joodadditiegetal glyceroltrioleaat

Moderator: ArcherBarry

Reageer
Berichten: 1

joodadditiegetal glyceroltrioleaat

ik heb een opdracht voor school die luidt:

beschrijf inclusief reactievergelijkingen hoe je van het vet glyceroltrioleaat het verzepings getal en het joodadditiegetal moet bepalen:

dit moet worden weer gegeven:

1reactievergelijkingen

2beschrijving van expirimenten

3berekening hoeveel jood en hoeveel KOH er minimaal nodig is voor de behandeling van 10 gram vet

4bereken het verzepings getal + joodadditiegetal theoretisch

hopelijk is der iemand die genoeg kennis heeft om ons hierbij te helpen, we zijn al zolang bezig dat we der niet meer uitkomen

bij voorbaat dank

GJ en Jorge

Gebruikersavatar
Berichten: 11.177

Re: joodadditiegetal glyceroltrioleaat

Heb je wel al een structuurformule gevonden?

Berichten: 92

Re: joodadditiegetal glyceroltrioleaat

Chemisch gezien hebben lipiden een joodgetal en een verzepingsgetal. Het joodgetal is het aantal gram jood (= halogeen) dat kan geaddeerd worden op 100g van het vet. Het joodgetal is dus een maat voor het aantal onverzadigheden van een vet. Het verzepingsgetal is het aantal milligram kaliumhydroxide dat nodig is om 1g van het vet te verzepen. Met het verzepingsgetal kan de gemiddelde ketenlengte worden berekend. Hoe hoger het verzepingsgetal hoe korter de ketens.

Zometeen kijk ik thuis wel ff in mijn boeken over berekeningen en voorschriften voor de bepaling. Afbeelding

Berichten: 92

Re: joodadditiegetal glyceroltrioleaat

Gaan we even een bepaling uitleggen.

Bepaling van het verzepingsgetal van een olie (plantaardig of niet maakt in principe niet uit)

Toetsingscriterium

Een plantaardig vet of olie heeft een verzepingsgetal van circa 200. De spreiding in de bepaling mag 0,80% bedragen.

Beginsel

Plantaardige vetten of oliën bestaan uit mengsels van esters van glycerol en hogere vetzuren. Meestal gaat het om oliezuur (9-octadeceenzuur) of linolzuur.

Het verzepingsgetal is het aantal mg KOH dat nodig is om 1,0000 gram olie of vet te verzepen en de vrije zuren te binden.

Het zuurgetal is het aantal mg KOH dat nodig is om alle vrije zuren in 1,0000 gram olie of vet te binden.

Het estergetal is het aantal mg KOH dat nodig is om alle esters in 1,00000 gram olie of vet te hydrolyseren.

Verzepingsgetal=estergetal+zuurgetal

Benodigdheden voor de proef:

Monster: je glyceroltrioleaat

Reagentia: alcoholische loog KOH 0,5 mol/liter, zoutzuur 0,5 mol/liter allebei gesteld of zelfgemaakt, fenolftaleïne, geneutraliseerde ethanol.

Glaswerk: 4 terugvloeikoelers, 4 stoperlenmeyers 300ml, 1 volpipet van 25 ml, 2 kookplaten met bevestigingsmogelijkheid voor statief en 2 statieven.

Voorschrift 1 (verzepingsgetal):

Weeg in duplo 1 gram olie af in een erlenmeyer met slijpstuk en los op in geneutraliseerde ethanol. Pipeteer 25 ml 0,5 mol/liter KOH in de erlenmeyer. Voeg 3 kookkralen toe, plaats een boelkoeler op de erlenmeyer en kook de oplossing onder terugvloeiing gedurende 1 uur. Koel af tot kamertemperatuur en titreer de oplossing met gestelde zoutzuur (0,5 mol/liter). Voer een blancobepaling in duplo uit (dus enkel geneutraliseerde ethanol in erlenmeyer, KOH toevoegen, koken 1 uur lang en die titreren met zoutzuur)

Voorschrift 2 (zuurgetalbepaling):

Weeg in enkelvoud 25 gram olie af in een erlenmeyer en los op in 20ml geneutraliseerde ethanol. titreer met alcoholische KOH tot licht roze. Het heeft geen zin deze bepaling in duplo te doen. Je nu met deze bepaling de concentratie van de KOH uit de sterkte van de Zoutzuur bij voorschrift 1 berekenen.

