ....
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip... http://www.wetenscha...showtopic=59270
zoals je weet ben ik wiskundig maar een simpele ziel, maar moet je dan je v ook niet met 90 vermenigvuldigen?
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip... http://www.wetenscha...showtopic=59270