Groepsdeelname Nationale Wetenschapsquiz

Moderator: Rhiannon

Reageer
Berichten: 42

Groepsdeelname Nationale Wetenschapsquiz

Hallo allemaal,

Het leek me wel leuk om als groep aan de Nationale Wetenschaps Quiz mee te doen.

Als je dit wat lijkt kan je hier mee discussieren en proberen we gezamelijk zo veel mogelijk antwoorden goed te hebben.

Het is de bedoeling dat als we de antwoorden hebben,één persoon zijn/haar naam erbij vermeld.(Wie dat wordt moeten we nog even bespreken)

Als het kan zetten we erbij dat we als groep via chemieforum.nl meedoen.

(Dit hangt er nog even vanaf,want eigenlijk mogen er alleen schoolklassen meedoen als groep,maar ik heb ze gemaild)

We moeten de antwoorden uiteraard vóór een bepaalde datum versturen(de precieze datum zal ik later vermelden)

Het zou makkelijk zijn als we het rijtje vragen gewoon afwerken,maar dit hoeft niet.Graag er wel even bij vermelden over welke vraag je het hebt.

Voor vragen,suggesties of opmerkingen kan je me even PM-en.

Groeten Element-X

Berichten: 42

Re: Groepsdeelname Nationale Wetenschapsquiz

Vraag 1: Het is oudejaarsavond en je besluit dat het leuk zou zijn om champagne met een lekkere schuimkraag neer te zetten. Hoe krijg je champagneschuim stabiel?

A. Door een scheutje bier toe te voegen.

B. Door er een schepje suiker bij te gooien.

C. Door er stikstof in te blazen.

Vraag 2: Houd als een ober een bord hete soep op de gespreide vingers van je hand. Draai je hand met daarop het bord rond. Hoeveel rondjes moet je draaien voordat je arm weer terug komt in de beginstand?

A. 1

B. 2

C. 3

Vraag 3: Je beklimt een berg tot op honderd meter hoogte. Je kunt tot aan de horizon kijken. Naar welke hoogte moet je klimmen om vier keer zo ver te kunnen zien?

A. 400 meter.

B. 1600 meter.

C. 3200 meter.

Vraag 4: Waarom zijn er vooral bij aflandige wind kwallen aan de kustlijn?

A. Omdat er dan veel algen aan de kust te vinden zijn.

B. Omdat ze warm water zoeken.

C. Omdat ze worden meegevoerd door de stroming.

Vraag 5: Wat is het zwaarst: een liter volle melk of een liter magere melk?

A. Ze zijn even zwaar, een liter is een liter.

B. Een liter volle melk.

C. Een liter magere melk.

Vraag 6: Waardoor is de Engelse wijnbouw te gronde gegaan?

A. Doordat in de dertiende eeuw het drinken van wijn verboden werd.

B. Door de kleine ijstijd.

C. Door de huwelijken van Engelse koningen.

Vraag 7: Twee wolken bevatten evenveel water. De ene is ontstaan in vervuilde lucht en de andere in schone lucht. Uit welke wolk zal het eerst regen vallen?

A. Uit de wolk in de vervuilde lucht.

B. Uit de wolk in de schone lucht.

C. Het maakt geen verschil.

Vraag 8: Quizdeelnemers wordt gevraagd om geen kleding met een fijn streepjespatroon te dragen wanneer zij op tv verschijnen. Waarom is dat?

A. De verticale strepen onderbreken de timing van het digitale signaal.

B. Streepjespatronen veroorzaken interferentie met de scanfrequentie van de camera"s.

C. Een gestreept patroon produceert valse kleuren op de analoge tv thuis.

Vraag 9: Groenland is op sommige wereldkaarten even groot als Australië? Hoe kan dat?

