Ah, ik zie het probleem...
Je zal eerst moeten uitzoeken of de moleculen in een plat vlak liggen of niet.
Er is een theorie die precies laat bepalen wat de ruimtelijke structuur is van een molecuul: de zogeheten VSEPR theorie (Valance Shell Electron Pair Repulsion). Gezien je chemlevel weet ik eigenlijk niet of je dit wel behoort te weten, maar je kan in ieder geval even op
deze website kijken.
Als je weet of een molecuul vlak is of niet, kan je al veel helpen bij het bepalen van je dipoolmomenten.
BCl
3 is inderdaad vlak: het heeft drie bindingen, en geen electronen meer over.
PCl
3 heeft óók drie bindingen, maar net zoals NH
3 nog een vrij electronenpaar over, dat ervoor zorgt dat de ruimtelijke structuur op een paraplu lijkt.
In het geval van BCl
3 kan je drie partiële dipoolmomenten tekenen: van elke chloor naar het booratoom. Omdat deze in hetzelfde vlak liggen, zijn ze netto nul als je ze optelt.
Bij PCl
3 heb je óók drie partiële dipoolmomenten, maar liggen ze niet in hetzelfde vlak. Als je ze optelt houd je een resulterend dipoolmoment over: dat is het dipoolmoment van het molecuul.
Nu gaan we even terug naar de voorbeelden van de moleculen die je hebt staan in het lijstje.
Valt het je op dat de eerste 4 allemaal lijken op methaan, maar dat er telkens een H afgaat en een Cl ervoor in de plaats komt? Dat maakt dat de ruimtelijke structuur lijkt op die van methaan: tetraëdrisch.
ik zou zeggen, probeer eens wat je van CH
3Cl zou maken. Als die je lukt, koet de rest te doen zijn.
You can't possibly be a scientist if you mind people thinking that you're a fool. (Douglas Adams)