Ik hoop dat jullie mij kunnen helpen, ik heb al van alles zitten berekenen maar kom niet op het juiste uit.
Ik moet de molariteit van natronloog weten.
Ik heb 25 gram oxaalzuur in 100ml water opgelost, hier heb ik 25,0ml van gepipeteerd. Vervolgens heb ik natronloog getitreerd. Het omslagpunt was precies op 10,0ml. Nu moet ik de M weten van de natronloog. (Er moet ong. 1M uitkomen, maar dit mag afwijken)
Ik kom er met mijn berekeningen niet uit.
Wat ik heb:
reactievergelijking:
C2H2O4 + 2NaOH > 2H20 + ...
molverhouding 1:2
oxaalzuur: 90,04 g/mol, 25 gram: 0,28 mol per 100ml
25ml gepipeteerd: 0,07ml
10ml natronloog met molv 1:2 geeft 14mol. Nou ja iets uitgebreider maar moeilijk over te typen. Maar het klopt niet wat ik heb. Wat is de juite manier? Welke delen doe ik het fout?
Vervolgens moet ik met de bekende molariteit van de natronloog de molariteit van zoutzuur bepalen.
Ik heb 25,0ml natronloog en hier titreer ik zoutzuur in. Het omslagpunt werd bereikt op 20,5ml. Wat is de molariteit van het zoutzuur? (dit berekenen met de molariteit die is uitgerekend bij de eerste titratie) Ook hier moet rond de 1M uitkomen.
Ik weet de molariteit van het natronloog niet (want die berekening lukt niet). Wie kan mij helpen!?
Laatste berichten
-
23:25
Veeltermfunctie 7
-
22:17
[overig] Hoe kan ik dit het beste namaken in Latex?
-
22:17
[overig] Hoe kan ik dit het beste namaken in Latex?
-
20:42
Zeepbeldiameter 3
-
13:08
elektrolyse
-
13:01
Sommige fotonen die weg van ons gestuurd worden , kunnen we toch zien 1
-
00:16
Casus uit de praktijk: positief test THC 40
-
11 mei
lorentzfactor moeilijke formule, makkelijk in een cirkel 30
-
11 mei
Structuur dopamine-agonist
-
10 mei
[wiskunde] Hoe werk ik dit verder uit naar de vorm ln(a + b sqrt(2))? 2
-
10 mei
Het woord dat in alle talen bestaat
-
10 mei
[wiskunde] Wat gebeurt er in deze herleidingstap? 2
-
10 mei
Afgeleide 36
-
09 mei
Aardlek-schakelaar 50
-
09 mei
[wiskunde] Hoe moet ik dit primitiveren? 16
-
09 mei
snelheid 2
-
08 mei
Mechanicaboeken 6
-
08 mei
Python: fout in programma om strings te vergelijken 15
-
08 mei
tijdsduur 9
-
07 mei
[wiskunde] Wat is de afgeleide van ln^2(x)? 2
Nieuwsberichten
-
04 mar
Een nieuw soort magnetisme: altermagnetisme
-
31 okt
AI kan via stem diabetes vaststellen 11
-
21 okt
Einstein krijgt wéér gelijk 45
-
07 feb
witter dan wit 20
-
19 jun
irrigatie en de aardas
[scheikunde] Molariteit mbv titratie
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
Re: [scheikunde] Molariteit mbv titratie
Hallo Sofie,
Kun je de molariteit van de oxaalzuuroplossing uitrekenen?
25 g in 100 ml = ??? g in een liter
??? g oxaalzuur = X mol oxaalzuur.
Kun je de molariteit van de oxaalzuuroplossing uitrekenen?
25 g in 100 ml = ??? g in een liter
??? g oxaalzuur = X mol oxaalzuur.
-
- Berichten: 10
Re: [scheikunde] Molariteit mbv titratie
25 gram in 100ml = 0,025 gram in een liter
dat tweede snap ik niet...
