elektroden

Sabje

heey allemaal,

Ik hoop dat jullie mij kunnen helpen met het volgende: Ik moet voor scheikunde iets weten over elektroden en ik kom er maar niet uit.

Je hebt een referentie elektrode, maar er is nog een soort elektrode. Welk weet ik niet

en kan ik ook nergens vinden ... Ik moet aangeven waarom 1 elektrode de referentie elektrode is, maar ik heb geen flauw idee welke en wat een referentie elektrode inhoudt snap ik niet... Ik denk dat het er weinig aan toevoegt als ik de hele proef hier beschrijf...

Wat ik dus eigenlijk zou willen weten is: Wat is een referentie elektrode, wat is dat andere soort elektrode en waar herken je een referentie elektrode aan?

Ik hoop dat jullie hier iets mee kunnen (ondanks mn vage verhaal 8-[ )

groetjes Sabje

jhullaert

ben je hier echt niks mee?

rappen-eddy

als je de opgave voor de proef die je moet doen geeft, kunnen we je misschien verder helpen... Als je het niet in de praktijk nodig hebt, zie dan maar gewoon naar de link van chemaniac

Sabje

De website van wikipedia had ik al bezocht maar dat voegde weinig toe aan mijn begrip. Ik had de volgende proef:

We moesten een chemische cel bouwen. Halfcel 1 bevatte leidingwater (met extra chloor) en een zilver/zilverchloor elektrode. In deze halfcel werd ook nog zilvernitraat toegevoegd door middel van een buret. Halfcel 2 bevatte kopersulfaat en een koper elektrode. De twee halfcellen waren verbonden met een zoutbrug. De koper elektrode en de zilver elektrode waren verbonden met een voltmeter. De vraag was dus: wat is hier de referentie elektrode en waar herken je die aan??

Ik hoop dat jullie me nu wel verder kunnen helpen.

groetjes Sabje

hzeil

De beide halfcellen worden wel eens als een referentieelectrode gebruikt. Je kunt zeggen dat je in je experiment twee referentie-electroden via een zoutbrug met elkaar vergelijkt.

Halfcel (1) is de zilverchloride/chloride electrode die vaak in zeewater wordt gebruikt omdat daarin de chlorideconcentratie min of meer constant is. Bij voorbeeld voor kathodische bescherming op schepen en van zeesluizen.

Halfcel(2) is de koper/kopersulfaat electrode die altijd als referentie-electrode wordt gebruikt bij kathodische bescherming in de bodem van tanks en pijpleidingen in de bodem.

Op laboratoria gebruikt men meestal de calomelelectrode als referentie-electrode. Die kun je de kwik(I)chloride/chloride electrode noemen.

Bij het meten van electrodepotentialen moet je altijd een nul-punt definieren. Dat kan op verschillende manieren. Net als bij een temperatuurmeting. Ook daarbij moet je een nul-punt definieren. Meestal doen we dat volgens Celcius in smeltend ijs. Maar volgens Fahrenheit en Kelvin gaat dat weer anders.

Sabje

Duzz als ik het goed begrijp zijn ze allebei referentie elektrode

...omdat je het verschil tussen beiden meet. Maar dit komt niet echt overeen met ons verhaal dat op het voorschrift staat. Op ons voorschrift staat letterlijk: waarom heeft de referentie elektrode een constante potentiaal gedurende de proef.

Wel iets anders dan dat ik eerder aangaf Afbeelding

....

Marjanne

Waar bestaat 'de proef' eigenlijk uit? Dat wordt niet helemaal duidelijk.

Is dat het met de buret toevoegen van zilvernitraat-oplossing?

Als dat 'de proef' is, kun je dan iets vertellen over de resultaten? Veranderde het spanningsverschil (potentiaalverschil) tussen de electroden?

Zo ja, van welke van de twee electroden zou de potentiaal veranderen? En van welke niet?

Welke zou dan in jouw proef de referentie-electrode zijn?

Sabje

De proef is dus dat we een halfcel hebben gebouwd en dat we aan 1 halfcel zilvernitraat toevoegen (zilvernitraat is dus de titrant). Het potentiaalverschil daalde tijdens de proef en bleef op een gegeven moment bijna gelijk en daalde toen meer (op het punt dat hij gelijk bleef was al het Ag+ met het Cl- van het water gereageerd). Dat hij daalde heeft waarschijnlijk te maken met hoe we de halfcellen met de meter hebben verbonden. Wat de referentie elektrode is weten we niet...

Marjanne

De bedoeling van de referentie-electrode is dat zijn potentiaal constant blijft...

Welke van de twee is bij jou proef nu de referentie-electrode?

hzeil

Het probleem van Sabje is dat ze niet weet wat het kenmerk van een referentie electrode is. Waardoor onderscheidt een referentie electrode zich van een "gewone" electrode? Als we bij natuurkunde stromen en potentialen meten hebben we zo'n ding niet nodig. Waarom wel bij scheikunde?

Het gaat hier om het probleem dat we niet op een gewone manier aan water een electrisch kontakt kunnen maken. We krijgen altijd een electrode waarvan de potentiaal afhankelijk is van de samenstelling van het metaal en van de oplossing.

Maar we willen een electrode met een potentiaal die onafhankelijk is van de samenstelling van het water. De waterige oplossing mag dus niet meedoen aan electrochemische reakties aan mijn kontaktmateriaal.

Dat kan door een electrolietgrens te introduceren waaraan zich een vaste diffusiepotentiaal zich instelt die onafhankelijk is van de samenstelling van het water. Aan die electrolietgrens stelt zich stelt zich in iedere electroliet dezelfde diffusiepotentiaal in als de electroliet concentratie in de ref.electrode veel groter is als in de oplossing waarin we meten.

Het probleem bij het voortgezet onderwijs is echter dat de diffusiepotentiaal, in tegenstelling tot de Nernstpotentiaal, niet tot de normale leerstof behoort. De docenten moeten zich hier dus beperken tot het halve verhaal. En daar zit Sabje dus mee. Het volledige verhaal, inclusief de uitleg over de diffusiepotentiaal, wordt niet verteld.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

elektroden

elektroden

Re: elektroden

Re: elektroden

Re: elektroden

Re: elektroden

Re: elektroden

Re: elektroden

Re: elektroden

Re: elektroden

Re: elektroden