A. Dat is een politieke keuze van de kaartenmaker.

B. Dat is een optische illusie, doordat Australië geheel door grote oceanen is omgeven.

C. De kaarten zijn gemaakt om kompaskoersen uit te zetten.

Vraag 10: Hoe kun je een ei zo koken dat de dooier stolt en het eiwit niet?

A. Door het ei 18 seconden in de magnetron te zetten op 400 watt.

B. Door het ei 8 uur lang in water van 63 graden te laten staan.

C. Door het ei 12 minuten lang afwisselend 30 seconden in kokend water en 30 seconden in ijswater te dompelen.

Vraag 11: Vlak achter een voorligger verbruikt een fietser minder energie dan als hij alleen fietst. Maar heeft de koprijder ook profijt van die situatie?

A. Nee, integendeel, hij moet wat harder trappen.

B. Nee, het maakt geen verschil.

C. Ja.

Vraag 12: Je hebt twee identieke bakjes met in de bodem een identiek gaatje. Bij één bakje bevestig je onder het gat een twintig centimeter lang rubberslangetje. Je vult beide bakjes met evenveel water. Welk bakje loopt het snelst leeg?

A. Het bakje met het slangetje.

B. Het bakje zonder slangetje.

C. Beide bakjes lopen even snel leeg.

Vraag 13: Wat gebeurt er wanneer je een stalen kogel in de Marianentrog dumpt?

A. Hij zal steeds sneller zinken.

B. Hij zal steeds langzamer zinken.

C. Hij zal op zekere diepte blijven zweven in het water.

Vraag 14: Je doet een dekbedhoes samen met kleiner wasgoed in de wasmachine. Hoe komt het dat aan het eind van het wasprogramma het kleine wasgoed in de dekbedhoes gedraaid is?

A. Door het heen en weer bewegen van de trommel.

B. Doordat klein wasgoed gevoeliger is voor waterwervels dan groot wasgoed.

C. Door het oppervlakteverschil tussen de dekbedhoes en het kleine wasgoed.

Vraag 15: Wat is het nut van al die plooien in je oorschelpen?

A. Ze dempen harde geluiden.

B. Ze zorgen ervoor dat je kunt horen op welke hoogte een geluidsbron zich bevindt.

C. Ze zorgen ervoor dat je geluid van links en rechts kunt onderscheiden.

Vraag 16: Je krijgt achter elkaar in willekeurige volgorde zes taarten te zien van verschillende grootte. Na elke taart moet je beslissen of je deze wilt of niet. Je mag maar één keer ja zeggen. Wat is de beste strategie om de grootste taart te bemachtigen?

A. Je verwerpt de eerste twee mogelijkheden en kiest daarna voor de eerste taart die groter is dan de eerste twee.

B. Je verwerpt de eerste vier mogelijkheden en kiest daarna voor de eerste taart die groter is dan de eerste vier.

C. Met een dobbelsteen, want het zal altijd een gok blijven.

Vraag 17: Is het waar dat de zee rustiger wordt als er olie op de golven drijft?

A. Ja, maar alleen bij zeer grote hoeveelheden olie, zodat er een dikke laag ontstaat.

B. Ja, maar alleen bij een zeer dun laagje olie.

C. Nee, het is een fabeltje.

Vraag 18: Met een staafmagneet kun je een kilo ijzer optillen. Je zaagt de staaf precies doormidden. Hoeveel kun je maximaal met elk van de twee kleine staven optillen?

A. Ongeveer een kilo.

B. Rond ¾ kilo.

C. Iets meer dan een pond.

Vraag 19: In een badkuip met 100 liter water drijft een bootje met daarin 10 kilo zout. Je vervangt het zout door een steen van 10 kilo en lost het zout op in de badkuip. Wat gebeurt er met het waterpeil?

A. Het stijgt.

B. Het daalt.

C. Het blijft gelijk.

Vraag 20: Hoe schenk je een volle fles met vloeistof het snelste leeg?