Een andere manier die ik heb geprobeerd:
25 g oxaalzuur in 100 mL = x g oxaalzuur in 25 mL
x g oxaalzuur is y mol oxaalzuur is z mol H+ionen in oplossing
z mol H+ionen betekent dat je ook z mol natronloog nodig zult hebben
z mol NaOH in 10 mL betekent a mol NaOH in 1000 mL ofwel a mol NaOH per liter ofwel a molair NaOH
reken stapsgewijs x, y, z en a uit.
x= 25/4= 6,25
y= 6,25/90,04 (binas) = 0,07 mol
z= 0,07 x 2 (molverhouding) = 0,14 mol
a= 0,14 x 100 = 14 mol per liter
Maar 14 klopt niet, want er moet 1M uitkomen?
Het probleem is dat ik met een tandpasta-proef heb gewerkt met 1M natronloog en 1M zoutzuur, mijn leraar wilde dat ik ging testen of die 1M wel klopte, aangezien de potten waar de oplossingen in zaten vaak open en dicht werden gemaakt waardoor volgens hem de molariteit kon veranderen. Dus moesten we de precieze molariteit berekenen.
dat tweede snap ik niet...
Een andere manier die ik heb geprobeerd:
25 g oxaalzuur in 100 mL = x g oxaalzuur in 25 mL
x g oxaalzuur is y mol oxaalzuur is z mol H+ionen in oplossing
z mol H+ionen betekent dat je ook z mol natronloog nodig zult hebben
z mol NaOH in 10 mL betekent a mol NaOH in 1000 mL ofwel a mol NaOH per liter ofwel a molair NaOH
reken stapsgewijs x, y, z en a uit.
x= 25/4= 6,25
y= 6,25/90,04 (binas) = 0,07 mol
z= 0,07 x 2 (molverhouding) = 0,14 mol
a= 0,14 x 100 = 14 mol per liter
Maar 14 klopt niet, want er moet 1M uitkomen?
Het probleem is dat ik met een tandpasta-proef heb gewerkt met 1M natronloog en 1M zoutzuur, mijn leraar wilde dat ik ging testen of die 1M wel klopte, aangezien de potten waar de oplossingen in zaten vaak open en dicht werden gemaakt waardoor volgens hem de molariteit kon veranderen. Dus moesten we de precieze molariteit berekenen.
Re: [scheikunde] Molariteit mbv titratie
25 g in 100 ml = ??? g in een liter
25 gram in 100ml = 0,025 gram in een liter
We doen het stap voor stap
25 g oxaalzuur in 100 ml ---> 1 liter = 10 X 100 ml dus 10 x 25 g oxaalzuur in 1 liter
molariteit is gram oxaalzuur/ molgewicht oxaalzuur
Hoeveel molair is de oxaalzuuroplossing nu ?
hoeveel mol zit er dan in 25 ml oxaalzuuroplossing?
typo
25 gram in 100ml = 0,025 gram in een liter
We doen het stap voor stap
25 g oxaalzuur in 100 ml ---> 1 liter = 10 X 100 ml dus 10 x 25 g oxaalzuur in 1 liter
molariteit is gram oxaalzuur/ molgewicht oxaalzuur
Hoeveel molair is de oxaalzuuroplossing nu ?
hoeveel mol zit er dan in 25 ml oxaalzuuroplossing?
typo
-
- Berichten: 11.177
Re: [scheikunde] Molariteit mbv titratie
Let er overigens goed op welke oxaalzuur je uit de kast geplukt hebt: oxaalzuur of oxaalzuur dihydraat. De tweede is namelijk 36 g/mol zwaarder omdat er 2x water inzit.
-
- Berichten: 10
Re: [scheikunde] Molariteit mbv titratie
Ik heb het aan de leraar gevraagd en het bleek toch het dihydraat te gaan (hij was er zelf eerst van overtuigd dat het dat niet was, gelukkig stond de pot er nog!!).
En ik had de gegevens wel verkeerd over geschrevne dus het komma probleem is opgelost.
Ik kom nu op 0,99M natronloog, wat ik persoonlijk wel een erg mooi getal vind!
