[scheikunde] Polair en Apolair
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 6
[scheikunde] Polair en Apolair
Ik ben mijn chemie voor school aan het studeren en nu moeten we het verschil kennen tussen polair en apolair.
ik weet dat polair assymetrisch is en apolair symmetrisch is, maar wanneer is iets assymetrisch of symmetrisch??
zijn er eigenlijk uitzonderingen op deze regel?
alvast bedankt voor jullie hulp
groetjes,
Tomo
ik weet dat polair assymetrisch is en apolair symmetrisch is, maar wanneer is iets assymetrisch of symmetrisch??
zijn er eigenlijk uitzonderingen op deze regel?
alvast bedankt voor jullie hulp
groetjes,
Tomo
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] Polair en Apolair
da eerste is symmetrisch, denk ik
eey bedankt man
is er nog een andere manier om het verschil te zien?
iets met EN-waarde wat je in een periodiek systeem kunt vinden
eey bedankt man
is er nog een andere manier om het verschil te zien?
iets met EN-waarde wat je in een periodiek systeem kunt vinden
-
- Berichten: 2.746
Re: [scheikunde] Polair en Apolair
ja dat is er.Tomo schreef: is er nog een andere manier om het verschil te zien?
iets met EN-waarde wat je in een periodiek systeem kunt vinden
een atoom met een hogere EN zal relatief meer elektronen aantrekken. waardoor er dus een partieel negatieve lading ontstaat in je molecuul (en dus ook een positief, vanwaar je elektronen worden gezogen)
-
- Berichten: 516
Re: [scheikunde] Polair en Apolair
het molecule dat scientist 1 postte, is allesbehalve symmetrisch. dus is het asymmetrisch. volgens jou hoort het dus polair te zijn. Dat is niet zo, want alkanen vertonen maar weinig polariteit.
Met de EN-waarde moet je een beetje inzicht hebben en de structuur van het molecule kennen. een hoge EN-waarde wil zeggen dat het atoom elektronen van atomen met een lagere EN-waarde naar zich toe trekt. er ontstaan dus partiëel positieve en negatieve ladingen in het molecule.
Een eenvoudig voorbeeld: water. Teken de structuur van water maar eens neer. kies al naargelang de EN waarde, het positieve en negative centrum (O zou negatief moeten zijn elke H positief). Beide H-atomen zijn nu postief, dus het centrum van hun polariteit valt midden tussen beide atomen in.
je ziet duidelijk dat het positieve en negatieve centrum niet samenvallen. en als dat het geval is, dan is een molecule gepolariseerd. het heeft aan de ene kant een meer negatief deel (de negatieve pool) en aan de andere kant een positieve pool.
zo zit het ongeveer, en simpel uitgelegd, in elkaar.
Met de EN-waarde moet je een beetje inzicht hebben en de structuur van het molecule kennen. een hoge EN-waarde wil zeggen dat het atoom elektronen van atomen met een lagere EN-waarde naar zich toe trekt. er ontstaan dus partiëel positieve en negatieve ladingen in het molecule.
Een eenvoudig voorbeeld: water. Teken de structuur van water maar eens neer. kies al naargelang de EN waarde, het positieve en negative centrum (O zou negatief moeten zijn elke H positief). Beide H-atomen zijn nu postief, dus het centrum van hun polariteit valt midden tussen beide atomen in.
je ziet duidelijk dat het positieve en negatieve centrum niet samenvallen. en als dat het geval is, dan is een molecule gepolariseerd. het heeft aan de ene kant een meer negatief deel (de negatieve pool) en aan de andere kant een positieve pool.
zo zit het ongeveer, en simpel uitgelegd, in elkaar.
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] Polair en Apolair
Dat van assymetrisch of symmetrisch werkt dus niet.
Maar dat van EN-waarde begrijp ik nog niet helemaal.
Zou iemand me dat nog eens willen uitleggen.
Bedankt voor jullie tijd.
Maar dat van EN-waarde begrijp ik nog niet helemaal.
Zou iemand me dat nog eens willen uitleggen.
Bedankt voor jullie tijd.
-
- Berichten: 2.746
Re: [scheikunde] Polair en Apolair
symetrisch werk wel, maar als een molecuul niet symetrisch is, kan hij nog altijd zo goed als niet polair zijn.
wat snap je niet van EN?
wat snap je niet van EN?
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] Polair en Apolair
ik heb nog aan iemand hulp gevraagd
en het is dus zoiets, zeg als het fout is:
als je de EN-waarde weet dan is de hoogste EN-waarde degene die aantrekt.
die wil dat zijn valentie-elektronen goed zijn dus die neemt valentie-elektronen.
dan word die net zo negatief als dat die valentie-elektronen neemt en word die andere zo positief als dat die valentie-elektronen afstaat.
en het is dus zoiets, zeg als het fout is:
als je de EN-waarde weet dan is de hoogste EN-waarde degene die aantrekt.
die wil dat zijn valentie-elektronen goed zijn dus die neemt valentie-elektronen.
dan word die net zo negatief als dat die valentie-elektronen neemt en word die andere zo positief als dat die valentie-elektronen afstaat.
- Berichten: 11.177
Re: [scheikunde] Polair en Apolair
Klopt helemaal! Daarom is bijvoorbeeld natriumfluoride ook een zout: het niet-metaal trekt zo hard aan de elektronen dat die dus helemaal bij het niet-metaal gaan horen.
Bij een C-H binding bijvoorbeeld trekken ze allebei ongeveer even hard, zo'n binding is dus apolair.
Nu komt het, bij een C=O binding trekt de O iets harder dan de C. Hierdoor komt er een kleine positieve lading op de C. Dit is dus een polair stukje.
Nemen we bijvoorbeeld aceton
Dan zul je zien dat deze symmetrisch is: je kunt immers een spiegel in het midden van de O zetten.
Toch is deze verbinding polair: je zit met de C=O binding die erin zit.
Let op, de laatste 3 voorbeelden zijn geen zouten. Het wordt pas een ionogene binding (dat wat het een zout maakt) als het verschil in EN groter is dan 1,5: de EN van fluoride is 4, die van natrium ongeveer 1. Verschil = 3, dus een zout.
Bij een C-H binding bijvoorbeeld trekken ze allebei ongeveer even hard, zo'n binding is dus apolair.
Nu komt het, bij een C=O binding trekt de O iets harder dan de C. Hierdoor komt er een kleine positieve lading op de C. Dit is dus een polair stukje.
Nemen we bijvoorbeeld aceton
Dan zul je zien dat deze symmetrisch is: je kunt immers een spiegel in het midden van de O zetten.
Toch is deze verbinding polair: je zit met de C=O binding die erin zit.
Let op, de laatste 3 voorbeelden zijn geen zouten. Het wordt pas een ionogene binding (dat wat het een zout maakt) als het verschil in EN groter is dan 1,5: de EN van fluoride is 4, die van natrium ongeveer 1. Verschil = 3, dus een zout.
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] Polair en Apolair
Bedankt voor jullie tijd
Nu maar hopen dat ik iets meer dan 60 op 100 haal, want dan ben ik geslaagd op het totaal van chemie!!
Nu maar hopen dat ik iets meer dan 60 op 100 haal, want dan ben ik geslaagd op het totaal van chemie!!