A. Door hem recht en zo stil mogelijk op zijn kop te houden en op de bodem te tikken.

B. Door eerst te schudden en hem met de flessenhals schuin naar beneden te houden.

C. Door hem eerst om zijn lengteas rond te draaien en hem met de flessenhals schuin naar beneden te houden.

Berichten: 42

Re: Groepsdeelname Nationale Wetenschapsquiz

Vraag 1:

Ik denk dat je de schuim stabiel krijgt door er stikstof in te blazen,omdat de andere antwoorden het minst voor de hand liggen.

Want suiker zorgt er juist voor dat het koolzuurgas er snel er snel uit gaat.

Volgens mij wordt de schuim daar niet stabieler van.

En bier erbij gooien heeft denk ik ook geen effect.

(ik zal die laatste twee toch een dezer dagen gaan proberen)

Berichten: 42

Re: Groepsdeelname Nationale Wetenschapsquiz

Via www.nwo.nl kan je de quizantwoorden doorsturen tot en met maandag 11 decemeber 11.59uur.

Je kan alleen als groep meedoen als je een klas bent. Maar als alle mensen in je groep apart de antwoorden laat opsturen, hebben jullie toch veel meer kans op de hoofdprijs?

Moeten jullie wel loten wie mee mag, want de hoofdprijs is wel voor maar twee personen. Helaas, kan ik je daar niet verder bij helpen.  Veel succes en plezier met het maken van de quiz.

Vriendelijke groeten,  Kim van den Wijngaardpersvoorlichter
Okee dan stuurt iedereen apart de antwoorden op.

Dit vind ik inderdaad een beter idee.

Berichten: 1.379

Re: Groepsdeelname Nationale Wetenschapsquiz

Antwoorden:

11. C. Ja, want de eerste maakt dan wat minder luchtwervelingen.

12. A. A. is goed. Vanwege het grotere drukverschil is er een snellere uitstroom.

13. B. B. Maar met een andere agumentatie: Het is de illusie, veroorzaakt door de

stereografische projectie van een bol op een plat vlak. ( De beide polen

komen dan in het oneindige terecht)
Uitleggen is beter dan verwijzen naar een website

Berichten: 162

Re: Groepsdeelname Nationale Wetenschapsquiz

hzeil schreef: 13. B. B. Maar met een andere agumentatie: Het is de illusie, veroorzaakt door de

stereografische projectie van een bol op een plat vlak. ( De beide polen

komen dan in het oneindige terecht)
Klopt, echter zijn er meerdere projecties mogelijk waardoor dit soort illusies weer niet het geval zijn: Kaartprojectie @ wiki

maw A. Dat is een politieke keuze van de kaartenmaker.

Gebruikersavatar
Berichten: 204

Re: Groepsdeelname Nationale Wetenschapsquiz

Vraag 3

Berekend met pythagoras: (opgezocht de straal van de aarde bedraagt 6378137 m.)

Op 100 m. hoogte -> de horizon op een afstand van 35716 meter.

a) op 400 m. hoogte -> de horizon op een afstand van 71433 meter.

b) op 1600m. hoogte -> de horizon op een afstand van 142873 meter.

c) op 3200m. hoogte -> de horizon op een afstand van 202065 meter.

dus B is het juiste antwoord! :oops:

Berichten: 4

Re: Groepsdeelname Nationale Wetenschapsquiz

Op school houden wij voor de kerst ook altijd een wetenschapsquiz met onder andere deze vragen. Aan mij de eer om de vraag met de champagne fles te presenteren.

Ik heb bier en suiker geprobeert:

Suiker gaf een schuimkraagje, maar na een paar minuten verdween het weer.

Bier gaf een kleinere kraag, dat na verloop van tijd ook weer inzakte. Er bleven nog een klein beetje schuim in drijven, maar dat was heel weinig.

Met een beetje suiker en koffiemelk werkte het prima, een hele mooie stabiele schuimkraag.

Reageer