Verder moet ik nu dus het zoutzuur weten (zie eerste post). Maar ik weet niet of mijn reactievergelijking klopt:
NaOH + HCL > ?
OH- + H30+ > 2H20
Maar nu de molariteit van het zoutzuur.
Met de bekende molariteit (0,99M) van de natronloog de molariteit van zoutzuur bepalen.
Ik heb 25,0ml natronloog en hier titreer ik zoutzuur in. Het omslagpunt werd bereikt op 20,5ml. Wat is de molariteit van het zoutzuur? Ook hier moet rond de 1M uitkomen.
Ik heb geprobeerd dit weer op dezelfde manier uit te rekenen als bij de natronloog maar toen kwam ik op een veel te groot antwoord uit. Ik kwam ook op een gegeven moment op 1,0325M. Dit zou een mooi getal zijn, maar de manier waar ik hierop kwam klopt niet en kan ik absoluut neit in een verslag zetten.
En ik had de gegevens wel verkeerd over geschrevne dus het komma probleem is opgelost.
Ik kom nu op 0,99M natronloog, wat ik persoonlijk wel een erg mooi getal vind!
Verder moet ik nu dus het zoutzuur weten (zie eerste post). Maar ik weet niet of mijn reactievergelijking klopt:
NaOH + HCL > ?
OH- + H30+ > 2H20
Maar nu de molariteit van het zoutzuur.
Met de bekende molariteit (0,99M) van de natronloog de molariteit van zoutzuur bepalen.
Ik heb 25,0ml natronloog en hier titreer ik zoutzuur in. Het omslagpunt werd bereikt op 20,5ml. Wat is de molariteit van het zoutzuur? Ook hier moet rond de 1M uitkomen.
Ik heb geprobeerd dit weer op dezelfde manier uit te rekenen als bij de natronloog maar toen kwam ik op een veel te groot antwoord uit. Ik kwam ook op een gegeven moment op 1,0325M. Dit zou een mooi getal zijn, maar de manier waar ik hierop kwam klopt niet en kan ik absoluut neit in een verslag zetten.
-
- Berichten: 4.771
Re: [scheikunde] Molariteit mbv titratie
natriumhydroxide en zoutzuur zijn allebei opgelost in water, dus je hebt uiteindelijk alleen met deze reactie te maken:
Die 25,0 ml bevat dan ......... mol OH-.
Dit reageert met ....... mol H+ van de zoutzuur.
Dit aantal mol zit in 20,5 ml.
In 1 liter zit dan ..... mol zoutzuur.
Je hebt 25,0 ml natronloog, 0,99 mol/l.OH- + H30+ > 2H20
Die 25,0 ml bevat dan ......... mol OH-.
Dit reageert met ....... mol H+ van de zoutzuur.
Dit aantal mol zit in 20,5 ml.
In 1 liter zit dan ..... mol zoutzuur.
-
- Berichten: 10
Re: [scheikunde] Molariteit mbv titratie
Je hebt 25,0 ml natronloog, 0,99 mol/l.
Die 25,0 ml bevat dan 0,99/40=0,02475 mol OH-.
Dit reageert met 0,02475 (toch? wnat molverhouding 1:1)mol H+ van de zoutzuur.
Dit aantal mol zit in 20,5 ml.
In 1 liter zit dan 0,02475x48,78=1,21 mol zoutzuur.
Klopt de laatste stap?
Die 25,0 ml bevat dan 0,99/40=0,02475 mol OH-.
Dit reageert met 0,02475 (toch? wnat molverhouding 1:1)mol H+ van de zoutzuur.
Dit aantal mol zit in 20,5 ml.
In 1 liter zit dan 0,02475x48,78=1,21 mol zoutzuur.
Klopt de laatste stap?
-
- Berichten: 4.771
Re: [scheikunde] Molariteit mbv titratie
Ja.
Ik heb de berekeningen niet gecontroleerd, maar je redenering klopt.
Edit: ook de berekeningen kloppen...
Ik heb de berekeningen niet gecontroleerd, maar je redenering klopt.
Edit: ook de berekeningen kloppen...