Verzepingsreactie:

3KOH+ (H3COCO(CH2)14CH3)3---> (X-C-OH)3

Hierbij is de 2e O voor de pijl een dubbel gebonden O naar boven (keton) en loopt de keten door (in principe tot oneidige). De ketongroep wordt verzeept en is de OH groep na de pijl. De Koolstofatomen waaraan de ketongroepen zitten vormen onderling verbindingen met elkaar.

Bepaling van het joodadditie getal..... (Bepaling joodadditie getal volgens Wys)

Toetsingscriterium kan opgezocht worden in het Handbook of Chemistry and Physics, joodadditiegetal onder Fats and Oils. Spreiding in de bepaling mag 0,8% bedragen.

Van de oliën en vetten wil men in de regel graag weten hoeveel onverzadigde bindingen er aanwezig zijn. Hiertoe bepaald men het joodadditiegetal (additienorm).

Defenitie joodadditiegetal/ additienorm: Hoeveelheid jood in gram die aan 100 gram olie of vet geaddeerd kan worden(joodadditiegetal). Kiest men als eenheid millimol halogeen dat reageert met 10 gram vet of olie dan spreekt met over de additie norm.

Voor de bepaling kiest men de methode van Wys omdat deze gebruik maakt van joodmonochloride (ICl) in plaats van jood (I2). De electrofiele additie (pi elektronen van de dubbele binding) gaat beter stuk met een dipoolmolecuul dan met een apolair molecule (I2). Desondanks drukt men het joodadditie getal uit in jood en niet in joodmonochloride.

Werkwijze:

Als het monstermatriaal niet helder is wordt het eerst gefiltreerd over een droog filter. Mocht de troebeling veroorzaakt worden door water dan wordt er eerst gedroogd met natriumsulfaat.

Controleer op oxideerbare componenten (ICl is ook een oxidator) in het monster aanwezig zijn door in een reageerbuis 2 ml kaliumdichromaat/zwavelzuurmengels (2 mol/l zwavelzuur en 3 microspateltjes kaliumdichromaat) te doen er wat monster toe te voegen. Groenkleuring duid op oxideerbare componenten in je monster.

Benodigdheden: je monster (glyceroltrioleaat)

Reagentia: Natriumthiosulfaat 0,1 mol/l (gesteld), verse 10% kaliumjodide oplossing, joodmonochloride oplossing 0,1 mol/l, verse zetmeeloplossing (als indicator)

Glaswerk: 4 stoperlenmeyers van 300 ml, 1 volpipet van 25 ml

Voorschrift:

Weeg in duplo de voorgeschreven hoeveelheid monster in een stoperlenmeyer af en los op in 15 ml dichloormethaan. Pipeteer 25ml joodmonochlorideoplossing volgens Wys bij je monster en zet hem gedurende de voorgeschreven tijd, afgesloten, in het donker neer. Hierna voegt men 20ml 10% kaliumjodideoplossing toe en vul de oplossing tot 150 ml aan met water. Titreer de oplossing onder krachtig schudden (roervlo doet het ook goed:D) met natriumthiosulfaat (gesteld) en zetmeel als indicator. Voor tegelijkertijd een blancobepaling in duplo uit)

Opmerkingen bij het voorschrift:

1) Als je monster niet goed oplost moet je meer dichloormethaan gebruiken maar denk wel aan het volume van je erlenmeyer!

2) Laat de oplossing 1 uur in het donker staan als er geen oxideerbare componenten in het monster zitten, anders 2 uur.

3) Voor de titratie in de zuurkast uit.

4) Afval gaat in het afvalvat van gehalogeneerde koolwaterstoffen.

Dit is een indirecte titratie:

Reactie 1:

Oxidator+2I- ----> I2+ reductor

Titratiereactie:

I2+2 S2O3 ---> 2I- + S4O6 2-

Tijdens de reactie is er dus jood aanwezig. Door de overmaat jodide die in de oplossing aanwezig is blijft het jood aanwezig in de oplossing als trijodide:

I2+ I- ---> I3-

Gedurende het verloop van de titratie verdwijnt de bruine kleur van het opgeloste jood. Dat is een indicatie dat de reactie ten einde loopt. De omslag is van bruin via geel naar kleurloos. Vlak voordat de bruine kleur verdwenen is voeg je daarom zetmeelindicator toe waardoor er blauwe kleuring ontstaat.

Titreer totdat de blauwe kleur net verdwenen is en je bent klaar met de bepaling.....

denk zo dat je er nu wel uit zal moeten kunnen komen. Oja de stuctuurformule staat in handbook of chemistry maar is ook te vinden op de betere internetpagina's over chemicaliën of organische chemie in het algemeen.

Reageer