Ik zit vast bij een oefening van redoxreacties. De eerste stap is altijd "het gekende gedeelte van de reactievergelijking in formuletaal schrijven". Deze kan ik niet vinden bij de volgende oefening... als ik dat weet, kan ik wel verder, aangezien ik redoxreactie normaal wel kan oplossen
Reactie tussen zink en verdund zwavelzuur (redoxreactie via redoxbrug)
In een proefbuis worden enkele stukjes zink gebracht en enkele ml geconcentreerd H2SO4-oplossing 98 V%. Het zinkmetaal lost op en er ontstaat een dik, wit, prikkelend gas dat een papiertje doordrenkt met KMnO4-oplossing ontkleurt, kenmerkend voor SO2-gas.
En nog iets.. die 98 V%, moet ik hier rekening mee houden? (ik weet wel hoe normale redoxreactie moeten opgelost worden maar heb nooit een V% in de opgave gehad.)
Een geconcentreerde H2SO4 oplossing kan als oxidator optreden, waarbij SO2 en water gevormd wordt, als het goed is moet je zo toch een goede (half)reactie kunnen opschrijven
Een geconcentreerde H2SO4 oplossing kan als oxidator optreden, waarbij SO2 en water gevormd wordt, als het goed is moet je zo toch een goede (half)reactie kunnen opschrijven
We leren dit jaar alleen maar de redoxbrug-methode, de halfreactie kennen we niet.
Het is gewon dat ik de reactie niet goed kan opstellen.. het moet zoiets zijn als:
Zn + H2SO4 -> KMnO4 + ...
maar hier wreet ik het dus niet goed. De verdere opgave kan ik wel
Wat is die 'redoxbrugmethode' dan? Volgens mij maakt iedereen gebruik van halfreacties om een dergelijke opgave te maken.
Je hebt in je proef in ieder geval twee reacties die plaatsvinden. In de eerste reageert zink met met geconcentreerd zwavelzuur. Enkel in geconcentreerd zwavelzuur zal het zwavelzuur zelf als oxidator optreden:
H2SO4 + 2 e--> SO2 + 2 OH-
Zink wordt geoxideerd:
Zn -> Zn2+ + 2e-
gecombineerd levert dit:
H2SO4 + Zn-> Zn2+ + SO2 + 2 OH-
Wanneer SO2 in aanraking komt met het natte KMnO4 papiertje dan lost dit op tot H2SO3 wat direct door de permanganaat wordt geoxideert tot H2SO4.
Die halfreaktie van H2SO4, die OH- levert zou ik toch wel iets anders formuleren. Je krijgt toch ècht geen OH- in dat geconcentreerde zwavelzuur hoor.
Misschien iets als
Zn + 2H2SO4 --> Zn2+ + 2H2O + SO2 + SO42-
Ook hier valt wel iets op af te dingen, zoals dat er waarschijnlijk zelfs geen SO42-, maar HSO4- ontstaat, maar het ligt in ieder geval dichter bij de waarheid dan die reactie met OH- als produkt.
Ja, dat mag wel. Ik had mijn vergelijking geformuleerd met volledig H2SO4, omdat het gaat om geconcentreerd zwavelzuur. Dan vind ik die halfreactie met H+ iets minder correct, maar voor ionogene stoffen mag je ionen weglaten als het zgn. tribune (Engels: spectator) ionen zijn.
Bij verdund zwavelzuur mag je de sulfaat ionen als tribune ionen veronderstellen, de H+ ionen zorgen dan voor de reactie (en leveren dan H2). Je reaktievergelijking bevat dan alleen Zn, H+, H2 en Zn2+. Hiermee maak je je vergelijking algemener en geef je aan dat deze reactie met ieder zuur zo verloopt en niet specifiek is voor zwavelzuur.
Met geconcentreerd zuur krijg je wel een specifieke reactie van zwavelzuur, omdat dan het molecuul H2SO4 als oxidator werkt en het mechanisme ook heel anders wordt. Je krijgt dan SO2 als gas, i.p.v. H2.
